Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Literatuur Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming ()

Vendu
46
Pages
51
Publié le
25-10-2021
Écrit en
2021/2022

In dit document is alle literatuur samengevat die tentamenstof is voor het vak Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming (). Dit vak wordt gegeven in de minor Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming én de minor Orthopedagogiek aan de Universiteit Utrecht (blok 1). Op de eerste pagina's van het document staat aangegeven welke artikelen en hoofdstukken van het boek van Ido Weijers (Jeugdcriminologie: Achtergronden van jeugdcriminaliteit) zijn samengevat. De samenvatting is volledig in het Nederlands.

Montrer plus Lire moins
Établissement
Cours











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Non
Quels chapitres sont résumés ?
Hoofdstuk 1-3, 5, 7-12, 14-15, 18-19, 21, 24-25
Publié le
25 octobre 2021
Nombre de pages
51
Écrit en
2021/2022
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

LITERATUUR
– Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming –

In dit document is alle literatuur (artikelen en hoofdstukken uit het boek van Weijers) samen-
gevat die tentamenstof is voor het vak Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming (200600036).
Dit vak wordt gegeven in de minor Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming én de minor Ortho-
pedagogiek aan de Universiteit Utrecht (blok 1). De samenvatting is volledig in het Nederlands.

Inhoud
Weijers, I., (Red.) (2020). Jeugdcriminologie: achtergronden van jeugdcriminaliteit. Den
Haag: Boom Juridische uitgevers. ISBN 9789462369375, 3 e druk........................................... 2
HOOFDSTUK 1 Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek...................................... 2
HOOFDSTUK 2 Een historisch perspectief op jeugdcriminaliteit .......................................... 4
HOOFDSTUK 3 Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de eenentwintigste
eeuw........................................................................................................................................ 5
HOOFDSTUK 5 Wetenschappelijk perspectieven op jeugdcriminaliteit ............................... 6
HOOFDSTUK 7 Adolescentie en delinquentie .....................................................................12
HOOFDSTUK 8 LVB en jeugdcriminaliteit ............................................................................14
HOOFDSTUK 9 Gedragsstoornissen en delinquent gedrag in de adolescentie .................15
HOOFDSTUK 10 Criminele meisjes .....................................................................................17
HOOFDSTUK 11 De rol van het gezin in de ontwikkeling van antisociaal gedrag ..............18
HOOFDSTUK 12 De rol van school bij jeugdcriminaliteit .....................................................20
HOOFDSTUK 14 Vriendschap en criminaliteit bij jongeren .................................................22
HOOFDSTUK 15 De sociaaleconomische context van jeugdcriminaliteit ...........................24
HOOFDSTUK 18 Jeugdgroepen – van rondhangen tot bendevorming ...............................26
HOOFDSTUK 19 Jongeren en geweld: De relatie tussen slachtofferschap, daderschap en
leefstijl ....................................................................................................................................28
HOOFDSTUK 21 Een screenschot van jeugdige daders van cybercrime in Nederland .....29
HOOFDSTUK 24 Jeugdcriminaliteit in Nederland tegenwoordig een
Marokkanenprobleem? ..........................................................................................................32
HOOFDSTUK 25 Oververtegenwoordiging van jongeren met een migratieachtergrond in
de strafrechtketen ..................................................................................................................34
Assink, M., Van der Put, C. E., Hoeve, M., De Vries, S. L. A., Stams, G. J. J. M., & Oort, F. J.
(2015). Risk factors for persistent delinquent behavior among juveniles: A meta-analytic
review. Clinical Psychology Review, 42, 47-61. .......................................................................36
Alink, L., Van IJzendoorn, R., Euser, E., & Bakermans-Kranenburg, M. (2014). Gehechtheid
en Kindermishandeling. In P. Prins, C. Braet (Eds.), Handboek klinische
ontwikkelingspsychologie (pp. 419-438). Bohn Stafleu van Loghum.......................................37
Assink, M., Van der Put, C., Kuiper, K., Mulder, T., & Stams, G.J.J.M. (2016). Risicofactoren
voor kindermishandeling. Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele
mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing. Universiteit van Amsterdam. .............40



1

,Assink, M., Van der Put, C., De Jong, N.M., Meeuwsen, M.W.C.M., Oort, F.J., Stams,
G.J.J.M., & Hoeve, M. (2019). Riskfactors for child sexual abuse victimization: A meta-
analytic review. Psychological Bulletin, 145 (5), 459-489 ........................................................42
Belsky, J. (1980). Child Maltreatment. An Ecological Integration. American
Psychologist, 35 (4), 320-335. ..................................................................................................44
Widom, C.S., Jay, J. (2017). Long‐Term Impact of Childhood Abuse and Neglect on Crime
and Violence. Clinical Psychology Science and Practice, 24, 186-202. ..................................46
Johnson, W. L., Giordano, P. C., Manning, W. D., & Longmore, M. A. (2011). Parent – child
relations and offending during young adulthood. Journal of Youth and Adolescence, 40(7),
786–799. ....................................................................................................................................47
Laan, A.M. van der, Beerthuizen, M.G.C.J., & Boot, N.C. (2021). Ontwikkelingen in de
jeugdcriminaliteit in de eerste twee decennia van deze eeuw, 2000 tot 2020/2021. Justitiële
Verkenningen, 7-10. ..................................................................................................................49
Sorrentino, A., Baldry, A. C., Farrington, D. P., & Blaya, C. (2019). Epidemiology of
Cyberbullying across Europe: Differences between Countries and Genders. Educational
Sciences: Theory & Practice, 19(2), 74-91. http://dx.doi.org/10.12738/estp.2019.2.005 ........49
Van der Put, C., Stams, G.J.J.M., Dekovic, M., Hoeve, M., & Van der Laan, P. (2014).
Etnische verschillen in risicofactoren. Verschillen tussen Nederlandse, Marokkaanse,
Surinaamse, Turkse en Antilliaanse jongeren in risicofactoren voor recidive. Kind en
Adolescent, 35 (2), 70-85. .........................................................................................................50

Weijers, I., (Red.) (2020). Jeugdcriminologie: achtergronden van jeugdcriminaliteit. Den Haag:
Boom Juridische uitgevers. ISBN 9789462369375, 3e druk.

HOOFDSTUK 1 Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
De aandacht voor overlast en criminaliteit van jongeren is de laatste decennia sterk toegeno-
men. Deze aandacht is echter niet alleen maar gericht op de ernstige criminaliteit, maar wordt
samengenomen met spijbelaars en jeugd die overlast veroorzaken. Er is sprake van een bij-
zonder verschijnsel: overal neemt de jeugdcriminaliteit af, maar toch is er in sommige landen
sprake van een algemene, aanhoudende paniekstemming dat het de verkeerde kant opgaat
met de jeugd, veroorzaakt door de media en politiek.

De Nederlandse media vertonen verschillende biases in de berichtgeving over jeugdcrimina-
liteit:
1. Terwijl de geregistreerde jeugdcriminaliteit daalt, neemt de berichtgeving hierover nauwe-
lijks af en bij sommige bronnen zelfs toe.
2. Er wordt disproportioneel veel aandacht besteed aan high impact crimes, zoals straatroof
en geweld terwijl die juist spectaculair zijn afgenomen.
3. De associatie tussen Marokkaanse jeugd en straattereur is doorgedrongen in de bericht-
geving, zelfs in die van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Om over de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit iets te kunnen zeggen, kan men een beroep
doen op verschillende bronnen. Geen van deze bronnen biedt op zichzelf echter voldoende
betrouwbare informatie:
- Politiecijfers of gerechtelijke gegevens van het openbaar ministerie en de rechtbank.
Deze cijfers zeggen weinig over de vraag of er sprake is van een toename, omdat ze be-
invloed worden door: de meldingsbereidheid van slachtoffers en getuigen en beleidsprio-
riteiten. Misdrijven die zichtbaar zijn, prioriteit hebben of daders met een negatieve prog-
nose (allochtonen) hebben meer kans om in de politieregistratie terecht te komen.

2

,- Zelfrapportages onder jongeren kunnen een goed beeld geven van de meest voorko-
mende jeugddelicten en maken hiermee de ‘gezonde’ jeugddelinquentie goed zichtbaar.
Deze zelfrapportages geven echter geen goed beeld van de ernst van delicten (schade en
gevolgen voor mogelijke slachtoffers) en zijn slecht betrouwbaar bij geweldsdelicten.
- Slachtofferenquêtes geven een goede indruk van de ontwikkeling van het aantal slacht-
offers van misdrijven. Echter geven ze geen of nauwelijks helderheid over de daders (bijv.
leeftijd) en worden de cijfers beïnvloed door de meldingsbereidheid van slachtoffers en
bereidheid bij de politie om een proces-verbaal op te maken.
o Prestatieparadox = hoe beter de politie haar werk doet, des te meer criminaliteit er
lijkt te zijn.

Er zijn verschillende benaderingen in de criminologie die heersend zijn.
- Criminaliteit is het gevolg van een verstoord aanpassingsproces aan de heersende waar-
den en culturen (negatieve socialisatieprocessen bij jongeren). In de jaren ’60 en ’70 kwam
hier kritiek op, omdat het bij zou dragen aan stigmatisering van groepen jongeren door een
stereotypen over bepaalde kwetsbare groepen.
- Criminaliteit wordt veroorzaakt door persoonlijkheid en specifieke behoeften van jongeren.
- Bindingstheorie van Hirschi (jaren ‘80): Een sterk sociaal netwerk/vangnet van sociale con-
trole werkt remmend ten aanzien van jeugddelinquentie.
- Eind jaren ’90: het concept risicofactor. Uit onderzoek kwamen risicofactoren naar voren
die het ontstaan en de verdere ontwikkeling van jeugdcriminaliteit beïnvloeden.

Jeugdcriminaliteit = criminaliteit bij jongeren tussen 12 en 18 jaar.
Voorheen was dit altijd onderdeel van de criminologie, maar staat steeds meer op zichzelf
(jeugdcriminologie). Dit komt doordat jongeren langer afhankelijk zijn, maar tegelijkertijd wel
steeds serieuzer worden genomen. Ook is de adolescentie een interessant onderwerp gewor-
den in de wetenschap. Er is meer bekend over de cognitieve, morele en emotionele ontwikke-
ling van adolescenten, waardoor er ook meer gezegd kan worden over jeugdcriminologie op
zichzelf. Redenen om jeugdcriminologie apart te zien:
- Zelfstandigheidsontwikkeling van jongeren: langdurige afhankelijkheid tegelijkertijd met de
toegenomen inbreng en autonomie in allerlei zaken.
- De strafrechtelijke definitie van jeugdcriminaliteit: niet alle vormen van overlast, veroor-
zaakt door jeugd, moeten onder de noemer jeugdcriminaliteit gaan vallen.

Een aspect dat belangrijker is geworden binnen de jeugdcriminologie is de context (op macro-
en microniveau) en levensstijl van de jongeren. Er is geen algemene oorzaak voor het ont-
staan van criminaliteit. Er moet veel meer gekeken worden naar de balans tussen risicofacto-
ren en beschermende factoren. Als het echt misgaat met een jongeren, blijken er meerdere
risicofactoren in het spel te zijn. Om deze risicofactoren goed te kunnen uitbalanceren is een
veilige plaats belangrijk.
- Veilige plaats = continuïteit op ten minste één levensdomein, bijv. een zeer goede, be-
trouwbare vriend, een bijzonder sterke band met ten minste één van de ouders of goed
kunnen leren.




3

, HOOFDSTUK 2 Een historisch perspectief op jeugdcriminaliteit
Twee belangrijke verschuivingen in het historische perspectief op jeugdcriminaliteit:
1. Vroeger werd hinderlijk, onaangepast gedrag van kinderen veel minder gecriminaliseerd.
Vechten hoorde bij het straatbeeld en als het te heftig werd, werd het direct opgelost door
de omgeving. De overheidsbemoeienis is steeds groter geworden.
2. Tot begin 20e eeuw werd een jeugdcrimineel vervolgd voor een gewone rechtbank, maar
rond 1900 kwam de slogan: Opvoeding in plaats van straf. De aandacht ligt sindsdien veel
meer op preventie van crimineel gedrag bij jongeren.

De 19e eeuw:
- Kinderarbeid is nog heel gewoon, vooral in de arme gezinnen.
- 1874: 1e kinderwet. Het in dienst hebben van kinderen onder de 12 jaar wordt verboden.
- Jeugdcriminaliteit werd ontdekt als maatschappelijk probleem. Eerder werden alle delin-
quente minderjarigen vrijgesproken, maar hier kwam een verandering in. Minderjarigen
werden wel gestraft, maar de leeftijd werd wel gezien als verzachtende omstandigheid.
- Minderjarigen werden eerder niet opgesloten in de gevangenissen, omdat dit vreselijke
plaatsen waren en de kinderen alleen nog maar dieper zouden vallen tussen de gevange-
nen.
- 1832 (België) en 1833 (Nederland): oprichting van de eerste aparte jeugdgevangenissen.
Doel: van de gevallen jeugd weer goede burgers maken.
- In de eerste helft van de 19e eeuw was jeugdcriminaliteit vooral te vinden op het platteland.
In de tweede helft van deze eeuw veranderde dit naar stadscriminaliteit. Aan het einde van
de 19e eeuw ligt het accent volledig op de criminele jeugd in de grote steden.
- Rondzwervende jeugd werd steeds meer gezien als bron van overlast en maatschappelijk
probleem. In de loop van de 19e eeuw werden er tehuizen opgericht voor jongeren die thuis
voor te veel problemen zorgden. Zo werd ervoor gezorgd dat de jongeren niet gingen zwer-
ven.
- De criminologie ging zich aan richten op de ouders van het criminele en verwaarloosde
kind, omdat de omgeving werd gezien als oorzaak van het feit dat een onschuldig kind
slecht geworden was.

De eerste helft van de 20e eeuw:
- Accent op preventie van jeugdcriminaliteit, om jongeren op het rechte pad te brengen en
de maatschappij te beschermen.
o In Nederland werden minderjarigen sinds de invoering van kinderbescherming bestraft
met apart en relatief lichte, kindvriendelijke sancties en strafprocedures. Vanaf 1921
kwamen delinquente jongeren in Nederland voor de kinderrechter.
o In België pakten ze de wet op kinderbescherming op in de zin van het compleet af-
schaffen van straffen bij minderjarigen (kinderen tot 16 jaar). Ze werden in de plaats
van gestraft, heropgevoed en beschermd. Hierdoor kon er niet alleen aan delinquente
jongeren, maar ook aan jongeren met andere problematische, onwenselijke of zorge-
lijke gedragingen justitiële interventies geboden worden. Het begrip jeugdcriminaliteit
was veel ruimer geworden en ging niet alleen meer over het plegen van misdrijven.
Nadeel: de grens tussen delinquent gedrag en ander onwenselijk gedrag werd moeilijk
te trekken.
- Jeugddelicten werden gezien als gevolg van een achterliggende opvoedingsproblematiek.




4
€6,99
Accéder à l'intégralité du document:
Acheté par 46 étudiants

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien


Document également disponible en groupe

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les 7 avis
2 année de cela

3 année de cela

3 année de cela

3 année de cela

3 année de cela

3 année de cela

4 année de cela

4,3

7 revues

5
4
4
1
3
2
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
-talitha- Universiteit van Amsterdam
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
1997
Membre depuis
5 année
Nombre de followers
823
Documents
51
Dernière vente
1 jours de cela
Samenvattingen Pedagogische Wetenschappen (UU) en Orthopedagogiek (UvA)

Hoi! Mijn naam is Talitha en ik doe de master Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Hiervoor heb ik de bachelor Pedagogische Wetenschappen gedaan aan de Universiteit Utrecht. Van beide opleidingen upload ik samenvattingen op Stuvia. Sinds ik samenvattingen op Stuvia plaats, ben ik mij meer bewust van hoe ik colleges volg en literatuur samenvat. Zo is het niet alleen duidelijk voor mijzelf, maar ook voor anderen die mijn samenvatting gebruiken. Ik probeer bij elk tentamen dat ik heb een (kleine) week van tevoren de samenvatting af te ronden en online te zetten. Veel succes met je tentamens en ik hoop dat mijn samenvatting jou helpt!

Lire la suite Lire moins
4,3

284 revues

5
142
4
102
3
31
2
2
1
7

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions