SAMENVATTING BIOCHEMIE 1
2021-2022
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
1. Coënzymen 3-6
2. Overzicht van het metabolisme 7
3. Glycolyse 8-12
4. Citroenzuurcyclus / krebs cyclus 13-17
5. Oxidatieve fosforylering 18-22
6. Β-oxidatie 23-29
7. Proteïnen metabolisme 30-34
8. Nucleotide metabolisme 35-39
9. Bijkomende wegen van sacchariden 40-49
10. Signaaltransductie en regeling metabole wegen 50-70
1
,Inleiding
- Enzymen zijn katalysatoren die in vivo veel kunnen wijzigen.
- Enzymen zijn altijd eiwitten.
- Katabolisme is de afbraak van organische moleculen (voedsel).
- Anabolisme is de aanmaak/synthese van celmateriaal > weefsels en organen opbouwen en
onderhouden.
- Anabolica is om spiermasse te kweken.
- De afbraak van voedsel zal altijd in meerdere stappen gebeuren > controleerbaar, regelbaar
en haalbaar.
- Er zitten wetten achter het afbreken van moleculen
Sacchariden: glycolyse (afbraak) ↔ gluconeogenese (aanmaak)
Lipiden: β-oxidatie (afbraak)
Citroenzuurcyclus / krebs cyclus (afbraak)
Oxidatieve fosforylering (afbraak)
Nucleïnezuren: synthese heterocyclische basen en suikers (aanmaak)
2
, 1. Coënzymen
Belangrijke figuren bij hoofdstuk 1: coënzymen
1.1
1.2
1.3 Tekenen
1.6
1.8 Tekenen
1.9
1.10
1.12
1.14
1.15
1.16
1.17
1.18
1.20
1.21
Coënzymen komen uit 2 bronnen:
- Metabolieten = eigen synthese (stofwisseling)
- Derivaten wateroplosbare vitaminen (voeding)
Te kennen metabolieten:
- Adenosinetrifosfaat (ATP)
- S-adenosylmethionine
- Uridine difosfaat glucose
- Lipoamide
- Ubiquinone (Q)
- Heemgroep
ATP
Levert reactie Pi voor fosforylatie via kinase (soms PPi) in het actief centrum.
ATP is een coënzyme en een energiedrager.
ATP is een heterocyclische base van een purine.
Activatie substraat via kinase = fosforylatie.
ATP + substraat → ADP + substraat-P
Strategie fosforylatie:
- Voorbereiding via kinase (∆G>0).
- Volgende stap (∆G<<0) = spontaan.
- Investering met hoog rendement .
S-adenosyl-methionine
Niet te kennen.
Functie: reactieve CH3 bij methylatie (synthese nucleotiden).
3
2021-2022
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
1. Coënzymen 3-6
2. Overzicht van het metabolisme 7
3. Glycolyse 8-12
4. Citroenzuurcyclus / krebs cyclus 13-17
5. Oxidatieve fosforylering 18-22
6. Β-oxidatie 23-29
7. Proteïnen metabolisme 30-34
8. Nucleotide metabolisme 35-39
9. Bijkomende wegen van sacchariden 40-49
10. Signaaltransductie en regeling metabole wegen 50-70
1
,Inleiding
- Enzymen zijn katalysatoren die in vivo veel kunnen wijzigen.
- Enzymen zijn altijd eiwitten.
- Katabolisme is de afbraak van organische moleculen (voedsel).
- Anabolisme is de aanmaak/synthese van celmateriaal > weefsels en organen opbouwen en
onderhouden.
- Anabolica is om spiermasse te kweken.
- De afbraak van voedsel zal altijd in meerdere stappen gebeuren > controleerbaar, regelbaar
en haalbaar.
- Er zitten wetten achter het afbreken van moleculen
Sacchariden: glycolyse (afbraak) ↔ gluconeogenese (aanmaak)
Lipiden: β-oxidatie (afbraak)
Citroenzuurcyclus / krebs cyclus (afbraak)
Oxidatieve fosforylering (afbraak)
Nucleïnezuren: synthese heterocyclische basen en suikers (aanmaak)
2
, 1. Coënzymen
Belangrijke figuren bij hoofdstuk 1: coënzymen
1.1
1.2
1.3 Tekenen
1.6
1.8 Tekenen
1.9
1.10
1.12
1.14
1.15
1.16
1.17
1.18
1.20
1.21
Coënzymen komen uit 2 bronnen:
- Metabolieten = eigen synthese (stofwisseling)
- Derivaten wateroplosbare vitaminen (voeding)
Te kennen metabolieten:
- Adenosinetrifosfaat (ATP)
- S-adenosylmethionine
- Uridine difosfaat glucose
- Lipoamide
- Ubiquinone (Q)
- Heemgroep
ATP
Levert reactie Pi voor fosforylatie via kinase (soms PPi) in het actief centrum.
ATP is een coënzyme en een energiedrager.
ATP is een heterocyclische base van een purine.
Activatie substraat via kinase = fosforylatie.
ATP + substraat → ADP + substraat-P
Strategie fosforylatie:
- Voorbereiding via kinase (∆G>0).
- Volgende stap (∆G<<0) = spontaan.
- Investering met hoog rendement .
S-adenosyl-methionine
Niet te kennen.
Functie: reactieve CH3 bij methylatie (synthese nucleotiden).
3