Samenvatting Methodologie neuro

METHODOLOGIE NEURO
Aandacht voor psychosociale factoren tijdens de behandeling van een radiculopathie zijn niet
belangrijk omdat het een klinisch patroon is die in sterke mate wordt bepaald door een stoornis in
structuur en functie?

a.Pijnmechanismen
- VRAAG: Van zodra neurogene structuren betrokken zijn bij klachten van het
bewegingsapparaat is het dominante pijnmechanisme neuropatische pijn.
o Ja
o Nee
o Geen idee
(vaak nociceptief inflammatoir dominant)
- Definitie van pijn
o ‘Pijn is een onplezierige sensorische & emotionele ervaring geassocieerd met, of
gelijkend op, actuele of potentiële weefselschade’.
o ‘Pijn is een bewuste ervaring dat ons motiveert om iets te doen om de weefsels te
beschermen waarvan het brein waarneemt dat ze bedreigd worden’.

bio-psycho-sociaal

- Filmpje kind met normaal kruipgedrag / abnormaal kruipgedrag
o Abnormaal kruipgedrag kwam door knop op broek waardoor het kindje die plaats
probeerde te ontlasten (blauwe plek = pijn)
zijn er herstel bevorderende of belemmerende factoren?


a.1. Zenuwweefsel als een bron van symptomen




1

,a.1.1. Fysiologische zenuwpijn
= een protectief mechanisme om een persoon te waarschuwen dat de mechanische of
vasculaire integriteit van de zenuw in gevaar zijn.

- Fysiologische pijn  nociceptief  high threshold stimulus 
o Mechanisch
bv. neurodynamische test voor tensie (SLR – N. ischiadicus), als je deze ver genoeg
uitvoert voelt 99% van de mensen pijn = normale pijn, niet neurogeen.
o Ischemisch
bv. te lang op het toilet zitten (compressie N. ischiadicus) daarna rechtstaan
(relaese N. ischiadicus)  slapende benen (paresthesiën)

- Vascularisatie van zenuwweefsel
o Zenuwstelsel = 2% van ons lichaamsgewicht
o Maar verbruikt toch 20% van het zuurstof in ons bloed
o Nodig voor het normaal neuraal functioneren
 Impuls conductie
 Axonaal transport

a.1.2. Pathologische zenuwpijn
- Vaak een mengbeeld van een nociceptief & neuropatisch beeld
o Nociceptief inflammatoire pijn = pijn die ontstaat door actuele schade aan niet-
neuraal weefsel en het gevolg is van de activatie van
nociceptoren
o Neuropatische pijn = pijn veroorzaakt door een letsel of een ziekte van het
somatosensorieel zenuwsysteem (thv axonen zelf)

- Pathologische pijn  nociceptief/neuropatisch  low threshold stimulus
o Mechanisch
Reeds op 30° SLR al tensie op N. ischiadicus aangedane zijde  mechanische
allodynie (= pijnperceptie op glijden zenuw)
o Ischemisch
Na lang (2min) rechtstaan: neurogene claudicatio  zitten, vooroverbuigen helpt
om de claudicatio te stoppen


a.2. Doel van het identificeren van het dominante
pijnmechanisme?
- Het zal een meer rationele leidraad zijn voor behandeling dan de gebruikelijk classificatie
volgens de onderliggende ziekte

b.Pathofysiologie van zenuwletsels
- VRAAG: een neuropathie resulteert sowieso in walleriaanse degeneratie
o Ja
o Nee
o Geen idee
- De pathofysiologie van zenuwletsels is compressie en/of inflammatie (ex!!)
- De hoeveelheid neuropathie is rechtevenredig met de grootte van het zenuwletsel (ex!!)

2

, (neuropathie = een verstoring van de functie of pathologische verandering in een zenuw)
klein letsel = kleine neuropathie / groot letsel = grote neuropathie

b.1. Dieren modellen
- Mechanismen van wortelbeschadiging die kunnen leiden tot symptomen (L. Gifford)
o COMPRESSIE:
 Thv zenuwwortel  voldoende compressie nodig (mechanosensitief
antwoord)
LIGATION MODEL
 Thv spinaal dorsaal ganglion  weinig compressie nodig (mechanosensitief
antwoord)
 Thv vasculaire structuren  milde compressie nodig (ischemo-sensitief
antwoord)
CCI/MPNC MODEL
o INFLAMMATIE:
 Inflammatoir milieu in de buurt van zenuwweefsel zonder directe druk
NEURITIS MODEL




b.1.1. Inflammatie
c. Neuritis model (kleinste laesie)
- Artikel: ‘Nucleus pulposus materiaal vanuit de discus die men in de buurt van zenuwweefsel
brengt zonder dat er compressie is en men gaat kijken naar het verband met de
bloeddoorstroming & conductiesnelheid van de motorische zenuwvezels’
- Onderzoek gebeurde op een hond:
o ‘Sham’ groep = Laminectomie
o ‘Disc incision’ groep = Incisie thv discus
(waardoor er wat materiaal naar buiten kwam,
maar veroorzaakte geen directe compressie op
de zenuwwortel)



3