Le français des affaires
Module 1.0 – Faisons connaissance
Phrases-clés ‘faisons connaissance’ (kennismaken)
Mon prénom/mon nom de famille c‘est Mijn voornaam/achternaam is
Comment est-ce que cela s’écrit? Hoe schrijf je dat?
Dois-je épeler mon nom? Moet ik mijn naam spellen?
De quelle nationalité es-tu/êtes-vous? Wat is je/uw nationaliteit?
Je suis Ik ben
Belge Belg
Marocain(e) Marokkaans
Néerlandais(e) Nederlander
Allemand(e) Duitser
Je suis Ik ben
flamand(e) (la Flandre) Vlaming (Vlaanderen)
wallon(ne) (la Wallonie) Waals (Wallonië)
anversois(e)/bruxellois(e) van Antwerpen/Brussel
Je suis néerlandophone/francophone/bilingue Ik ben Nederlandstalig/Franstalig/tweetalig
J’habite à + ville Ik woon in + stad
à Anvers In Antwerpen
dans la province d’Anvers in de provincie Antwerpen
sur la rive gauche op linkeroever
en Flandre orientale in Oost-Vlaanderen
en Flandre occidentale in West-Vlaanderen
au Limbourg in Limburg
Quel âge as-tu/avez-vous? Hoe oud ben je/bent u?
J’ai 19 ans Ik ben 19 jaar
J’étudie dans une haute école/une école Ik studeer in een hogeschool
supérieure
J’étudie la Gestion d’entreprise à (la) KdG Ik studeer Bedrijfsmanagement op KdG
Dans le secondaire, j’ai fait l’enseignement In het middelbaar heb ik ASO/TSO/BSO/KSO
général/technique/professionnel/artistique. gedaan.
L’économie – lagues Economie-talen
Le commerce Handel
Les sciences sociales et technique STW (sociale technische wetenschappen)
L’informatique Informatica
La bureautique Kantoor
1
,Module 1.1 – L’entreprise
Phrases-clés ‘enter en contact’ (contact maken)
Bonjour, Madame/Monsieur Goeiedag
Bonne journée Prettige dag verder
Bonsoir, Madame/Monsieur Goedenavond
Bonne soirée Prettige avond verder
Je me présente/Puis-je me présenter : je Mag ik me voorstellen : ik ben
m’appelle
Je travaille pour la société/l’entreprise X Ik werk voor het bedrijf X
Je travaille chez X Ik werk voor X
Enchanté(e)/très heureux(se) de faire votre Aangenaam/aangename kennismaking
connaissance
De même/ pareillement Hetzelfde
Comment allez-vous ? Hoe gaat het ermee?
Très bien, merci. Et vous ? Zeer goed, en met u?
Comment dire « in » ou « naar » devant une ville ou un pays ?
à + ville
o Je vais à Paris
En + pays féminin
En + pays commençant avec voyelle (klinker)
o J’habite en Belgique
o Je suis en Afghanistan
Au + pays masculin
Aux + pays pluriel
o Je vais au Maroc
o Je pars aux Pays-Bas
o Je pars aux États-Unis
Phrases-clés ‘se présenter’
Je suis + profession Ik ben + beroep
Je travaille comme + profession Ik werk als + beroep
Je suis secrétaire Ik ben secretaresse
Je travaille comme responsables des achats Ik werk als hoofd inkoop
Je travaille au service de + service Ik werk op de dienst + dienst
Je travaille au service de la production Ik werk op de dienst productie
Quelques professions : Sommige beroepen:
Je suis/je travaille comme … Ik ben/ Ik werk als...
Comptable Accountant
Assistant(e) Assistent
Commercial(e) Commercieel
Président-directeur général Chief Executive Officer
Employé(e) Werknemer
Exportateur/exportatrice Exporteur
Importateur/importatrice Importeur
2
, Ouvrier/ouvrière Werknemer
Représentant(e) Vertegenwoordiger
Responsable des achats Inkoopmanager
Responsable des ventes Verkoopmanager
Responsable des stocks Inventaris Manager
Secrétaire Secretaris
Technicien/technicienne Technicus
Fonctionnaire Officieel
Indépendant(e) Zelfstandige
Employeur Werkgever
Quelques services : Sommige diensten:
Je travaille au service… Ik werk in de dienstverlening...
De la production Van productie
Des achats Aankopen
Des ventes Verkoop
De la comptabilité Boekhouding
Des finances Financiën
Des ressources humaines (RH) Personeelszaken (HR)
Des relations publique (RP) Public relations (PR)
Quelques secteurs de travail : Enkele werkgebieden:
Je travaille dans Ik werk in
Les assurances Verzekering
La distribution Distributie
L’exportation maritime Maritieme uitvoer
L’importation Importeren
Le marketing Marketing
Le (pétro)chimie De (petro)chemische industrie
Le secteur bancaire De banksector
Le secteur juridique De juridische sector
Le secteur alimentaire De levensmiddelensector
Le secteur des services De dienstensector
Le secteur du tourisme De toeristische sector
Le secteur des télécommunications De telecommunicatiesector
Je m’occupe… Ik hou me bezig met:
Des assurances Verzekering
De la distribution Distributie
De l’exportation maritime Maritieme uitvoer
De l’importation Importeren
Du marketing Marketing
De la (pétro)chimie De (petro)chemische industrie
Du secteur bancaire De banksector
Du secteur juridique De juridische sector
3
Module 1.0 – Faisons connaissance
Phrases-clés ‘faisons connaissance’ (kennismaken)
Mon prénom/mon nom de famille c‘est Mijn voornaam/achternaam is
Comment est-ce que cela s’écrit? Hoe schrijf je dat?
Dois-je épeler mon nom? Moet ik mijn naam spellen?
De quelle nationalité es-tu/êtes-vous? Wat is je/uw nationaliteit?
Je suis Ik ben
Belge Belg
Marocain(e) Marokkaans
Néerlandais(e) Nederlander
Allemand(e) Duitser
Je suis Ik ben
flamand(e) (la Flandre) Vlaming (Vlaanderen)
wallon(ne) (la Wallonie) Waals (Wallonië)
anversois(e)/bruxellois(e) van Antwerpen/Brussel
Je suis néerlandophone/francophone/bilingue Ik ben Nederlandstalig/Franstalig/tweetalig
J’habite à + ville Ik woon in + stad
à Anvers In Antwerpen
dans la province d’Anvers in de provincie Antwerpen
sur la rive gauche op linkeroever
en Flandre orientale in Oost-Vlaanderen
en Flandre occidentale in West-Vlaanderen
au Limbourg in Limburg
Quel âge as-tu/avez-vous? Hoe oud ben je/bent u?
J’ai 19 ans Ik ben 19 jaar
J’étudie dans une haute école/une école Ik studeer in een hogeschool
supérieure
J’étudie la Gestion d’entreprise à (la) KdG Ik studeer Bedrijfsmanagement op KdG
Dans le secondaire, j’ai fait l’enseignement In het middelbaar heb ik ASO/TSO/BSO/KSO
général/technique/professionnel/artistique. gedaan.
L’économie – lagues Economie-talen
Le commerce Handel
Les sciences sociales et technique STW (sociale technische wetenschappen)
L’informatique Informatica
La bureautique Kantoor
1
,Module 1.1 – L’entreprise
Phrases-clés ‘enter en contact’ (contact maken)
Bonjour, Madame/Monsieur Goeiedag
Bonne journée Prettige dag verder
Bonsoir, Madame/Monsieur Goedenavond
Bonne soirée Prettige avond verder
Je me présente/Puis-je me présenter : je Mag ik me voorstellen : ik ben
m’appelle
Je travaille pour la société/l’entreprise X Ik werk voor het bedrijf X
Je travaille chez X Ik werk voor X
Enchanté(e)/très heureux(se) de faire votre Aangenaam/aangename kennismaking
connaissance
De même/ pareillement Hetzelfde
Comment allez-vous ? Hoe gaat het ermee?
Très bien, merci. Et vous ? Zeer goed, en met u?
Comment dire « in » ou « naar » devant une ville ou un pays ?
à + ville
o Je vais à Paris
En + pays féminin
En + pays commençant avec voyelle (klinker)
o J’habite en Belgique
o Je suis en Afghanistan
Au + pays masculin
Aux + pays pluriel
o Je vais au Maroc
o Je pars aux Pays-Bas
o Je pars aux États-Unis
Phrases-clés ‘se présenter’
Je suis + profession Ik ben + beroep
Je travaille comme + profession Ik werk als + beroep
Je suis secrétaire Ik ben secretaresse
Je travaille comme responsables des achats Ik werk als hoofd inkoop
Je travaille au service de + service Ik werk op de dienst + dienst
Je travaille au service de la production Ik werk op de dienst productie
Quelques professions : Sommige beroepen:
Je suis/je travaille comme … Ik ben/ Ik werk als...
Comptable Accountant
Assistant(e) Assistent
Commercial(e) Commercieel
Président-directeur général Chief Executive Officer
Employé(e) Werknemer
Exportateur/exportatrice Exporteur
Importateur/importatrice Importeur
2
, Ouvrier/ouvrière Werknemer
Représentant(e) Vertegenwoordiger
Responsable des achats Inkoopmanager
Responsable des ventes Verkoopmanager
Responsable des stocks Inventaris Manager
Secrétaire Secretaris
Technicien/technicienne Technicus
Fonctionnaire Officieel
Indépendant(e) Zelfstandige
Employeur Werkgever
Quelques services : Sommige diensten:
Je travaille au service… Ik werk in de dienstverlening...
De la production Van productie
Des achats Aankopen
Des ventes Verkoop
De la comptabilité Boekhouding
Des finances Financiën
Des ressources humaines (RH) Personeelszaken (HR)
Des relations publique (RP) Public relations (PR)
Quelques secteurs de travail : Enkele werkgebieden:
Je travaille dans Ik werk in
Les assurances Verzekering
La distribution Distributie
L’exportation maritime Maritieme uitvoer
L’importation Importeren
Le marketing Marketing
Le (pétro)chimie De (petro)chemische industrie
Le secteur bancaire De banksector
Le secteur juridique De juridische sector
Le secteur alimentaire De levensmiddelensector
Le secteur des services De dienstensector
Le secteur du tourisme De toeristische sector
Le secteur des télécommunications De telecommunicatiesector
Je m’occupe… Ik hou me bezig met:
Des assurances Verzekering
De la distribution Distributie
De l’exportation maritime Maritieme uitvoer
De l’importation Importeren
Du marketing Marketing
De la (pétro)chimie De (petro)chemische industrie
Du secteur bancaire De banksector
Du secteur juridique De juridische sector
3
