_______________________________________________________________________________________________
STOFWISSELING ≠ STOFUITWISSELING !!!
Uitwisselen van stoffen noodzakelijk tussen inhoud en omgeving van de cel (bv: afvalstoffen, O2, CO2)
Twee problemen:
- spontaan transport volgens concentratiegradiënt (=> concentratie stoffen in opl. is niet overal =)
~ hoge concentratie naar lage concentratie
→ ook transport tegen concentratiegradiënt nodig
- kleine stoffen kunnen doorheen de dubbele fosfolipidenlaag
→ ook grote moleculen moeten getransporteerd worden
Verschillende transportmethodes:
- PASSIEF transport
~ Met concentratiegradiënt mee
~ Cel investeert GEEN ENERGIE
- ACTIEF transport
~ Tegen concentratiegradiënt in
~ Transport grote deeltjes
~ Cel investeert WEL ENERGIE
2 Passief transport
_______________________________________________________________________________________________
= stoffen worden verplaatst zonder investering van energie, met de concentratiegradiënt mee
Diffusie: verplaatsing van een opgeloste stof van een hoge naar een lage concentratie tot de
concentratie gelijk is.
Osmose: verplaatsing van water doorheen een semipermeabel membraan
Geleidende diffusie: verplaatsing van moleculen en ionen via transportproteïnen in de membranen
2.1 Diffusie
1. Wat is diffusie?
= fysisch proces waarbij opgeloste stoffen zich verplaatsen in een vloeistof of een gas als gevolg
van een lading- of concentratieverschil
door permeabel membraan
Ladingsverschillen → verplaatsing van ionen tot de lading aan beide zijden van het membraan gelijk is.
, = verplaatsing van een opgeloste stof van een hoge naar een lage concentratie tot de concentratie
gelijk is
- OPMERKING: verplaatsing opgeloste stof stopt niet wanneer concentratie gelijk is
- Semipermeabel membraan: transport mogelijk als poriën groot genoeg zijn voor (opgeloste) stof
Experimenten bekijken in notities!
2. Factoren die diffusiesnelheid beïnvloeden
Temperatuur: stijgt → deeltjes bewegen sneller = recht evenredig
Grootte vd opgeloste deeltjes: groter → meer moeite, trager = omgekeerd evenredig
Viscositeit vloeistof: hoe dichter oplosmiddel, hoe trager deeltjes bewegen = omgekeerd evenredig
Concentratiegradiënt: groter → sneller = recht evenredig
Ladingsverdeling vd opgeloste deeltjes = recht evenredig
Grootte vh diffusieoppervlak = recht evenredig
3. Voorbeelden van diffusie bij organismen
Gasuitwisseling ter hoogte van longblaasjes, in de placenta, vd kieuwen bij vissen, vd huidmondjes bij
bladeren