DEEL 1: GRAMMATICA
I. Lidwoord en zelfstandig naamwoord
1. Begeleidende woorden en uitgangen
Zelfstandige naamwoorden:
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
Der Die Das Die
Begeleidend woord toont geslacht, naamval en enkelvoud/meervoud door wisselende
uitgang: in deze kader wordt de nominatieve vorm gegeven = basisvorm:
Deze 2 groepen zijn vanbuiten te leren:
Groep 1: uitgang:
o Mannelijk: -ER
o Vrouwelijk: -E
, o Onzijdig: -ES
o Meervoud: -E
Groep 2: uitgang
o Mannelijk: NIKS
o Vrouwelijk: -E
o Onzijdig: NIKS
o Meervoud: -E
OPMERKINGEN:
(*) In combinatie met een ander begeleidend woord krijgt ALL geen uitgang in het
enkelvoud
(**) BEIDE heeft geen enkelvoudsvormen
Hier is een voorbeeld van de andere uitgangsvormen:
Hier ziet men dat naargelang je in welke groep zit, er ook een andere uitgang is voor de
andere vormen (accusatief, datief, genitief). De regel wordt dus:
GROEP 2
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
Nominatief ER E (DIE) ES (DAS) E (DIE)
Accusatief EN E (DIE) ES (DAS) E (DIE)
, Datief EM ER EM EN
Genitief ES ER ES ER
GROEP 2
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
Nominatief / E / E
Accusatief EN E / E
Datief EM ER EM EN
Genitief ES ER ES ER
OPMERKINGEN:
Bij EUER verandert de stam wanneer er een uitgang -E achter de -R komt (euer/ eure)
Bij groep 2: als er geen zelfstandig naamwoord achter het woord in groep 2 staat, dan
moet je nog steeds de uitgangen respecteren.
o Vb: Mein Haus ist schöner als deines
2. Het woordgeslacht
a. Taaleigen woorden:
= veel gelijkenissen voor het woordgeslacht
Regels:
Twee manieren om het geslacht van taaleigen woorden te bepalen:
o “Dialectregel” (eenvoudig)
STAP 1: Kan ik er ‘HET’ voor zetten? = DAS
Vb: het huis: das Haus
STAP 2: Kan ik er ‘NE/NEN/DIEJE/DIEJEN’ = DER
Vb: ne stoel: der Stuhl
, STAP 3: Als geen van bovengaande stappen een resultaat oplevert = DIE
Vb: de deur: die Tür
OPMERKINGEN:
Deze hoofdregel geldt voor de woordvormen, niet voor de betekenis
Bij samenstellingen is het geslacht van het laatste woord bepalend voor
het geslacht van de samenstelling.
Bij afkortingen is het woord waarnaar de laatste letter van de afkorting
verwijst, bepalend voor het geslacht van de afkorting.
Gesubstantiveerde infinitieven zijn (net zoals in het Nederlands) altijd
onzijdig: das Unternehmen, das Schreiben, das Treffen etc.
Andere regels hebben voorrang op deze “dialectregel”.
o Op basis van kenmerken van vorm en betekenis (wat complexer)
MANNELIJK VROUWELIJK ONZIJDIG
BETEKENI Seizoenen Cijfers Letters
S Maanden Boom- en Namen van
Dagen plantensoorten continenten, regio’s,
Windrichting Germaanse rivieren staten en steden
Gebergtes Muziekinstrumenten Metalen en
Namen van alcoholische Moto’s elementen
dranken Vliegtuigen Namen van hotels en
(veld)vruchten Ruimteveren horecagelegenheden
Muntsoorten Schepen
Automerken
Apparaten en gereedschap
Steensoorten
VORM Werkwoordstammen Woorden met de Verzamelbegrippen
Woorden met de uitgang -IG, uitgangen -E, -EI, - met voorvoegsel -GE
-ICH, -ING UNG, - HEIT, -KEIT, - en uitgang -E
Persoons/beroepscategorieën SCHAFT, -SCHRIFT, - Verkleinwoorden op -