lOMoARcPSD|4108732
Samenvatting Fin Plan - Eerste jaar EPM
Financiële planning 1 (Karel de Grote Hogeschool)
StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Alec Van de Velde ()
, lOMoARcPSD|4108732
Financiële planning
Deel 1
Belang van financiële planning bij de organisatie van events
Relevantie: Als event-/projectmanager is het belangrijk om het budget te kunnen plannen, in te
delen en daar ook mee rekening te houden.
Voorbeeld: Gay Games in Amsterdam
Hun budgettair doel was om een break-even (noch winst, noch verlies), maar zelfs dit
werd niet behaald doordat ze de ticketverkoop te rooskleurig hadden ingeschat.
Ook werd de editie in Amsterdam onderschat omdat daar de verzekeringen (en dus
onverwachte kosten) anders worden geregeld als in Amerika.
Basisbegrippen financiële planning
niet gelijk aan, maar nauw verwant met boekhouden
focus op budgetteren en kostprijsberekening
vereist orde en nauwkeurigheid
Budgetteren = berekeningen maken op basis van kosten en opbrengsten
Kostprijs = de som van de kosten nodig voor de realisatie van een bepaalde prestatie
Resultaat = opbrengsten – kosten
Winst = opbrengsten > kosten
Verlies = kosten > opbrengsten
Break-even = als opbrengsten = kosten
Kosten en opbrengsten versus uitgaven en inkomsten
Uitgaven: hetgeen je effectief betaalt
de betaling van een aankoop
veroorzaken daling van de liquide middelen
Inkomsten: hetgeen effectief aan jou wordt betaald
de inning van een verkoop
stijging van liquide middelen tot gevolg
Een opbrengst is niet noodzakelijk gelijk aan een inkomst, noch is een kost per definitie gelijk
aan een uitgave!
Boekhoudkundig verschil
kosten en opbrengsten => resultatenrekening
inkomsten en uitgaven => kasboek of post liquide op de balans
Gedownload door Alec Van de Velde ()
, lOMoARcPSD|4108732
Toepassing: Gaat het om een kost, opbrengst, uitgave of inkomst?
1. Je gaat een lening aan bij de bank. Dit geld wordt op je bankrekening gestort.
Een inkomst (omdat je liquide middelen stijgen = bank), geen opbrengst of kost (het is
een schuld)
2. Maandelijkse terugbetaling van het kapitaal.
Uitgave (omdat je dat gaat betalen met liquide middelen), maar geen kost (want schuld)
3. Te betalen interesten op een lening.
Kost en uitgave (liquide middelen dalen)
4. Aankoop en directe betaling laptop.
Uitgave, geen kost (laptop is actief)
5. Jaarlijkse afschrijving laptop.
Kost, geen uitgave (er gebeurt niets met de liquide middelen)
6. Verkoop aan klant, waarbij de klant contant (=direct) betaalt.
Opbrengst (verkoop van iets) en een inkomst (betaalt meteen, liquide middelen stijgen)
=> verkoop en inning ervan op hetzelfde moment
7. Verkoop aan klant, waarbij er betalingsuitstel wordt verleend.
Gedownload door Alec Van de Velde ()
Samenvatting Fin Plan - Eerste jaar EPM
Financiële planning 1 (Karel de Grote Hogeschool)
StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Alec Van de Velde ()
, lOMoARcPSD|4108732
Financiële planning
Deel 1
Belang van financiële planning bij de organisatie van events
Relevantie: Als event-/projectmanager is het belangrijk om het budget te kunnen plannen, in te
delen en daar ook mee rekening te houden.
Voorbeeld: Gay Games in Amsterdam
Hun budgettair doel was om een break-even (noch winst, noch verlies), maar zelfs dit
werd niet behaald doordat ze de ticketverkoop te rooskleurig hadden ingeschat.
Ook werd de editie in Amsterdam onderschat omdat daar de verzekeringen (en dus
onverwachte kosten) anders worden geregeld als in Amerika.
Basisbegrippen financiële planning
niet gelijk aan, maar nauw verwant met boekhouden
focus op budgetteren en kostprijsberekening
vereist orde en nauwkeurigheid
Budgetteren = berekeningen maken op basis van kosten en opbrengsten
Kostprijs = de som van de kosten nodig voor de realisatie van een bepaalde prestatie
Resultaat = opbrengsten – kosten
Winst = opbrengsten > kosten
Verlies = kosten > opbrengsten
Break-even = als opbrengsten = kosten
Kosten en opbrengsten versus uitgaven en inkomsten
Uitgaven: hetgeen je effectief betaalt
de betaling van een aankoop
veroorzaken daling van de liquide middelen
Inkomsten: hetgeen effectief aan jou wordt betaald
de inning van een verkoop
stijging van liquide middelen tot gevolg
Een opbrengst is niet noodzakelijk gelijk aan een inkomst, noch is een kost per definitie gelijk
aan een uitgave!
Boekhoudkundig verschil
kosten en opbrengsten => resultatenrekening
inkomsten en uitgaven => kasboek of post liquide op de balans
Gedownload door Alec Van de Velde ()
, lOMoARcPSD|4108732
Toepassing: Gaat het om een kost, opbrengst, uitgave of inkomst?
1. Je gaat een lening aan bij de bank. Dit geld wordt op je bankrekening gestort.
Een inkomst (omdat je liquide middelen stijgen = bank), geen opbrengst of kost (het is
een schuld)
2. Maandelijkse terugbetaling van het kapitaal.
Uitgave (omdat je dat gaat betalen met liquide middelen), maar geen kost (want schuld)
3. Te betalen interesten op een lening.
Kost en uitgave (liquide middelen dalen)
4. Aankoop en directe betaling laptop.
Uitgave, geen kost (laptop is actief)
5. Jaarlijkse afschrijving laptop.
Kost, geen uitgave (er gebeurt niets met de liquide middelen)
6. Verkoop aan klant, waarbij de klant contant (=direct) betaalt.
Opbrengst (verkoop van iets) en een inkomst (betaalt meteen, liquide middelen stijgen)
=> verkoop en inning ervan op hetzelfde moment
7. Verkoop aan klant, waarbij er betalingsuitstel wordt verleend.
Gedownload door Alec Van de Velde ()