Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Interne (2de jaar 1 sem) ()

Vendu
-
Pages
55
Publié le
22-06-2021
Écrit en
2019/2020

Bevat volgende hoofdstukken - Infusietherapie - Transfusie - Verpleeginterventies mbt het gastro-intestinaal stelsel - Het urinair stelsel - Pijn - ECG












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
22 juin 2021
Nombre de pages
55
Écrit en
2019/2020
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

INTERNE
INFUSIETHERAPIE

 B1-handelingen, waarvoor geen voorschrift van de arts vereist is:
o plaatsen van een intraveneuze katheter in een perifere vene, bloedafname en intraveneuze
infusie met een isotone zoutoplossing eventueel met gebruik van een debietregelaar
o plaatsen van een intraveneuze infusie met een isotone zoutoplossing via een subcutaan
poortsysteem dat verbonden is met een ader, bloedafname en gebruik van een
debietregelaar
 B2-handelingen, waarvoor een voorschrift van de arts vereist is:
o voorbereiding, toediening van en toezicht op I.V. infusies en transfusies eventueel met
 technische hulpmiddelen
o verwijderen van arteriële en diep-veneuze katheters;
o verrichten van een aderlating
o voorbereiden en toedienen van medicatie via o.a. volgende toegangswegen: I.V. , S.C. (via
hypodermoclyse)
o voorbereiden en toedienen van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts
geplaatste katheter: epiduraal, intrathecaal, intraventriculair, in de plexus; met als doel een
langdurige analgesie
o parenterale voeding
 C-handelingen, medisch toevertrouwde handelingen:
o voorbereiding en toediening van chemotherapeutische middelen

VOCHT-EN ELCTROLYTENBALANS

 60% van lichaam bestaat uit water en elektrolyten
 2 belangrijke vochtcompartimenten
o het intracellulair vochtcompartiment: ongeveer 40% van het lichaamsgewicht
o het extracellulair vochtcompartiment: ongeveer 20% van het lichaamsgewicht: een kwart
hiervan bevindt zich in bloed- en lymfevaten en driekwart in het vocht dat de cellen omgeeft
 voortdurend uitwisseling van vocht
 osmose= vocht zich verplaatst doorheen semi-permeabel membraan vanuit gebied waar relatief
weinig opgeloste stoffen zijn naar een gebied met hoge concentratie aan opgeloste stoffen
 osmotische druk: eiwitmoleculen en natrium
 elektrolytenbalans: normaal functioneren van alle processen
 stoornissen in de elektrolytenbalans  ernstige gevolgen
o gevolgen
 te weinig of te veel kalium  hartritmestoornissen
 hypocalciëmie  tetanie
 hypercalciëmie  hartritmestoornissen
 gezonde personen  vocht- en elektrolytenbalans geen problemen  allerlei feedbackmechanismen
zorgen dat het evenwicht is stand te houden

DE INTRAVENEUZE INFUSIE

1

,DEFINITIE

 het toedienen van vocht, elektrolyten en eventueel voedingsstoffen langs intraveneuze weg.


INDICATIE

 Lichaam te voorzien van
o Vocht en elektrolyten wanneer de patiënt dit oraal niet in voldoende mate tot zich kan
nemen;
o Medicatie, die effectiever werkt wanneer IV toegediend of wanneer de medicatie langs geen
andere weg kan gegeven worden;
o Bloed, plasma of bloedcomponenten;
o Voedingsstoffen zoals glucose, aminozuren of vetten


TOEPASSING

 Voordeel
o Medicatie en vocht direct opgenomen
 Nadeel
o Bij fout  snelle bijwerkingen en ernstige gevolgen
 Extra observeren
 Vochtlijst: toegediende vocht nauwkeurig bijhouden
 Vochtbalans: wat in en uit de patiënt komt
 Vochtbalans kan beïnvloed worden door metabole processen


SOORTEN OPLOSSINGEN

 Arts bepaalt de toe te dienen oplossing, hoeveelheid vloeistof en snelheid van toediening
 Vloeistoffen volledig klaar om toe te dienen, andere moeten nog klaargemaakt worden
 Meest gebruikte oplossingen: zout, suiker, vitaminen en aminozuren, bloed en bloedproducten


INDELING NAAR OSMOLARITEIT

 Isotone
o Dezelfde concentratie als het bloedplasma  Vochtvolume van lichaam te verhogen
o Veilig langs intraveneuze weg
o Subcutaan
o Vb Glucose 5%, NaCl 0,9%
 Hypotonisch
o Minder opgeloste deeltjes dan in extravasculair vocht
o Enkel bij specifieke indicatie intraveneus toedienen
o Vb aqua destillata
 Hypertonisch
o Meer opgeloste deeltjes dan het bloedplasma
o Toegediend om voedingsstoffen aan te brengen
 hypertone glucoseoplossingen als glucose- en calorieënbron; vb. Glucose 10%, 20%
 oplossingen van aminozuren voor de opbouw van de lichaamseiwitten, vb. Vamin.
o Nutiig bij oedemen  osmotische druk van het bloed verhogen en hierdoor vocht onttrekken
uit de interstitiële ruimte

2

, o Gemakkelijk irritatie aan de perifere venen, beter via centraal infuus
o Niet subcutaan  vocht aan de cellen onttrekken waardoor ze gaan afsterven en
weefselnecrose geven
o Perifere vene: extra aandacht op lokalisatie van de katheter


INDELING VOLGENS DE SAMENSTELLING

SUIKEROPLOSSINGEN

 Glucoseoplossingen
o Glucose 30% of 50% worden in toestanden van hypoglycemie gebruikt; 30% ook soms als
onderdeel van Totale Parenterale Nutritie
o vb. Glucose 5%, 10%, 20%
o Glucose 5% is dus licht hypotoon, vanaf 10% zijn het hypertone oplossingen.
o Hypertone glucose-oplossingen mogen niet te snel toegediend worden of er ontstaat
osmotische diurese. De toegediende vloeistoffen hebben dan weinig voedende waarde maar
vooral een diuretisch effect.
 Mannitoloplossingen
o Suikeroplossingen die niet gemetaboliseerd worden tot voedsel voor de cellen maar in
onveranderde vorm door de nieren uitgescheiden en veel water meesleuren
o Via osmotische diurese de nierfunctie op gang te brengen
o Geen geneesmiddel toevoegen


ELEKTROLYTENOPLOSSINGEN

 Enkelvoudige
o NaCl 0,9%
o Glucose 5% in NaCl 0,9%
o Glucion
 Meervoudige
o Ringer: meervoudige elektrolytenoplossing die Na, K, Ca, en Cl bevat
o Hartmann: bevat: Na, K, Ca, Cl en Lactaat2, ook wel Ringerlactaat genoemd
o Glucose in Hartmann
o Deze electrolytenoplossingen mogen nooit samen met bloed toegediend worden: calcium +
bloed kan tot klontervorming leiden.
o Glucion 10%: bevat elektrolyten die verlies via maagvocht compenseren
o Plasmalyte


AMINOZUUROPLOSSINGEN

 Vb Vamin
 Bij patiënten met voedingstekorten, meestal in combinatie met suiker of vetten
 Gelijktijdig een glucoseoplossing toedienen  aminozuren verbrand als caloriebron
 Hypertone oplossingen
o Ze mogen niet te snel toegediend worden wegens gevaar voor hyperosmolariteit van het
bloed. Te snelle toediening kan aanleiding geven tot zweten, misselijkheid en braken. 1 liter
wordt best over minimum 8u toegediend.
o Toediening via een perifeer infuus veroorzaakt vrij snel flebitis



3

, VETOPLOSSINGEN

 Bevatten essentiële vetzuren
 Patiënten met voedingstekorten, gecombineerd met suikers en aminozuren
 Vetten zijn isotone oplossingen, ze mogen ook via een perifere vene toegediend worden.
 Er wordt aangeraden te starten met een klein debiet en geleidelijk op te drijven.
o Gevaar voor overgevoeligheidsreacties
o Mogelijke symptomen: koude rillingen, warmteopwellingen, nausea, braken, hoofdpijn,
rugpijn
o Eén van de symptomen zich voordoen  infuus stopzetten en arts verwittigen
 Geen geneesmiddel toevoegen


PLASMAVERVANGENDE OPLOSSINGEN

 Synthetische colloïden
 Hoogmoleculair gewicht lang in bloedbaan te blijven en herstel van de bloeddruk
 Gelatine op basis van zetmeel
o afgeleid van gelatine, vb Haemacel, Gelofusine, Geloplasma
o afgeleid van zetmeel, vb Voluven, Rheomacrodex
 Biologische colloïden uit menselijk plasma  zeer duur


ALKALINISERENDE OPLOSSINGEN

 Bestrijding van acidose


TOEGANGSWEGEN


PERIFEER INFUUS: ARM- EN HANDVENEN

 Venen in de elleboogplooi  problemen bij debietregeling
 Venen van de onderste ledematen  niet gebruiken
 Infuus altijd gevaar voor flebitis en flebitis in de onderste ledematen  longembool
 Beperkt in het uitvoeren van de dagelijkse taken en ADL-activiteiten
 Voor de vene wordt aangeprikt
o het nodige materiaal verzameld worden;
o de infuusvloeistof voorbereid worden (met of zonder toevoegingen);
o de meest geschikte vene gekozen worden;
o de insteekplaats voorbereid worden.


CENTRAAL INFUUS: CENTRALE VENEN

 Te verkiezen
o wanneer irriterende vloeistoffen moeten toegediend worden, vb hypertone oplossingen,
sommige cytostatica, ...
o bij langdurige behandelingen met chemotherapie, antibiotica en transfusies zoals bij
patiënten met maligne aandoeningen, biedt een centraal infuus veel meer comfort aan de
patiënt
 meest gebruikte centrale venen zijn
o de subclavia vene

4

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les avis
3 année de cela

3 année de cela

Thanks for the review!

3,0

1 revues

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
ChloéG Hogeschool Gent
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
78
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
33
Documents
76
Dernière vente
4 mois de cela

3,3

42 revues

5
5
4
8
3
26
2
0
1
3

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions