Feiten Objectieve gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in
werkelijkheid hebben plaatsgevonden
Systeem Samenstel van individuen met ieder zijn eigen Gkenmerken, die in
bepaalde samenhangende relatie tot elkaar staan en georganiseerd zijn
voor duurzame periode met gemeenschappelijke doelstellingen
Wijst op eenheid, opgebouwd uit deelverzamelingen. Gaat niet alleen om
de delen op zich, ook niet alleen om geheel, maar om betrekkingen tussen
dit alles
Geïsoleerd systeem Geheel afgesloten van omgeving: kan geen materie of warmte in/uit
Gesloten systeem Geen of beperkte uitwisseling met omgeving
Open systeem Kan materie en energie met omgeving uitwisselen, constante input en
output van info (maakt hen soms bijzonder complex)
Gezinsniche Gezamenlijk gedeelde leefwereld. Extern: de concrete materiële
leefomgeving waarbinnen gezin woont. Staat symbool voor en is materiële
uiting van interne gezinswereld. Intern: interne constructurensysteem van
gezin. Geheel van waarden, ideeën, doelstellingen en spelregels van
samenleven die gezinsleden delen met elkaar
Equifinaliteit Éénzelfde begintoestand kan leiden tot verschillende resultaten –
verschillende begintoestanden kunnen leiden tot éénzelfde resultaat
Interactiepatroon Wanneer iets gebeurt en er volgt telkens bepaalde reactie op
Gezinsstructuur Geheel van interactiepatronen tussen subsystemen van systeem
Intergenerationele Grens tussen generaties, tussen ouder- en kindersubsysteem
grens
Alliantie 2 of meerdere leden van systeem grenzen zich af (samenwerking)
Coalitie Extra element bovenop alliantie: ‘tegen’ de andere, de andere
buitensluiten (moet door iedereen aangevoeld worden)
Hiërarchie Verschil in verantwoordelijkheden en macht in systeem
Pathologische triade Wanneer samengewerkt wordt met iemand die hiërarchisch hoger staat
en iemand lager, tegen andere hogere in rang
Triangulatie Interactiepatroon waarbij persoon verplicht wordt om partij te kiezen voor
een of 2 andere leden
Participatie Ene (sub)systeem heeft inspraak in ander (sub)systeem en voert hiervoor
ook taken uit
Parentificatie Persoon uit systeem gaat naar een boven geplaatst systeem en voert
taken uit die bij dit hoger systeem past
Territorialiteit Natuurlijke neiging om bepaald gebied dat iemand als zijn bezit
beschouwd te verdedigen tegen indringers
Privédomein Gebied dat iemand afbakent om zijn privacy en veiligheid te verzekeren
Persoonlijke ruimte Ruimte die iemand onmiddellijk omgeeft (verborgen dimensie)
Psychologische Geheel aandacht van groep, totale invloed die ieder lid uitoefent op
ruimte gedachten en gevoelens van andere aanwezigen
Het actieterrein Gebied waarbinnen men actief is en controle tracht uit te oefenen,
beslissingen te nemen, zijn deskundigheid aan te wenden en
1
werkelijkheid hebben plaatsgevonden
Systeem Samenstel van individuen met ieder zijn eigen Gkenmerken, die in
bepaalde samenhangende relatie tot elkaar staan en georganiseerd zijn
voor duurzame periode met gemeenschappelijke doelstellingen
Wijst op eenheid, opgebouwd uit deelverzamelingen. Gaat niet alleen om
de delen op zich, ook niet alleen om geheel, maar om betrekkingen tussen
dit alles
Geïsoleerd systeem Geheel afgesloten van omgeving: kan geen materie of warmte in/uit
Gesloten systeem Geen of beperkte uitwisseling met omgeving
Open systeem Kan materie en energie met omgeving uitwisselen, constante input en
output van info (maakt hen soms bijzonder complex)
Gezinsniche Gezamenlijk gedeelde leefwereld. Extern: de concrete materiële
leefomgeving waarbinnen gezin woont. Staat symbool voor en is materiële
uiting van interne gezinswereld. Intern: interne constructurensysteem van
gezin. Geheel van waarden, ideeën, doelstellingen en spelregels van
samenleven die gezinsleden delen met elkaar
Equifinaliteit Éénzelfde begintoestand kan leiden tot verschillende resultaten –
verschillende begintoestanden kunnen leiden tot éénzelfde resultaat
Interactiepatroon Wanneer iets gebeurt en er volgt telkens bepaalde reactie op
Gezinsstructuur Geheel van interactiepatronen tussen subsystemen van systeem
Intergenerationele Grens tussen generaties, tussen ouder- en kindersubsysteem
grens
Alliantie 2 of meerdere leden van systeem grenzen zich af (samenwerking)
Coalitie Extra element bovenop alliantie: ‘tegen’ de andere, de andere
buitensluiten (moet door iedereen aangevoeld worden)
Hiërarchie Verschil in verantwoordelijkheden en macht in systeem
Pathologische triade Wanneer samengewerkt wordt met iemand die hiërarchisch hoger staat
en iemand lager, tegen andere hogere in rang
Triangulatie Interactiepatroon waarbij persoon verplicht wordt om partij te kiezen voor
een of 2 andere leden
Participatie Ene (sub)systeem heeft inspraak in ander (sub)systeem en voert hiervoor
ook taken uit
Parentificatie Persoon uit systeem gaat naar een boven geplaatst systeem en voert
taken uit die bij dit hoger systeem past
Territorialiteit Natuurlijke neiging om bepaald gebied dat iemand als zijn bezit
beschouwd te verdedigen tegen indringers
Privédomein Gebied dat iemand afbakent om zijn privacy en veiligheid te verzekeren
Persoonlijke ruimte Ruimte die iemand onmiddellijk omgeeft (verborgen dimensie)
Psychologische Geheel aandacht van groep, totale invloed die ieder lid uitoefent op
ruimte gedachten en gevoelens van andere aanwezigen
Het actieterrein Gebied waarbinnen men actief is en controle tracht uit te oefenen,
beslissingen te nemen, zijn deskundigheid aan te wenden en
1