Hoofdstuk 2 : vermogensbehoefte en nood aan kasmiddelen
Inleiding
p. 26 bovenaan lezen !!!!! De rode draad door de cursus : KT EN LT
Vermogensbehoefte van ondernemingen
Waarvoor heeft een onderneming geld nodig?
Zij moet grondstoffen en / of goederen aankopen die verwerkt en/of opgeslagen moeten
worden op terreinen en/of in gebouwen
Zij moet deze terreinen / gebouwen aankopen en / of huren
Zij moet lonen betalen, zelfs als eenmanszaak
Zij kan meestal niet anders dan aan haar klanten uitstel van betaling toe te staan, het
leverancierskrediet dat zij bekomt, is meestal voor kortere termijn dan het toegestane
klantenkrediet
Voor de betaling van bovenstaande zaken heeft de onderneming op korte termijn nood aan
kasmiddelen. We durven dan ook spreken over de nood aan kortetermijnvermogen
Wat moet een onderneming nog doen?
Investeringen financieren
Want deze zorgen voor uitgaven en zullen pas in de toekomst -hopelijk- inkomende
geldstromen doen ontstaan
Soorten investeringen
Vervangingsinvesteringen: het economisch afgeschreven materiaal moet vervangen worden.
Ten gevolge van de technologische vooruitgang houdt vervanging dikwijls uitbreiding in
Uitbreidingsinvesteringen: de onderneming breidt haar capaciteit uit. Hiervoor investeert ze
in bijkomende materiële vaste activa. Deze houden een groter risico in dan de
vervangingsinvesteringen
Productiviteitsinvesteringen: de bedoeling hiervan is om met een lagere input van middelen
een grotere output bekomen
Wettelijk verplichte investeringen: deze worden door de overheid opgelegd. Meestal
leveren zij geen bijkomende financiële opbrengsten
Voorbeelden: investeringen i.v.m. afvalverwerking, milieu ...
Sociaal wenselijke investeringen: dit zijn o.a. voorzieningen voor het personeel, die als doel
hebben de betrokkenheid van de werknemers te verhogen. Voorbeelden: fitness,
babysitdienst, werkkleding...
Prestige-investeringen: deze worden gedaan om het imago van de onderneming te verhogen
Voorbeelden: inrichting van burelen, bedrijfswagens, gevelvernieuwing...
Strategische investeringen: zij moeten het imago van de onderneming op de markt
verbeteren. Voorbeelden: overname van andere bedrijven, aankoop van licenties, Onderzoek
en Ontwikkeling, ....
Voor de betaling van bovenstaande zaken heeft de onderneming nood aan langetermijnvermogen!
, Noodzaak van voldoende kortetermijnfinanciering
Om de normale bedrijfsactiviteit of de exploitatiecyclus uit te kunnen voeren heeft een onderneming
financiering op korte termijn nodig : dit is om de dagelijkse activiteiten te kunnen financieren
Wat is een exploitatiecyclus? EXAMEN
= beschrijft een cyclus van verschillende stromen die aangeeft hoe die stromen samenhangen
= de tijdspanne tussen de verwerving van activa voor verwerking en het moment waarop zij in
geldmiddelen of kasequivalenten worden gerealiseerd
= kort gezegd : de tijdspanne tussen inkomsten en uitgaven !!!
Met activa voor verwerking doelen we op voorraden en vorderingen. Om dergelijke activa te
verwerven moet in iedere onderneming een proces worden doorlopen
Afhankelijk van de aard van die activiteiten kan die enorm variëren. Om het extreem te
stellen: een groenteboer heeft een zeer korte exploitatiecyclus terwijl een diamantair een
zeer complexe, vaak langdradige, exploitatiecyclus heeft
Voorbeeld : iemand koopt HG aan (AF) en betaald deze AF : wat is nu die tijdspanne daartussen?
Bestaat uit :
Aankopenstroom
Verkopenstroom
Lastenstroom ; alle lasten (uitgaven) die de onderneming draagt
Productiestroom
Incasseringsstroom ; alle inkomsten die de onderneming maakt
Exploitatiecyclus van een klassieke handelsonderneming
Bij financiering op KT zijn we vooral geïnteresseerd in kasstromen (uitgaven en inkomsten) en de
tijdspanne daartussen
Als we een klassieke handelsonderneming bestuderen dan kunnen we de exploitatiecyclus zeer
eenvoudig als volgt voorstellen:
Wanneer zijn er geldstromen?
De linkercirkel geeft weer welke basisstappen dergelijke handelsonderneming moet zetten. We
starten met de aankoop van handelsgoederen en eindigen bij de inning van de verkoopfactuur
waarna de cyclus opnieuw kan starten. We scheiden aankoop van betaling en verkoop van inning.
Deze vier momenten worden in een dubbele boekhouding ook afzonderlijk geregistreerd.
Inleiding
p. 26 bovenaan lezen !!!!! De rode draad door de cursus : KT EN LT
Vermogensbehoefte van ondernemingen
Waarvoor heeft een onderneming geld nodig?
Zij moet grondstoffen en / of goederen aankopen die verwerkt en/of opgeslagen moeten
worden op terreinen en/of in gebouwen
Zij moet deze terreinen / gebouwen aankopen en / of huren
Zij moet lonen betalen, zelfs als eenmanszaak
Zij kan meestal niet anders dan aan haar klanten uitstel van betaling toe te staan, het
leverancierskrediet dat zij bekomt, is meestal voor kortere termijn dan het toegestane
klantenkrediet
Voor de betaling van bovenstaande zaken heeft de onderneming op korte termijn nood aan
kasmiddelen. We durven dan ook spreken over de nood aan kortetermijnvermogen
Wat moet een onderneming nog doen?
Investeringen financieren
Want deze zorgen voor uitgaven en zullen pas in de toekomst -hopelijk- inkomende
geldstromen doen ontstaan
Soorten investeringen
Vervangingsinvesteringen: het economisch afgeschreven materiaal moet vervangen worden.
Ten gevolge van de technologische vooruitgang houdt vervanging dikwijls uitbreiding in
Uitbreidingsinvesteringen: de onderneming breidt haar capaciteit uit. Hiervoor investeert ze
in bijkomende materiële vaste activa. Deze houden een groter risico in dan de
vervangingsinvesteringen
Productiviteitsinvesteringen: de bedoeling hiervan is om met een lagere input van middelen
een grotere output bekomen
Wettelijk verplichte investeringen: deze worden door de overheid opgelegd. Meestal
leveren zij geen bijkomende financiële opbrengsten
Voorbeelden: investeringen i.v.m. afvalverwerking, milieu ...
Sociaal wenselijke investeringen: dit zijn o.a. voorzieningen voor het personeel, die als doel
hebben de betrokkenheid van de werknemers te verhogen. Voorbeelden: fitness,
babysitdienst, werkkleding...
Prestige-investeringen: deze worden gedaan om het imago van de onderneming te verhogen
Voorbeelden: inrichting van burelen, bedrijfswagens, gevelvernieuwing...
Strategische investeringen: zij moeten het imago van de onderneming op de markt
verbeteren. Voorbeelden: overname van andere bedrijven, aankoop van licenties, Onderzoek
en Ontwikkeling, ....
Voor de betaling van bovenstaande zaken heeft de onderneming nood aan langetermijnvermogen!
, Noodzaak van voldoende kortetermijnfinanciering
Om de normale bedrijfsactiviteit of de exploitatiecyclus uit te kunnen voeren heeft een onderneming
financiering op korte termijn nodig : dit is om de dagelijkse activiteiten te kunnen financieren
Wat is een exploitatiecyclus? EXAMEN
= beschrijft een cyclus van verschillende stromen die aangeeft hoe die stromen samenhangen
= de tijdspanne tussen de verwerving van activa voor verwerking en het moment waarop zij in
geldmiddelen of kasequivalenten worden gerealiseerd
= kort gezegd : de tijdspanne tussen inkomsten en uitgaven !!!
Met activa voor verwerking doelen we op voorraden en vorderingen. Om dergelijke activa te
verwerven moet in iedere onderneming een proces worden doorlopen
Afhankelijk van de aard van die activiteiten kan die enorm variëren. Om het extreem te
stellen: een groenteboer heeft een zeer korte exploitatiecyclus terwijl een diamantair een
zeer complexe, vaak langdradige, exploitatiecyclus heeft
Voorbeeld : iemand koopt HG aan (AF) en betaald deze AF : wat is nu die tijdspanne daartussen?
Bestaat uit :
Aankopenstroom
Verkopenstroom
Lastenstroom ; alle lasten (uitgaven) die de onderneming draagt
Productiestroom
Incasseringsstroom ; alle inkomsten die de onderneming maakt
Exploitatiecyclus van een klassieke handelsonderneming
Bij financiering op KT zijn we vooral geïnteresseerd in kasstromen (uitgaven en inkomsten) en de
tijdspanne daartussen
Als we een klassieke handelsonderneming bestuderen dan kunnen we de exploitatiecyclus zeer
eenvoudig als volgt voorstellen:
Wanneer zijn er geldstromen?
De linkercirkel geeft weer welke basisstappen dergelijke handelsonderneming moet zetten. We
starten met de aankoop van handelsgoederen en eindigen bij de inning van de verkoopfactuur
waarna de cyclus opnieuw kan starten. We scheiden aankoop van betaling en verkoop van inning.
Deze vier momenten worden in een dubbele boekhouding ook afzonderlijk geregistreerd.