Over de Kunst van Hulpverlenen
1. Als eerste vraag van de algemene subdoelstelling uit de fysiotherapeutische
beroepsmethodiek geldt: “Welke factoren waren bepalend voor het ontstaan van het
gezondheidsprobleem?”
O
2. Als eerste vraag van de algemene subdoelstelling uit de fysiotherapeutische
beroepsmethodiek geldt: “Wat is de aard van het persoonlijke
gezondheidsprobleem?”
J
3. Als vierde vraag van de algemene subdoelstelling uit de fysiotherapeutische
beroepsmethodiek geldt: “Welke fysiotherapeutische verrichtingen worden ingezet?”
O
4. Fysiotherapeuten gebruiken begrippen uit een anatomisch en medisch
begrippenkader in hun duiding van materiële (lichamelijke) elementen van het
gezondheidsprobleem.
J
5. Met de term ‘drieledig mensbeeld’ wordt uitdrukking gegeven aan een materiële, een
relationele en een vrije en verantwoordelijke dimensie van mens-zijn.
J
6. De fysiotherapeut beoordeelt het bewegen vanuit het perspectief van het substantiële
lichaam en het relationele lichaam en niet vanuit het perspectief van de vrije en
verantwoordelijke persoon.
O
7. Kennis van de ‘Big Five’ stelt de fysiotherapeut in staat zijn eigen gedrag en dat van
zijn cliënten te ‘verklaren’.
O
8. In de wijze waarop een mens beweegt weerspiegelen gedachten en gevoelens.
J
9. In menselijk bewegen komen gedachten en gevoelens tot expressie.
J
10. De vragen van de algemene subdoelstelling van de fysiotherapeutische
beroepsmethodiek staan in een vaste volgorde.
J
29
, Tentamenstellingen, kwartaal 1. 2011-2012
11. De fysiotherapeutische beroepsmethodiek is niet geschikt voor
gezondheidsproblemen die zich kenmerken door een stoornis in de fysiologische
functie.
O
12. De vragen van de algemene doelstelling kunnen professioneel worden beantwoord
zónder antwoorden op de vragen van de algemene subdoelstelling.
O
13. In het begrip ‘kleine gezondheid’ is gezondheid de afwezigheid van ziekte of gebrek.
J
14. De ‘International Classification of Human Functioning’ (ICF) biedt geen ruimte voor
persoonsgebonden factoren van het gezondheidsprobleem.
O
15. Het begrip ‘grote gezondheid’ staat voor de opvatting dat het menselijke leven ook
tegenslagen bevat en dat de mens zich hiertoe op verschillende manieren kan
verhouden.
O
16. De materiële dimensie van mens-zijn representeert het ‘lichamelijke’, dat ook na het
intreden van de dood nog bestaat.
J
17. De ‘International Classification of Human Functioning’ (ICF) is een medische
classificatie die niet geschikt is om in de fysiotherapie te worden gebruikt.
O
18. Een beperking van een bewegingsuitslag van een gewricht is in ICF-termen een
stoornis.
O
19. Het onvermogen om te gaan staan vanuit een stoel is in ICF-termen een stoornis.
O
20. Het door de cliënt ervaren onvermogen om te kunnen lopen over een afstand van
meer dan tweehonderd meter is een beperking van het participeren.
O
21. ‘Evidence based practice’ betekent dat het professionele handelen uitsluitend wordt
ingegeven door gegevens uit wetenschappelijk onderzoek.
O
22. Fysiotherapie heeft als doel dat de fysiotherapeut het gezondheidsprobleem van de
cliënt oplost.
O
29