Samenvatting
postpartale periode 1
Malenka Pans
Vroedkunde
1VR20
Academiejaar 2020-2021
,Samenvatting Postpartale Periode 1
Leerstof examen
• Fysiologie van het normale kraambed
• Fysiologie van borstvoeding
• Neonatologie deel 1
• Neonatologie deel 2
• Onderzoeksmethodologie
• Wetgeving
• Dataverzamelingstechnieken
• Wondzorg + ontsmettingsproducten
• Seksualiteit in het postpartum
• Psychologische veranderingen tijdens de kraamtijd
• Voeding na borstvoeding
• Observatie van het jonge kind tot de leeftijd van 1 jaar
Leerstof praktijk
• Hulp en advies bij borstvoeding en afkolven (ook theorie rond borstvoeding kennen)
→ STOEF
• Vulvaspoeling
• Hulp bij lavabo en douche
• Totaalzorg van de kraamvrouw
• Flesvoeding
• Babybad → STOEF (zie filmpjes digitap)
• Neusreiniging bij de neonaat → STOEF
• Oorreiniging bij de neonaat → STOEF
• Observaties van de pasgeborene
• Wondzorg → STOEF → hechtingen niet vergeten!
• Bloedafname neonaat: veneus en capillair
1
,Fysiologie van het normale kraambed
Hb. normale baring en kraambed, p. 419
Inleiding
- Het kraambed of postpartum (=puerpium) start vanaf de geboorte van placenta en
vliezen en duurt tot 6 weken na de bevalling. Kan ook langer duren, sommige
vrouwen hebben meer tijd nodig vooraleer ze ‘ontzwangerd’ zijn. Realistisch duurt de
‘ontzwangering’ 9 maanden tot 1 jaar.
- Het is de periode waarin het vrouwelijk organisme en vooral de vrouwelijke
genitaliën terugkeren naar een niet-zwangere toestand.
- Moeder moet zowel aandacht krijgen voor haar fysiek herstel als voor haar
psychologisch herstel (overgang van vrouw naar moeder)
- Praktisch gezien eindigt het kraambed met een postnataal onderzoek, ongeveer 6
weken na de bevalling
- Doelstellingen van post partumzorg:
• Bevorderen van moeder-kindrelatie (ouder-kindrelatie) en het ouderschap
door voorlichting en begeleiding
• Begeleiding bij borstvoeding
• Evalueren van involutieve veranderingen
• Verwikkelingen voorkomen
• Verlichten van post partumongemakken
• Stimuleren van post partumonderzoek op 6 weken
➔ Belangrijk om inzicht te hebben in de fysiologie van het kraambed om deze
doelstellingen te kunnen realiseren!
Veranderingen in de tractus genitalis
(= stelsel van inwendige organen, die in het kleine bekken liggen, en uitwendige genitaliën)
Uterus
- Wordt in de zwangerschap groter en zwaarder en komt naar boven toe uit het
bekken → wordt dus een enorm grote spier van ongeveer 1kg die nu terug gaat
moeten involueren naar een uterus van een paar gram.
- Is nog groot vlak na de bevalling: ongeveer 15cm en 1kg. De baarmoederwand is 5cm
dik na de geboorte en bestaat vooral uit een dikke laag myometrium.
- Na de bevalling moet de goed gecontraheerde bm te voelen zijn tussen navel en
symfyse. Mag niet zacht aanvoelen!
- De bm moet samentrekken tot een veiligheidsbol en moet zich terug naar het kleine
bekken verplaatsen in die 6 weken postpartum (achter de symfyse)
- Involutie van de bm gaat snel: na 1 week → ongeveer 500 gram, na 2 weken →
ongeveer 300-350gram, na 6 weken bij een borstvoedende vrouw (borstvoeding
bevordert de involutie)→ ongeveer 100 gram en 9cm. Bij een niet-borstvoedende
vrouw kan dit trager verlopen. Na 8 weken: gewicht niet zwangere baarmoeder
bereikt → 70gram. → Involutie is wel verschillend van vrouw tot vrouw maar zal
nooit meer zo klein worden als voor de zwangerschap. Er blijft een beetje rek
opzitten.
2
, - Gaat van een abdominaal orgaan weer naar een bekkenorgaan door de snelle
omvangsvermindering.
- Na de baring wordt het cavum uteri/baarmoederholte op de placnta-
inplantingsplaats bekleed door een wondvlakte zonder epitheellaag. In de holte
liggen stukjes decidua (= het gewijzigd endometrium/baarmoederslijvlies doorheen
de zwangerschap), necrotische/afstervende weefselresten en bloed. In de loop van
de dagen wordt de uterus van dit afvalmateriaal ontdaan, te herkennen als lochia. Na
7 à 8 dagen vindt een re-epithalisatie plaats. Binnen de 10 dagen is de
baarmoederholte opnieuw bekleed met een volwaardig endometrium. Uiterlijk na §
weken is het placentabed weer normaal.
Cervix
- Bij de ontsluiting en uitdrijving scheurt de cervix altijd iets in, vooral bij de eerste
bevalling.
- Vlak na de bevalling voelt de cervix week en soms gekneusd of oedemateus aan.
- De eerste dagen blijft de cervix doorgankelijk voor 2à3 vingers. Die moet zich dus
terug gaan sluiten → cervix moet terug langer worden en een verdikking van
baarmoederhalswand is nodig.
- Na een week is de vaste structuur van de cervix weer herkenbaar en nog maar met 1
vinger toegankelijk.
- Het ostium externum (baarmoedermond = opening van de cervix in de vagina) is
thans wijder en spleetvormig en heeft het typische uitzicht van de multipara portio (=
gedeelte van de cervix zichtbaar in de schede) → krijgt nooit de oude vorm weer
terug.
Ovaria (eierstokken)
- Hebben tijdens de zwangerschap geen functie (non-actief) → geen productie van
luteïniserend hormoon (LH: stimulatie eisprong), follikelstimulerend hormoon (FH:
stimuleert de groei van een follikel = het geheel van de eicel met de omringende
cellagen) en geen ontwikkeling van een eisprong → placenta nam deze functies over.
- Als de vrouw geen bv geeft en de placenta valt weg na de geboorte, gaat de hypofyse
het terug overnemen en weer LH en FH produceren (ovaria worden weer actief) → 4
weken na de geboorte kan er al opnieuw een innesteling gebeuren in het
endometrium en een eisprong gebeuren. Iemand kan dus na 5-6 weken al terug
zwanger zijn.
- Als de vrouw wel bv geeft, zal door de zuigstimulus oxytocine geproduceerd worden
en deze zal de werking van oestrogeen afremmen waardoor de vrouw haar zwangere
toestand langer behoudt (kan 9 maanden tot 1 jaar bij een volwaardige fulltime bv)
→ geen 100% zekere anticonceptie dus minipil is aan te raden (zit geen oestrogeen
in, wat in andere hormonale anticonceptie wel zit).
Vagina
- Eerste dag na de bevalling: helemaal uitgerekt en soms gekneusd of oedemateus.
- Staat open t.h.v. de introïtus (vagina-ingang)
- Na 1 dag herwint ze voldoende tonus → staat minder open en minder gezwollen.
- Een snelle involutie en herstel treedt op (na 3-4 weken weer normaal). De vagina en
de introïtus blijven wel wijder dan voorheen, een zekere rek blijft.
3
postpartale periode 1
Malenka Pans
Vroedkunde
1VR20
Academiejaar 2020-2021
,Samenvatting Postpartale Periode 1
Leerstof examen
• Fysiologie van het normale kraambed
• Fysiologie van borstvoeding
• Neonatologie deel 1
• Neonatologie deel 2
• Onderzoeksmethodologie
• Wetgeving
• Dataverzamelingstechnieken
• Wondzorg + ontsmettingsproducten
• Seksualiteit in het postpartum
• Psychologische veranderingen tijdens de kraamtijd
• Voeding na borstvoeding
• Observatie van het jonge kind tot de leeftijd van 1 jaar
Leerstof praktijk
• Hulp en advies bij borstvoeding en afkolven (ook theorie rond borstvoeding kennen)
→ STOEF
• Vulvaspoeling
• Hulp bij lavabo en douche
• Totaalzorg van de kraamvrouw
• Flesvoeding
• Babybad → STOEF (zie filmpjes digitap)
• Neusreiniging bij de neonaat → STOEF
• Oorreiniging bij de neonaat → STOEF
• Observaties van de pasgeborene
• Wondzorg → STOEF → hechtingen niet vergeten!
• Bloedafname neonaat: veneus en capillair
1
,Fysiologie van het normale kraambed
Hb. normale baring en kraambed, p. 419
Inleiding
- Het kraambed of postpartum (=puerpium) start vanaf de geboorte van placenta en
vliezen en duurt tot 6 weken na de bevalling. Kan ook langer duren, sommige
vrouwen hebben meer tijd nodig vooraleer ze ‘ontzwangerd’ zijn. Realistisch duurt de
‘ontzwangering’ 9 maanden tot 1 jaar.
- Het is de periode waarin het vrouwelijk organisme en vooral de vrouwelijke
genitaliën terugkeren naar een niet-zwangere toestand.
- Moeder moet zowel aandacht krijgen voor haar fysiek herstel als voor haar
psychologisch herstel (overgang van vrouw naar moeder)
- Praktisch gezien eindigt het kraambed met een postnataal onderzoek, ongeveer 6
weken na de bevalling
- Doelstellingen van post partumzorg:
• Bevorderen van moeder-kindrelatie (ouder-kindrelatie) en het ouderschap
door voorlichting en begeleiding
• Begeleiding bij borstvoeding
• Evalueren van involutieve veranderingen
• Verwikkelingen voorkomen
• Verlichten van post partumongemakken
• Stimuleren van post partumonderzoek op 6 weken
➔ Belangrijk om inzicht te hebben in de fysiologie van het kraambed om deze
doelstellingen te kunnen realiseren!
Veranderingen in de tractus genitalis
(= stelsel van inwendige organen, die in het kleine bekken liggen, en uitwendige genitaliën)
Uterus
- Wordt in de zwangerschap groter en zwaarder en komt naar boven toe uit het
bekken → wordt dus een enorm grote spier van ongeveer 1kg die nu terug gaat
moeten involueren naar een uterus van een paar gram.
- Is nog groot vlak na de bevalling: ongeveer 15cm en 1kg. De baarmoederwand is 5cm
dik na de geboorte en bestaat vooral uit een dikke laag myometrium.
- Na de bevalling moet de goed gecontraheerde bm te voelen zijn tussen navel en
symfyse. Mag niet zacht aanvoelen!
- De bm moet samentrekken tot een veiligheidsbol en moet zich terug naar het kleine
bekken verplaatsen in die 6 weken postpartum (achter de symfyse)
- Involutie van de bm gaat snel: na 1 week → ongeveer 500 gram, na 2 weken →
ongeveer 300-350gram, na 6 weken bij een borstvoedende vrouw (borstvoeding
bevordert de involutie)→ ongeveer 100 gram en 9cm. Bij een niet-borstvoedende
vrouw kan dit trager verlopen. Na 8 weken: gewicht niet zwangere baarmoeder
bereikt → 70gram. → Involutie is wel verschillend van vrouw tot vrouw maar zal
nooit meer zo klein worden als voor de zwangerschap. Er blijft een beetje rek
opzitten.
2
, - Gaat van een abdominaal orgaan weer naar een bekkenorgaan door de snelle
omvangsvermindering.
- Na de baring wordt het cavum uteri/baarmoederholte op de placnta-
inplantingsplaats bekleed door een wondvlakte zonder epitheellaag. In de holte
liggen stukjes decidua (= het gewijzigd endometrium/baarmoederslijvlies doorheen
de zwangerschap), necrotische/afstervende weefselresten en bloed. In de loop van
de dagen wordt de uterus van dit afvalmateriaal ontdaan, te herkennen als lochia. Na
7 à 8 dagen vindt een re-epithalisatie plaats. Binnen de 10 dagen is de
baarmoederholte opnieuw bekleed met een volwaardig endometrium. Uiterlijk na §
weken is het placentabed weer normaal.
Cervix
- Bij de ontsluiting en uitdrijving scheurt de cervix altijd iets in, vooral bij de eerste
bevalling.
- Vlak na de bevalling voelt de cervix week en soms gekneusd of oedemateus aan.
- De eerste dagen blijft de cervix doorgankelijk voor 2à3 vingers. Die moet zich dus
terug gaan sluiten → cervix moet terug langer worden en een verdikking van
baarmoederhalswand is nodig.
- Na een week is de vaste structuur van de cervix weer herkenbaar en nog maar met 1
vinger toegankelijk.
- Het ostium externum (baarmoedermond = opening van de cervix in de vagina) is
thans wijder en spleetvormig en heeft het typische uitzicht van de multipara portio (=
gedeelte van de cervix zichtbaar in de schede) → krijgt nooit de oude vorm weer
terug.
Ovaria (eierstokken)
- Hebben tijdens de zwangerschap geen functie (non-actief) → geen productie van
luteïniserend hormoon (LH: stimulatie eisprong), follikelstimulerend hormoon (FH:
stimuleert de groei van een follikel = het geheel van de eicel met de omringende
cellagen) en geen ontwikkeling van een eisprong → placenta nam deze functies over.
- Als de vrouw geen bv geeft en de placenta valt weg na de geboorte, gaat de hypofyse
het terug overnemen en weer LH en FH produceren (ovaria worden weer actief) → 4
weken na de geboorte kan er al opnieuw een innesteling gebeuren in het
endometrium en een eisprong gebeuren. Iemand kan dus na 5-6 weken al terug
zwanger zijn.
- Als de vrouw wel bv geeft, zal door de zuigstimulus oxytocine geproduceerd worden
en deze zal de werking van oestrogeen afremmen waardoor de vrouw haar zwangere
toestand langer behoudt (kan 9 maanden tot 1 jaar bij een volwaardige fulltime bv)
→ geen 100% zekere anticonceptie dus minipil is aan te raden (zit geen oestrogeen
in, wat in andere hormonale anticonceptie wel zit).
Vagina
- Eerste dag na de bevalling: helemaal uitgerekt en soms gekneusd of oedemateus.
- Staat open t.h.v. de introïtus (vagina-ingang)
- Na 1 dag herwint ze voldoende tonus → staat minder open en minder gezwollen.
- Een snelle involutie en herstel treedt op (na 3-4 weken weer normaal). De vagina en
de introïtus blijven wel wijder dan voorheen, een zekere rek blijft.
3