De lichamelijke ontwikkeling
• Snelle groei (lengte en gewicht) eerste 6 • Groei vertraagt • Lengte: 90 à 100cm -> 110 à 120cm
maand • Babyvet verdwijnt • Gewicht: 12kg -> 20kg
• Asynchrone groei (hoofd groeit niet mee) • Asynchrone groei blijft • Eerder synchrone groei
• Slapen veel • Verdere ontwikkeling van het • Gelijkaardige groei tussen jongens en
• Eerste tandjes rond 6 maandag melkgebit meisjes
• Voeding: melk, fruit- en groenten papje,
vlees/vis
• Vanaf 1 jaar: eet mee aan tafel (eigen lepel)
De motorische ontwikkeling
• Controle over het lichaam: • Grove motoriek: Fundamentele • Grove motoriek:
▪ Van boven naar beneden bewegingsactiviteiten ▪ Grote beweeglijkheid
▪ Van binnen naar buiten • Fijne motoriek: verbetering van fijne ▪ Kwalitatieve verbetering van
• Vijf fasen: motoriek (fundamentele) bewegingsactiviteiten
• Kijkstadium (0 tot 3 maand) • Zindelijkheidstraining • Fijne motoriek:
• Grijpstadium (3 tot 6 maand) • Middagdutje ▪ Gaat aanzienlijk vooruit
• Zitstadium (6 tot 9 maand) • Nood aan ruimte en spelmateriaal ▪ Duidelijke handvoorkeur
• Kruipstadium (9 tot 12 maand) • Zelfredzaamheid
• Loopstadium (12 tot 15 maand)
De tekenontwikkeling
• Vanaf 1 jaar: krabbelen • Beheerst krabbelen • Toevallig realisme
• Stimuleer tekenen • Geometrische figuren-toeval • Mislukt realisme
= beweginsspel • Bewegingsspel • Verstandelijk realisme
= uitdrukken van gevoelens
= basis voor lezen en schrijven
Ontwikkelingspsychologie Julie May 1
, De perceptuele ontwikkeling
• Pasgeborene: • Herkennen van een object met een ander zintuig
▪ Geen gericht kijken • De globale waarneming evolueert naar meer gedifferentieerd waarnemen
▪ Lichtgevoelig en kleuren herkennen • Waarneming wordt beïnvloed door psychologisch-emotionele factoren
▪ Perceptuele constantie Kleuter: steeds meer oog voor details
▪ Oriënterende respons
• 1 week:
▪ Gericht kijken
▪ Voorkeur voor gezichten
▪ Bewegingen waarnemen
▪ Contrasten zien
▪ Scherp zicht tot 25cm
• 3 à 4 maanden:
▪ Visuele functies functioneren zoals bij
volwassenen
• Moeilijk om onderscheid te maken tussen
voorgrond/achtergrond geluid
• Stimulerende omgeving:
▪ Oriënterende respons defensieve
respons
▪ Rijk aan prikkels net even anders zijn
• Ruiken en proeven:
▪ Jonge baby’s voorkeur voor:
o Zoete geuren en zoete vloeistoffen
▪ Geurvermogen voor vinden moederborst
• Voelen:
▪ Jonge baby’s vertonen emoties bij
voelen warmte, kou, pijn en druk
▪ Reflexen als bewijs
▪ Mond is het tastorgaan
Ontwikkelingspsychologie Julie May 2
, De seksuele ontwikkeling
• Volgens Freud: orale fase • Anale fase (Freud) • Fallische fase (Freud)
• Baby voelt zich prettig door: • Sekse-identiteit ontwikkelt • Interesse in zwangerschap en geboorte
▪ Bevrediging van directe behoeften • Verkennen van eigen en andermans • Jongen:
▪ Huidcontact lichaam ▪ Oedipuscomplex: wens naar moeder
▪ Zuigen • Behoefte aan lichamelijk contact => castratieangst
▪ Geur moeder • Meisje:
Geeft gevoel veiligheid, vertrouwen en ▪ Elektracomplex
houden van ▪ penisnijd
• Vanaf 1 jaar: auto-erotisch gedrag
De sociaal-emotionele ontwikkeling
• Natuurlijk aanvoelen en interacties tussen • Ik als zelfstandige eenheid, los van • Gehechtheidsgedrag neemt geleidelijk af
baby en volwassene mijn ouders • Intern werkmodel bepaalt nieuwe
• Experimenten resusaapjes Harlow • Transitionele objecten relatievorming
• Hechting en gehechtheidsgedrag • Conflict zelfstandigheid – • Vriendschappen
▪ Aard en kwaliteit => veilige of onveilige afhankelijkheid • Relatie met ouder is niet hetzelfde als
hechting ▪ Koppigheidsfase => belang van relatie met anderen
▪ Vertrouwen of wantrouwen consequent reageren • Sociale wereld breidt enorm uit
▪ Sensitief responsiviteit => veilige • Nieuwe emoties: schaamte, trots en
gehechtheid jaloezie
• Gehechtheidstheorie volgens Bowlby • Agressie
▪ Hechting
= evolutionair pricipe -> imprinting
= dispositie van het kind om nabijheid te
realiseren
▪ Intern werkmodel
(gehechtheidswerkmodel) => effect op
persoonlijkheid
• Strange situation-test van Ainsworth
(gehechtheidspatroon):
Ontwikkelingspsychologie Julie May 3