Priscillia Angela Cosentino
EXTREMITEITEN
ENKEL
1. INLEIDING
1.1. Doel SFO
• Specifieker onderzoek naar functiestoornissen i/h gewricht BFO ➔SFO
• SFO: brug naar de therapie elasticiteit van G-kapsel onderzoeken invloed translatie
(-angulatie) op ROM en reactiviteit nagaan
• Kennis artrokinematica is cruciaal
• Artrokinematica: beweging= rotatie + translatie
• Opgelet: convex-concaaf regel VS biomechanische 3D-studies
• Translatie wordt:
o Passief gestuurd door capsulo-lig spanning
o Actief gestuurd door spierwerking
• Mechanische eigenschappen van bindweefsel:
o Load-deformation
o Elastische versus plastische deformatie
▪ Elastische deformatie = toe region
▪ Plastische deformatie = linear region:
Actuele eindgrens verschuiven naar fysiologische eindgrens door aangehouden
rek met weinig, maar constant aangehouden kracht op basis v/h verbreken van
intermoleculaire cross-links:
• H-verbindingen zijn relatief makkelijk te verbreken
• N-verbindingen zijn moeilijk te verbreken
o Kruipgedrag = toenemende BW-vervorming i/d tijd bij constant aangehouden kracht
die na een tijd een plateau bereikt
o Stress-relaxatie = bij constant op rek brengen van BW zal er initieel een sterke mate
van spanning waarneembaar zijn die na verloop van tijd zal afnemen
o Strainrate dependency = weerstand tegen rek zal groter zijn wanneer BW snel op
rek wordt in vgl met iets traag op rek brengen
1.2. Artrokinematica art. Talocruralis
• Volgens convex- concaaf regel:
o DF: talus rolt naar ventraal- translatie naar dorsaal
o PF: talus rolt naar dorsaal- translatie naar ventraal
• Maar studie: 3D = niet-convex-concaaf regel
o DF: translatie talus naar ventraal
o PF: translatie talus naar dorsaal
1.3. Artrokinematica tibiofibulair
• Tibiofibulair syndesmose: bij 3D onderzoek van PF naar DF ziet men:
o Translatoire mobiliteit vnl te detecteren vanuit PF naar neutrale stand
o Exorotatie en laterale verplaatsing fibula
o Minimale translatie van fibula naar dorsaal tov tibia
1
, Priscillia Angela Cosentino
2. JOINTPLAY
Altijd eerst beginnen met niet-convex-concaaf
1) Tibiofibulair syndesmose plantairflexie
• Doel: syndesmose onderzoeken in plantair flexie
• Motivatie :
• Uitgangshouding: buiklig & voet uit tafel
• Handplaatsing :
o Gelijknamige hand plaatsen thv fibula dicht bij de malleoli laterali via de
snuitgreep (duim dorsaal + wijsvinger ventraal plaatsen op de fibula)
o Niet gelijknamige hand plaatsen op de voetrug om de voet in PF te
plaatsen en daarna aan de andere zijde v/d tibia als fixatie v/d tibia, met de duim
achter de malleoli medialis en wijsvinger rond kop tallus plaatsen
• Uitvoering :
o Naar de eindstand in plantair flexie gan en we bewegen de fibula op & neer
o Translatie fibula naar ventraal (met duim en duimmuis)
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Crepitaties
o Bewegingsverloop
o Pijn
• Structuren die belast worden: syndesmose + anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
o We kunnen dit ook doen via duimmuis plaatsen op fibula en zo de fibulakop bewegen
2) TF syndesmose dorsiflexie
• Doel: syndesmose onderzoeken in dorsaal flexie
• Motivatie :
• Uitgangshouding :
o Ruglig en voet uit tafel op bovenbeen therapeut
o Pelotte onder knie
• Voet tegen bovenbeen Therapeut
• Handplaatsing:
o Gelijknamige hand tibia fixeren op tafel met vingers onder malleoli medialis
o Niet gelijknamige hand gaan we de duimmuis op de fibulakop plaatsen (op anterieure
zijde) niet ervan glijden thv malleolus lateralis
• Uitvoering:
o Eerst naar DF anguleren tot neutrale stand daarna gaan we fibulakop op & neer
verplaatsen
o Translatie fibula naar dorsaal
• Interpretatie
o ROM
o Eindgevoel
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: syndesmose + posterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
2
, Priscillia Angela Cosentino
3) TC plantairflexie niet convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te
testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen
• Uitgangshouding:
o Zijlig
o Onderste been is het aangedane been; bovenste been gestrekt en
onderste been geplooid
o Patiënt dicht bij de therapeut
• Handplaatsing:
o Niet-gelijknamige hand op de rugvoet plaatsen via zwemvlies onder de malleoli
plaatsen
o Gelijknamige hand boven de malleoli plaatsen, tibia fixeren via kop talli
• Uitvoering:
o Naar eindstand in PF gaan en dan translatoire mobiliteit testen
o Tibia wordt naar anterieur getransleert tov de tallus
o Translatie talus naar dorsal
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
4) TC plantairflexie volgens convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen + bij sterke bewegingsbeperking door
immobilisatie, bovenste spronggewricht geblokkeerd, degeneratief lijden
• Uitgangshouding : buiklig
• Handplaatsing:
o Niet gelijknamige hand de tibia fixeren tegen de tafel
o Gelijknamige hand met ons zwemvlies plaatsen onder de malleoli achter de talus
• Uitvoering:
o We testen tot de actuele eindstand + translatoire mobiliteit v/d talus tov tibia-fibula
plateau
o Translatie talus naar ventraal
o Tibiafibula wordt naar posterieur getransleert tov de tallus
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
3
, Priscillia Angela Cosentino
5) TC dorsiflexie volgens niet convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te
testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen + verminderde mobiliteit
• Uitgangshouding:
o Patiënt in zijlig
o Bovenste been gestrekt en onderste geplooid en voet op buik
therapeut
• Handvatting:
o Gelijknamige hand plaatsen thv tallus (posterior gedeelte)
o Niet-gelijknamige hand de tibia stabiliseren naar dorsaal dus hand aan de anterieure
zijde plaatsen v/d tibia
o Met de andere hand thv de tallus plaatsen
• Uitvoering:
o Eerst naar de actuele eindstand in DF met het gelijknamige hand
o Daarna de translatoire mobiliteit testen v/h gewricht
o Tibia wordt posterieur getransleerd tov de tallus
o Translatie talus naar ventraal
• Structuren die belast worden: posterieure gewrichtskapsel
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Eventuele aanpassing (1): buiklig
o Uitgangshouding: buiklig en voet tegen bovenbeen therapeut
o Handplaatsing:
▪ Gelijknamige hand onder de malleoli en niet-gelijknamige hand tibia posterieur
fixeren tegen de tafel
o Uitvoering:
▪ Voet naar dorsieflexie bewegen met gelijknamige hand
▪ Translatie talus naar ventraal
4
EXTREMITEITEN
ENKEL
1. INLEIDING
1.1. Doel SFO
• Specifieker onderzoek naar functiestoornissen i/h gewricht BFO ➔SFO
• SFO: brug naar de therapie elasticiteit van G-kapsel onderzoeken invloed translatie
(-angulatie) op ROM en reactiviteit nagaan
• Kennis artrokinematica is cruciaal
• Artrokinematica: beweging= rotatie + translatie
• Opgelet: convex-concaaf regel VS biomechanische 3D-studies
• Translatie wordt:
o Passief gestuurd door capsulo-lig spanning
o Actief gestuurd door spierwerking
• Mechanische eigenschappen van bindweefsel:
o Load-deformation
o Elastische versus plastische deformatie
▪ Elastische deformatie = toe region
▪ Plastische deformatie = linear region:
Actuele eindgrens verschuiven naar fysiologische eindgrens door aangehouden
rek met weinig, maar constant aangehouden kracht op basis v/h verbreken van
intermoleculaire cross-links:
• H-verbindingen zijn relatief makkelijk te verbreken
• N-verbindingen zijn moeilijk te verbreken
o Kruipgedrag = toenemende BW-vervorming i/d tijd bij constant aangehouden kracht
die na een tijd een plateau bereikt
o Stress-relaxatie = bij constant op rek brengen van BW zal er initieel een sterke mate
van spanning waarneembaar zijn die na verloop van tijd zal afnemen
o Strainrate dependency = weerstand tegen rek zal groter zijn wanneer BW snel op
rek wordt in vgl met iets traag op rek brengen
1.2. Artrokinematica art. Talocruralis
• Volgens convex- concaaf regel:
o DF: talus rolt naar ventraal- translatie naar dorsaal
o PF: talus rolt naar dorsaal- translatie naar ventraal
• Maar studie: 3D = niet-convex-concaaf regel
o DF: translatie talus naar ventraal
o PF: translatie talus naar dorsaal
1.3. Artrokinematica tibiofibulair
• Tibiofibulair syndesmose: bij 3D onderzoek van PF naar DF ziet men:
o Translatoire mobiliteit vnl te detecteren vanuit PF naar neutrale stand
o Exorotatie en laterale verplaatsing fibula
o Minimale translatie van fibula naar dorsaal tov tibia
1
, Priscillia Angela Cosentino
2. JOINTPLAY
Altijd eerst beginnen met niet-convex-concaaf
1) Tibiofibulair syndesmose plantairflexie
• Doel: syndesmose onderzoeken in plantair flexie
• Motivatie :
• Uitgangshouding: buiklig & voet uit tafel
• Handplaatsing :
o Gelijknamige hand plaatsen thv fibula dicht bij de malleoli laterali via de
snuitgreep (duim dorsaal + wijsvinger ventraal plaatsen op de fibula)
o Niet gelijknamige hand plaatsen op de voetrug om de voet in PF te
plaatsen en daarna aan de andere zijde v/d tibia als fixatie v/d tibia, met de duim
achter de malleoli medialis en wijsvinger rond kop tallus plaatsen
• Uitvoering :
o Naar de eindstand in plantair flexie gan en we bewegen de fibula op & neer
o Translatie fibula naar ventraal (met duim en duimmuis)
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Crepitaties
o Bewegingsverloop
o Pijn
• Structuren die belast worden: syndesmose + anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
o We kunnen dit ook doen via duimmuis plaatsen op fibula en zo de fibulakop bewegen
2) TF syndesmose dorsiflexie
• Doel: syndesmose onderzoeken in dorsaal flexie
• Motivatie :
• Uitgangshouding :
o Ruglig en voet uit tafel op bovenbeen therapeut
o Pelotte onder knie
• Voet tegen bovenbeen Therapeut
• Handplaatsing:
o Gelijknamige hand tibia fixeren op tafel met vingers onder malleoli medialis
o Niet gelijknamige hand gaan we de duimmuis op de fibulakop plaatsen (op anterieure
zijde) niet ervan glijden thv malleolus lateralis
• Uitvoering:
o Eerst naar DF anguleren tot neutrale stand daarna gaan we fibulakop op & neer
verplaatsen
o Translatie fibula naar dorsaal
• Interpretatie
o ROM
o Eindgevoel
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: syndesmose + posterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
2
, Priscillia Angela Cosentino
3) TC plantairflexie niet convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te
testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen
• Uitgangshouding:
o Zijlig
o Onderste been is het aangedane been; bovenste been gestrekt en
onderste been geplooid
o Patiënt dicht bij de therapeut
• Handplaatsing:
o Niet-gelijknamige hand op de rugvoet plaatsen via zwemvlies onder de malleoli
plaatsen
o Gelijknamige hand boven de malleoli plaatsen, tibia fixeren via kop talli
• Uitvoering:
o Naar eindstand in PF gaan en dan translatoire mobiliteit testen
o Tibia wordt naar anterieur getransleert tov de tallus
o Translatie talus naar dorsal
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
4) TC plantairflexie volgens convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen + bij sterke bewegingsbeperking door
immobilisatie, bovenste spronggewricht geblokkeerd, degeneratief lijden
• Uitgangshouding : buiklig
• Handplaatsing:
o Niet gelijknamige hand de tibia fixeren tegen de tafel
o Gelijknamige hand met ons zwemvlies plaatsen onder de malleoli achter de talus
• Uitvoering:
o We testen tot de actuele eindstand + translatoire mobiliteit v/d talus tov tibia-fibula
plateau
o Translatie talus naar ventraal
o Tibiafibula wordt naar posterieur getransleert tov de tallus
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Structuren die belast worden: anterieure gewrichtskapsel
• Eventuele aanpassing:
3
, Priscillia Angela Cosentino
5) TC dorsiflexie volgens niet convex-concaaf regel
• Doel: Joint play onderzoek v/h bovenste spronggewricht om mobiliteit te
testen
• Motivatie ADL: nodig bij het stappen + verminderde mobiliteit
• Uitgangshouding:
o Patiënt in zijlig
o Bovenste been gestrekt en onderste geplooid en voet op buik
therapeut
• Handvatting:
o Gelijknamige hand plaatsen thv tallus (posterior gedeelte)
o Niet-gelijknamige hand de tibia stabiliseren naar dorsaal dus hand aan de anterieure
zijde plaatsen v/d tibia
o Met de andere hand thv de tallus plaatsen
• Uitvoering:
o Eerst naar de actuele eindstand in DF met het gelijknamige hand
o Daarna de translatoire mobiliteit testen v/h gewricht
o Tibia wordt posterieur getransleerd tov de tallus
o Translatie talus naar ventraal
• Structuren die belast worden: posterieure gewrichtskapsel
• Interpretatie:
o Eindgevoel
o ROM
o Bewegingsverloop
o Crepitatie
o Pijn
• Eventuele aanpassing (1): buiklig
o Uitgangshouding: buiklig en voet tegen bovenbeen therapeut
o Handplaatsing:
▪ Gelijknamige hand onder de malleoli en niet-gelijknamige hand tibia posterieur
fixeren tegen de tafel
o Uitvoering:
▪ Voet naar dorsieflexie bewegen met gelijknamige hand
▪ Translatie talus naar ventraal
4