THEMA 4 ELEKTRISCHE STROOM
1) ELEKTRISCHE STROOM
● Als een lading zich verplaatst onder invloed van een elektrisch veld, spreken we van
elektrische stroom
→ Lading kan zich verplaatsen in geleiders
1.1) ELEKTRISCHE KRING
● een elektrische kring (A) bevat een spanningsbron en is via een aaneenschakeling
van geleiders open of gesloten
● een elektrisch schema (B) is een voorstelling van de kring mbv symbolen
→ spanning over de geleiders in een gesloten kring veroorzaakt stroom door de geleiders.
1.2) VERPLAATSING VAN VRIJE LADINGEN
● in een geleider bevinden zich vrije elektronen
● onder invloed van een elektrisch veld gaan de vrije elektronen die zich normaal
willekeurig verplaatsen, zich netto in dezelfde richting en zin verplaatsen
⇒ elektrische stroom
● elektrische stroom is een nettoverplaatsing van ladingen in een bepaalde richting en
zin
1.3. STROOMSTERKTE
● de elektrische stroomsterkte I is gelijk aan de hoeveelheid lading die zich per
tijdseenheid door de doorsnede van een geleider verplaatst
● I= (|ΔQ|)/Δt (de stroomsterkte is positief)
● I = elektrische stroomsterkte in Ampère (A),
● ΔQ = hoeveelheid lading in Coulomb (C),
● Δt = tijdsverloop in seconden (s)
1
, ● de conventionele stroomzin (gaat van + naar -)
= de verplaatsing van negatieve ladingen wordt beschouwd als een verplaatsing van
een hoeveelheid positieve lading in tegengestelde zin.
● conventionele stroomzin ⬄ werkelijke stroomzin
1.4) LADINGSCAPACITEIT VAN EEN BATTERIJ
= hoelang deze meegaat
Batterijen kunnen niet een onbeperkte hoeveelheid stroom en energie leveren. Dit wordt
weergegeven door ladingscapaciteit |ΔQmax| in mAh. = |∆Qmax |= I∙∆tmax
Hoeveelhe 1 ampère seconde 1 A*s 1 A*s = 1C
id lading Q
1 ampère-uur 1 A*h 1 A *h = 3600 A*S = 3600 C
1 milliampère-uur 1 mA*h 1 mA*h = 3,6 C
1.5) STROOM OP ATOMAIRE SCHAAL
● Door een spanning U tussen P1 en P2 van een geleider, gaat er een stroom door de
geleider.
● de driftsnelheid van is de gemiddelde snelheid waarmee de elektronen zich in een
geleider verplaatsen volgens de richting van de geleider (in tegengestelde zin van I).
→ Deze snelheid is veel kleiner (~ 1010 keer!) dan de werkelijke snelheid van de elektronen
tussen twee botsingen.
1.6) STROOMMETER
→ ampèremeter *DC = gelijkstroom, AC = wisselstroom
● neg = zwart
● pos = rood
2
1) ELEKTRISCHE STROOM
● Als een lading zich verplaatst onder invloed van een elektrisch veld, spreken we van
elektrische stroom
→ Lading kan zich verplaatsen in geleiders
1.1) ELEKTRISCHE KRING
● een elektrische kring (A) bevat een spanningsbron en is via een aaneenschakeling
van geleiders open of gesloten
● een elektrisch schema (B) is een voorstelling van de kring mbv symbolen
→ spanning over de geleiders in een gesloten kring veroorzaakt stroom door de geleiders.
1.2) VERPLAATSING VAN VRIJE LADINGEN
● in een geleider bevinden zich vrije elektronen
● onder invloed van een elektrisch veld gaan de vrije elektronen die zich normaal
willekeurig verplaatsen, zich netto in dezelfde richting en zin verplaatsen
⇒ elektrische stroom
● elektrische stroom is een nettoverplaatsing van ladingen in een bepaalde richting en
zin
1.3. STROOMSTERKTE
● de elektrische stroomsterkte I is gelijk aan de hoeveelheid lading die zich per
tijdseenheid door de doorsnede van een geleider verplaatst
● I= (|ΔQ|)/Δt (de stroomsterkte is positief)
● I = elektrische stroomsterkte in Ampère (A),
● ΔQ = hoeveelheid lading in Coulomb (C),
● Δt = tijdsverloop in seconden (s)
1
, ● de conventionele stroomzin (gaat van + naar -)
= de verplaatsing van negatieve ladingen wordt beschouwd als een verplaatsing van
een hoeveelheid positieve lading in tegengestelde zin.
● conventionele stroomzin ⬄ werkelijke stroomzin
1.4) LADINGSCAPACITEIT VAN EEN BATTERIJ
= hoelang deze meegaat
Batterijen kunnen niet een onbeperkte hoeveelheid stroom en energie leveren. Dit wordt
weergegeven door ladingscapaciteit |ΔQmax| in mAh. = |∆Qmax |= I∙∆tmax
Hoeveelhe 1 ampère seconde 1 A*s 1 A*s = 1C
id lading Q
1 ampère-uur 1 A*h 1 A *h = 3600 A*S = 3600 C
1 milliampère-uur 1 mA*h 1 mA*h = 3,6 C
1.5) STROOM OP ATOMAIRE SCHAAL
● Door een spanning U tussen P1 en P2 van een geleider, gaat er een stroom door de
geleider.
● de driftsnelheid van is de gemiddelde snelheid waarmee de elektronen zich in een
geleider verplaatsen volgens de richting van de geleider (in tegengestelde zin van I).
→ Deze snelheid is veel kleiner (~ 1010 keer!) dan de werkelijke snelheid van de elektronen
tussen twee botsingen.
1.6) STROOMMETER
→ ampèremeter *DC = gelijkstroom, AC = wisselstroom
● neg = zwart
● pos = rood
2