2e Ba BMW
Zelfstudie opdracht: RNA processing
Leermiddelen
Tekst handboek
Slides
Video-animatie
Doelstellingen
De student kan het proces van mRNA splicing, capping en polyadenylatie beschrijven.
De student kan de functie van de verschillende proteine en enzymes betrokken mRNA splicing,
capping en polyadenylatie omschrijven.
De student kan de bijbehorende moleculair genetische terminologie verklaren en gebruiken.
Algemene opdrachten
Geef de definitie van RNA processing.
Beschrijf het proces van mRNA splicing.
Leg uit: alternatieve splicing en self-splicing.
Leg het proces van capping uit, en verklaar de functie van de 5’ cap.
Beschrijf de functie van de poly-A staart en leg uit hoe deze gevormd wordt.
Specifieke opdrachten
1. Duid aan met juist of fout: De niet-vertaalde sequenties die verwijderd worden tijdens de
eukaryote RNA processing, heten…
a. exonen
b. intronen
c. promotors
d. codons
e. ribozymen
2. Duid aan met juist of fout: Wat gebeurt er uiteindelijk met een intronsequentie nadat deze uit
het mRNA werd geknipt?
a. Het wordt vertaald in een proteïne
b. Het is lineair RNA dat wordt gedegradeerd door ribonucleases
c. Het wordt getransporteerd naar het cytoplasma met behulp van het spliceosoom
3. Duid aan met juist of fout: Welk van onderstaande moleculen bevat een sequentie die
complementair is aan de consensussequentie van de donor splice-site van de intronen?
a. microRNA
b. snRNP subeenheden
c. Exonische splicing enhancers
1
ZSO 3: RNA processing