Leerplan:
Randvoorwaarden:
- Lestijd.
- Efficiënt bestede lestijd.
- Goed onderwijs.
- Accommodaties met voldoende inrichting.
Overwegingen in het leer en ontwikkelingsproces van kinderen:
- Tempo van leren verschilt.
- Concentrisch leerproces.
- Grote achterstanden zijn binnen het onderwijs niet in te halen.
- Leren in betekenisvolle context.
- Veiligheid en vertrouwen.
- Samen leren.
Vormen van leerhulp:
- Arrangement: kleine wijziging of toevoeging aan het arrangement.
- Aanwijzing: gericht op de uitvoering of accentuering van een bepaalde deelhandeling.
- Overige hulp: hulpverlenen of wijzigen opdracht.
,Alle leerlijnen met bewegingsthema en bewegingsprobleem.
Leerlijn Bewegingsthema Bewegingsprobleem
Balanceren Balanceren Handhaven van evenwicht en herstellen van
evenwichtsverstoringen bij het verplaatsen op een
(in)stabiel vlak.
Rijden Vaart maken op een rijtuig om in balans vaart te
behouden.
Glijden Vaart maken op een glijvlak om in balans vaart te
behouden.
Acrobatiek In balans uitvoeren van een beweging of pose i.s.m. een
ander of anderen.
Klimmen Klauteren Handhaven van voldoende grip met de handen en steun
met de voeten om te verplaatsen over klautervlakken.
Touwklimmen Handhaven van voldoende grip en creëren van
steunpunten voor de voeten in één of meerdere touwen
om te verplaatsen.
Zwaaien Schommelen Meebewegen in zit of stand op een schommeltoestel om
de zwaai te vergroten of te onderhouden.
Hangend zwaaien Meebewegen aan een zwaaiend toestel om de zwaai te
vergroten of te onderhouden.
Steunend zwaaien Komen tot steun op een zwaaiend toestel om de zwaai te
vergroten of te onderhouden.
Over de kop Over de kop gaan Inzetten van rotatie tot over de kop gaan en tijdig deze
gaan rotatie weer afremmen.
Springen Vrije sprongen Afzetten om lang in de lucht te zweven.
Steunspringen Afzetten om lang te zweven voor en/of na de
handenplaatsing op een steunvlak.
Loopspringen Passeren van een hindernis en gelijkmatig door kunnen
lopen of springen na de hindernis.
Touwtjespringen Afzetten om in herhaling in of over een ronddraaiend
touw te springen.
Ver- en Afzetten om een zo groot mogelijke afstand of hoogte te
hoogspringen overbruggen.
Hardlopen Hardlopen Lopen om zo snel mogelijk ergens te komen.
Mikken Wegspelen Wegspelen van een speelvoorwerp om dit zo hard en/of
ver mogelijk weg te krijgen.
Mikken Wegspelen van een speelvoorwerp om dit zo precies
mogelijk in of tegen een mikdoel te krijgen.
Jongleren Werpen en vangen Wegspelen van een speelvoorwerp zodat dit gevangen
kan worden.
Soleren Een speelvoorwerp tikkend in beweging houden.
Retourneren Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp
samen met een medespeler.
Doelspelen Keeperspelen Met een bal een tegenstander (keeper) passeren om een
doel te raken, terwijl de tegenspeler probeert de bal te
, onderscheppen om het doel te verdedigen.
Lummelspelen Met een bal een tegenstander (lummel) passeren om
een medespeler te bereiken, terwijl de tegenstander
probeert de bal te onderscheppen om zelf in balbezit te
komen.
Aangepaste Met een bal een tegenstander (verdediger) passeren om
sportspelen zichzelf of een medespeler in scoringspositie te brengen,
terwijl de tegenspelers proberen de bal te
onderscheppen en een doelpoging proberen te
voorkomen.
Tikspelen Tikspelen Bedreigen van een loper door deze te willen tikker,
terwijl de loper probeert het tikken te voorkomen.
Afgooispelen Bedreigen van een loper door deze af te willen gooien,
terwijl de loper probeert het afgooien te voorkomen.
Honkloopspelen Bedreigen van de loper door deze met de bal in de hand
uit te tikken of uit te branden op een honk, terwijl de
loper probeert het uittikken of –branden te voorkomen.
Stoeispelen Stoeispelen Duwen of trekken aan een tegenstander om deze uit
balans te brengen terwijl deze probeert deze
balansverstoringen te voorkomen.
Bewegen op Bewegen n.a.v. het Aanpassen van het tempo en ritme van het bewegen aan
muziek tempo van de het tempo en ritme van de maat.
muziek
Bewegen n.a.v. de Aanpassen van het moment van inzetten, stoppen en
frasering in de veranderen van richting van bewegen aan de frasering in
muziek de muziek.
Een dans uitvoeren Uitvoeren van verschillende bewegingspatronen op de
op muziek muziek.
Specifieke leerlijnen spel met bewegingsthema en spelactiviteiten: