Samenvatting Vastgoedbeheer5 Stouffs

Stouffs


VASTGOEDBEHEER
INHOUD

Table of Contents
Inhoud.........................................................................................................................................1
Hydraulische lift..................................................................................................................3
KAbellift of tractielift...........................................................................................................3
KAbellift zonder machinekamer..........................................................................................4
Trommellift..........................................................................................................................5
Spindelliften en tandheugelliften........................................................................................5
Vacuümlift...........................................................................................................................5
Paternosterlift.....................................................................................................................6
Lift zonder put.....................................................................................................................6
Aansprakelijkheid................................................................................................................7
KB ‘Liften’............................................................................................................................7
Uitzonderlijke opstelling...................................................................................................27

,Stouffs




1) LIFTEN
= Een verticaal transportmiddel voor mensen en goederen
 De lift zit via een kabel en katrol gekoppeld aan een contragewicht
 Werd al gebruikt bij de Romeinen.

1852: Bouwde Elisha Otis de eerste lift met veiligheidsinrichting
1854: Demonstratie van Otis zelf in de lift
2004: Taipei 101 van een hoogte van 508m -> snelheid van 60,6km/h -> 37s
2010: Burj Khalifa een gebouw van 828m hoog in dubai -> snelheid van 64,8km/h
2016: Gebouw in China -> snelheid van 71,9 km/h


1. VEILIGHEID
Elke lift is immers onderworpen aan controle, ook particuliere liften.

Naar aanleiding van de EN 81-70 met betrekking tot liften werd in België het KB van 9 maart
2003 betreffende de veiligheid van liften opgesteld die deze norm volgt.
Het KB legt 2 zaken op:
 De voorwaarden voor dagelijkse uitbating van de lift
 Tienjaarlijkse modernisatie


1. LIFTAANDRIJVING
Een lift wordt aangedreven door een motor. Een driefasige spanning is noodzakelijk voor het
aandrijven van de motor. Het type motor heeft een sterke invloed op het comfort van de lift.
Bij het starten van de lift(motor) is er zoals bij een gewone motor een piekstroom die vooral
bij vroegere modellen hoog kan oplopen en waar de elektrische installatie dan ook rekening
mee moet houden. De nieuwe generatie liften hebben dit probleem veel minder.

,Stouffs




2. SOORTEN LIFTEN
Er bestaan verschillende manieren om de kooi langs de leiders te verplaatsen. Globaal kan
onderscheid gemaakt worden tussen:
 Tractieliften
 Hydraulische liften
 Trommelliften
 Spindelliften
 Tandheugelliften
 Vacuümliften




HYDRAULISCHE LIFT
Een hydraulische lift heeft een cabine die met een hydraulische cilinder wordt opgetild. De
cilinder kan onder of naast de kooi geplaatst zijn.




KABELLIFT OF TRACTIELIFT

, Stouffs

De cabine hangt aan een kabel/riem en katrol, gekoppeld aan een contragewicht. Deze liften
zijn het meest voorkomend. Ze hebben een liftput onderaan en een machinekamer
bovenaan (deze steken vaak boven het dak uit).




KABELLIFT ZONDER MACHINEKAMER
De motor hangt bij aan de liftkooi. Voordelen van een lift zonder machinekamer zijn vooral:
 Geen esthetische problemen in het dak
 Beter verzoenbaar met bouwvoorschriften
 Meer plaats op de bovenste verdieping (als lift stopt op de voorlaatste verdieping).

Er zijn echter ook nadelen aan verbonden, zoals:
 Meer vatbaar voor panne
 Moeilijker te onderhouden
 Duurder
 Onderhevig aan meer slijtage
 Veiligheid van Installateurs, controleurs en onderhoudsmensen vermindert.

1 = machine
2 = schakelpaneel met frequentieregeling
3 = snelheidsbegrenzer
4 = gecoate stalen riemen
5 = frequentie geregelde deuraandrijving
6 = nood- en inspectiebediening
7 = lift parameter controle systeem

Kooi: Deel van de lift waar de mensen inzitten
Ontgrendelingszone: Waar men de lift in en uit stapt
Zweefkabel: Kabel die aan de lift hangt en zorgt voor
elektriciteitsaanvoer en elektronica die nodig is in de lift