voortplanting
Joop’s Biologie-3 serie
4VWO
Joop de Steeg
, Hoofdstuk 2; voortplanting
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de
celcyclus.
Tijdens de celcyclus vormt een moedercel twee
dochtercellen. Het DNA is genetisch identiek. Voorafgaand
aan de celdeling kopieert het DNA zich. De celcyclus heeft
verschillende fases:
G0-fase Rustfase
Interfase:
G1-fase Voorbereiding op DNA-replicatie. Afbeelding 9: de celcyclus
S-fase DNA verdubbeld.
G2-fase Overgangsperiode van de S-fase naar Mitose.
Mitose:
Profase Het DNA is verdubbeld, je ziet de chromatiden.
Prometafase Ter voorbereiding op de metafase verdwijnt het kernmembraan.
Metafase De chromatiden verbinden zich aan de microtubili.
Anafase De Chromatiden worden uit elkaar getrokken.
Telofase/cytokinese De nieuwe cel ontstaat, het membraan snoert tussen de kernen in.
- Je weet de voor- en nadelen van ongeslachtelijke voortplanting
+ Het is supersnel
+ Het kost weinig energie
+ Het kan alleen
- Het DNA is hetzelfde, het soort is dus zwak tegen
ziektes.
- Je kunt standpunten over klonen toelichten
doormiddel van ethische en biologische
argumenten.
Bij klonen krijg je genetisch identieke nakomelingen.
Ethisch ligt dit erg gevoelig omdat de gekloonde dieren
vaak minder oud worden en het oorspronkelijke DNA
Afbeelding 10: klonen
van de eicel niet uitgroeit tot een kind.
- Je weet hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en hoe bevruchting verloopt.
Bij geslachtelijke voortplanting smelten twee cellen samen, een eicel en een zaadcel. Een
geslachtscel heeft de helft aan chromosomen ten opzichte van een normale cel. Bij de mens heeft
een normale cel 46 chromosomen en een geslachtscel dus 23.
1
Biologie H2; voortplanting Joop de Steeg – 4VWO