Besturingssystemen Samenvatting
Hoofdstuk 1
Wat is een operating system?
In het kort: Is een programma dat tussen de gebruiker van een computer staat en de
computer hardware.
Het eerste/enige programma dat altijd loopt terwijl de computer werkt (kernel). Het OS
verschaft een omgeving voor programma's (systeem- alsook gebruikerstoepassingen)
efficiënt en beschermd te runnen.
De functie ervan = het is de software die de computer hardware managed.
Hiermee wordt bedoeld dat het de resources ‘managed’ voor de toepassingen. Het is de
‘tussenlaag’ tussen de gebruiker en de hardware.
- wijst hardware bronnen toe aan processen: (CPUs, hoofdgeheugen, opslagruimte,
randapparaten ,...).
Balans tussen gebruiksgemak en efficient beheer van systeembronnen naargelang
toepassing/soort computer
- desktop/laptop, mainframe, mobile, embedded, …
- zorgt dat de computer gemakkelijk te gebruiken is.
Het OS voorziet ook een environment om deze programma’s te kunnen runnen.
,Computer System Structure
4 componenten:
- Hardware
⇒ de basic computing resources;
- Operating System
⇒ Controleert en coördineert de harware usage tussen verschillende
applicaties en users;
- Application programs
⇒ Hoe de system resources gebruikt moeten worden om computing
demands van de user op te lossen;
- Users
⇒ de gebruikers van computers
System Programma's zijn programma's die geassocieerd zijn met het besturingssysteem
maar niet noodzakelijk iets te maken hebben met de operator van het systeem.
Application programs zijn de programma's die niet geassocieerd zijn met het
besturingssysteem.
Wat nu juist operating systems doen hangt af van het view point
,User View
Vanuit user standpunt → OS designed voor ease-of-use en goede performance voor een
eindgebruiker.
> Nadruk voor het OS is dat de gebruiker maximum efficiency kan bekomen door gebruik te
maken van het OS in de taken. Designed to maximize user -work & -play;
Dit heeft natuurlijk een payoff in performance > denk aan GUI omgevingen → gebruiken
veel meer resources dan een CLI of zelf een OS waar geen enkel user-interactie nodig
is…
Maar in de meeste gevallen → users kunnen vlotter werken met het OS via GUI’s, dus
maximize dit ten kosten van performance...
Het OS voorziet vanuit een user viewpoint ook wat security en performance, met de nadruk
op het gebruiksgemak van de user.
System view
Computer’s viewpoint > het OS is het programma dat het meest involved is met de
hardware. Kan gezien worden als een resource allocator.
Een computer system heeft mogelijk vele resources nodig om een ‘probleem’ op te lossen.
denk aan CPU time, memory space, storage, I/O devices, …
Het OS is een soort van manager die de resources alloceerd. Vanzelfsprekend zullen er
mogelijk meerdere request tegelijk zijn voor deze resources. Het OS beslist hoe deze
resources verdeeld zullen worden over de requesting processes (programma’s).
Ook de various I/O devices en user programs worden door het OS gecontroleerd
Het operating system bevat ALTIJD de running kernel, middleware frameworks , en
systeem programma's die helpen om het systeem te managen terwijl het runt.
> Middleware frameworks = een set van software framework die additionele services biedt
aan applicatie developers (databases, multimedia, graphics, …).
, Werking van een OS
Computer-System organization
moderne general-purpose computersystemen → hebben 1 of meerdere CPUs, en x-aantal
device-controllers geconnecteerd onderling m.b.v. een bus.
- de bus voorziet access tussen componenten en shared memory.
Typisch → een device-driver voor elke device-controller.
de device-driver → kent de device-controller ⇒ provides de rest van het OS als een soort
interface voor het device.
Werking in het kort:
> CPU en I/O devices runnen concurrently tov elkaar.
> Elke device-controller beheert een specifiek device-type.
> Elke device-controller heeft een eigen buffer.
> Elke device-controller → heeft een device-driver om het te managen.
> CPU zet data van/naar main memory nar/van de lokale buffers
> I/O geet van device naar deze lokale buffer van de controller
> Device-controller roept de CPU op eens als het I/O device klaar is met de operatie door
een interrupt.
Hoofdstuk 1
Wat is een operating system?
In het kort: Is een programma dat tussen de gebruiker van een computer staat en de
computer hardware.
Het eerste/enige programma dat altijd loopt terwijl de computer werkt (kernel). Het OS
verschaft een omgeving voor programma's (systeem- alsook gebruikerstoepassingen)
efficiënt en beschermd te runnen.
De functie ervan = het is de software die de computer hardware managed.
Hiermee wordt bedoeld dat het de resources ‘managed’ voor de toepassingen. Het is de
‘tussenlaag’ tussen de gebruiker en de hardware.
- wijst hardware bronnen toe aan processen: (CPUs, hoofdgeheugen, opslagruimte,
randapparaten ,...).
Balans tussen gebruiksgemak en efficient beheer van systeembronnen naargelang
toepassing/soort computer
- desktop/laptop, mainframe, mobile, embedded, …
- zorgt dat de computer gemakkelijk te gebruiken is.
Het OS voorziet ook een environment om deze programma’s te kunnen runnen.
,Computer System Structure
4 componenten:
- Hardware
⇒ de basic computing resources;
- Operating System
⇒ Controleert en coördineert de harware usage tussen verschillende
applicaties en users;
- Application programs
⇒ Hoe de system resources gebruikt moeten worden om computing
demands van de user op te lossen;
- Users
⇒ de gebruikers van computers
System Programma's zijn programma's die geassocieerd zijn met het besturingssysteem
maar niet noodzakelijk iets te maken hebben met de operator van het systeem.
Application programs zijn de programma's die niet geassocieerd zijn met het
besturingssysteem.
Wat nu juist operating systems doen hangt af van het view point
,User View
Vanuit user standpunt → OS designed voor ease-of-use en goede performance voor een
eindgebruiker.
> Nadruk voor het OS is dat de gebruiker maximum efficiency kan bekomen door gebruik te
maken van het OS in de taken. Designed to maximize user -work & -play;
Dit heeft natuurlijk een payoff in performance > denk aan GUI omgevingen → gebruiken
veel meer resources dan een CLI of zelf een OS waar geen enkel user-interactie nodig
is…
Maar in de meeste gevallen → users kunnen vlotter werken met het OS via GUI’s, dus
maximize dit ten kosten van performance...
Het OS voorziet vanuit een user viewpoint ook wat security en performance, met de nadruk
op het gebruiksgemak van de user.
System view
Computer’s viewpoint > het OS is het programma dat het meest involved is met de
hardware. Kan gezien worden als een resource allocator.
Een computer system heeft mogelijk vele resources nodig om een ‘probleem’ op te lossen.
denk aan CPU time, memory space, storage, I/O devices, …
Het OS is een soort van manager die de resources alloceerd. Vanzelfsprekend zullen er
mogelijk meerdere request tegelijk zijn voor deze resources. Het OS beslist hoe deze
resources verdeeld zullen worden over de requesting processes (programma’s).
Ook de various I/O devices en user programs worden door het OS gecontroleerd
Het operating system bevat ALTIJD de running kernel, middleware frameworks , en
systeem programma's die helpen om het systeem te managen terwijl het runt.
> Middleware frameworks = een set van software framework die additionele services biedt
aan applicatie developers (databases, multimedia, graphics, …).
, Werking van een OS
Computer-System organization
moderne general-purpose computersystemen → hebben 1 of meerdere CPUs, en x-aantal
device-controllers geconnecteerd onderling m.b.v. een bus.
- de bus voorziet access tussen componenten en shared memory.
Typisch → een device-driver voor elke device-controller.
de device-driver → kent de device-controller ⇒ provides de rest van het OS als een soort
interface voor het device.
Werking in het kort:
> CPU en I/O devices runnen concurrently tov elkaar.
> Elke device-controller beheert een specifiek device-type.
> Elke device-controller heeft een eigen buffer.
> Elke device-controller → heeft een device-driver om het te managen.
> CPU zet data van/naar main memory nar/van de lokale buffers
> I/O geet van device naar deze lokale buffer van de controller
> Device-controller roept de CPU op eens als het I/O device klaar is met de operatie door
een interrupt.
