DEEL 3: vormverandering
1. Verkleinende vormveranderingen
Keuze apparatuur
Verschil tussen breken en malen:
Breken: deeltjesgrootte > 1mm
Malen: deeltjesgrootte < 1mm
Keuze van geschikte werktuig bepaald door volgende factoren:
-
Hardheid
o Weerstand die een bepaald materiaal biedt aan een spanning die wordt aangebracht
(met een bepaald standaardlichaam dat wordt gebruikt om de hardheid te maten)
o Hardheidsschaal van Mohs
▪ Hardste materiaal = diamant (10)
▪ Zachtste materiaal = talk (1)
o Toestel moet harder zijn dan het breek- of maalgoed
-
Vochtgehalte → invloed op elasticiteit
o Malen van droge stoffen is gemakkelijker dan malen van vochtige stoffen
o Bv. granen: eerst drogen, dan pas malen
-
Hoeveelheid maal- of breekgoed
o Belangrijk voor de capaciteit van het toestel
o Beter 1 groot toestel of meerdere kleinere toestellen?
o Maal- of breekgoed → gedoseerd worden → toestel blokkeren
-
Afmetingen
o Grote brokken → grote machines → niet fijn genoeg verkleind
o Meerdere toestellen in serie plaatsen
-
Fysische en chemische eigenschappen
o Veiligheid en materiaalkeuze van het apparaat
o Bepaalde stoffen vrijkomen
▪ schadelijk voor de gezondheid
▪ Beschermende kledij, afzuiging
▪ Stofexplosies optreden
o Hoe fijner de deeltjes → hoe groter de reactiviteit
▪ Machine → bestand tegen aantasting
o Smeltpunt → warmteontwikkeling bij het proces → de stoffen worden plastisch →
moeilijk breken
Stukgrootte
Verminderen van stukgrootte door:
-
Druk
o Als de drukkracht en de tegenwerkende reactiekracht recht tegenover elkaar staan
o Als de drukkracht > de kracht die het deeltje bij elkaar houdt → breken
F
o P= met P = druk (N/m2 of Pa), F = kracht (N) en A = oppervlak (m2)
A
▪ Ribbels → A kleiner → grotere P
-
Afschuiving
o De actiekracht en de reactiekracht staan tegenover elkaar maar niet in elkaars
verlengde
-
Scheuring
o De actiekracht en de reactiekracht werken niet naar elkaar toe maar van elkaar weg
o Trekkrachten
Pagina 1 van 11
, Apparatuur
BREEKAPPARATUUR
Kaak- of bekbreker
Bouw:
-
Bestaat uit 2 stalen platen (= bekken)
o Vaste bek
o Bewegende bek
o Gebonden via een scharnierpunt
o Bekafstand kan versteld worden → deeltjesgrootte bepalen
o Bekbeweging wordt verkregen door een hefboomstelsel, aangedreven door
een excentrische as
o Veel energie-eisend voor de druk- en slagbewegingen
-
2 systemen:
o Scharnierpunt bovenaan: Blake-systeem
o Scharnierpunt onderaan: Dodge-systeem
-
Breekbout
o Indien er onverwachts een hard stuk materiaal binnen de breker wordt
gebracht → schade → breekbout breekt door → geen schade
o Net sterk genoeg voor de normale krachten, maar te zwak om plots grotere
krachten te weerstaan
Werking:
-
uitoefenen van druk en slag
-
Blake-systeem:
o Breekgoed komt bovenaan binnen, wordt gebroken en verlaat onderaan de
breker
o Variabele grootte
o Meer gebruikt want minder kans op verstoppingen
-
Dodge-systeem:
o Breekgoed komt bovenaan binnen, wordt gebroken en verlaat onderaan de
breker
o Uniforme grootte: de deeltjes kunnen pas de breker verlaten als ze door de
afvoeropening passen
o Meer kans op verstoppingen
-
Verstopping te voorkomen: de toevoer van het breekgoed → aangepast aan de
capaciteit van de machine → bv. een schuif in de toevoerstroom
-
semi-continu
Toepassing:
-
vooral ertsen en stenen
Pagina 2 van 11
1. Verkleinende vormveranderingen
Keuze apparatuur
Verschil tussen breken en malen:
Breken: deeltjesgrootte > 1mm
Malen: deeltjesgrootte < 1mm
Keuze van geschikte werktuig bepaald door volgende factoren:
-
Hardheid
o Weerstand die een bepaald materiaal biedt aan een spanning die wordt aangebracht
(met een bepaald standaardlichaam dat wordt gebruikt om de hardheid te maten)
o Hardheidsschaal van Mohs
▪ Hardste materiaal = diamant (10)
▪ Zachtste materiaal = talk (1)
o Toestel moet harder zijn dan het breek- of maalgoed
-
Vochtgehalte → invloed op elasticiteit
o Malen van droge stoffen is gemakkelijker dan malen van vochtige stoffen
o Bv. granen: eerst drogen, dan pas malen
-
Hoeveelheid maal- of breekgoed
o Belangrijk voor de capaciteit van het toestel
o Beter 1 groot toestel of meerdere kleinere toestellen?
o Maal- of breekgoed → gedoseerd worden → toestel blokkeren
-
Afmetingen
o Grote brokken → grote machines → niet fijn genoeg verkleind
o Meerdere toestellen in serie plaatsen
-
Fysische en chemische eigenschappen
o Veiligheid en materiaalkeuze van het apparaat
o Bepaalde stoffen vrijkomen
▪ schadelijk voor de gezondheid
▪ Beschermende kledij, afzuiging
▪ Stofexplosies optreden
o Hoe fijner de deeltjes → hoe groter de reactiviteit
▪ Machine → bestand tegen aantasting
o Smeltpunt → warmteontwikkeling bij het proces → de stoffen worden plastisch →
moeilijk breken
Stukgrootte
Verminderen van stukgrootte door:
-
Druk
o Als de drukkracht en de tegenwerkende reactiekracht recht tegenover elkaar staan
o Als de drukkracht > de kracht die het deeltje bij elkaar houdt → breken
F
o P= met P = druk (N/m2 of Pa), F = kracht (N) en A = oppervlak (m2)
A
▪ Ribbels → A kleiner → grotere P
-
Afschuiving
o De actiekracht en de reactiekracht staan tegenover elkaar maar niet in elkaars
verlengde
-
Scheuring
o De actiekracht en de reactiekracht werken niet naar elkaar toe maar van elkaar weg
o Trekkrachten
Pagina 1 van 11
, Apparatuur
BREEKAPPARATUUR
Kaak- of bekbreker
Bouw:
-
Bestaat uit 2 stalen platen (= bekken)
o Vaste bek
o Bewegende bek
o Gebonden via een scharnierpunt
o Bekafstand kan versteld worden → deeltjesgrootte bepalen
o Bekbeweging wordt verkregen door een hefboomstelsel, aangedreven door
een excentrische as
o Veel energie-eisend voor de druk- en slagbewegingen
-
2 systemen:
o Scharnierpunt bovenaan: Blake-systeem
o Scharnierpunt onderaan: Dodge-systeem
-
Breekbout
o Indien er onverwachts een hard stuk materiaal binnen de breker wordt
gebracht → schade → breekbout breekt door → geen schade
o Net sterk genoeg voor de normale krachten, maar te zwak om plots grotere
krachten te weerstaan
Werking:
-
uitoefenen van druk en slag
-
Blake-systeem:
o Breekgoed komt bovenaan binnen, wordt gebroken en verlaat onderaan de
breker
o Variabele grootte
o Meer gebruikt want minder kans op verstoppingen
-
Dodge-systeem:
o Breekgoed komt bovenaan binnen, wordt gebroken en verlaat onderaan de
breker
o Uniforme grootte: de deeltjes kunnen pas de breker verlaten als ze door de
afvoeropening passen
o Meer kans op verstoppingen
-
Verstopping te voorkomen: de toevoer van het breekgoed → aangepast aan de
capaciteit van de machine → bv. een schuif in de toevoerstroom
-
semi-continu
Toepassing:
-
vooral ertsen en stenen
Pagina 2 van 11