Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Biochemie

Note
-
Vendu
-
Pages
73
Publié le
16-06-2021
Écrit en
2020/2021

Samenvatting van de volledige cursus Biochemie van het eerste jaar Chemie, kan gebruikt worden voor elke afstudeerrichting (chemie, biochemie, proceschemie). Ook personen die BLT doen kunnen deze samenvatting gebruiken. Staan ook tekeningen bij. Biochemie is een vak in het tweede trimester.

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
16 juin 2021
Nombre de pages
73
Écrit en
2020/2021
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Biochemie

H1: Algemene inleiding

1.1 Wat is biochemie

1.1.1 Algemene situering

Biochemie is gebaseerd op reductionisme:
- = proberen de individuele moleculen waaruit het lichaam of cel bestaat te isoleren om
ze afzonderlijk te bestuderen

1.1.2 Kort historisch overzicht

1.1.3 Biochemie: onderverdeling in 3 delen

Biochemie is een interdisciplinaire wetenschap dat uit 3 deelluiken bestaat:
1) structurele chemie
- = chemie van de componenten van levende materie
- relatie tussen chemische structuur en biologische functies
- bestuderen van de moleculen die instaan voor de structuur en werking van de
cel
- fysische eigenschappen en structuur van eiwitten, suikers, lipiden
2) metabolisme
- = het totaal aan chemische reacties in levende materie
3) genetica
- = de chemie van de processen en substanties die biologische informatie
opslaan en doorgeven

1.2 Biochemie als chemische wetenschap

De 29 chemische elementen zijn (bio)moleculen:
- micromoleculen kunnen zich polymeriseren tot macromoleculen m.b.v. water
→ aminozuur tot een eiwit, nucleotiden tot nucleïnezuren
- ook monomeren kunnen zich polymeriseren tot polymeren m.b.v. water
→ er ontstaat dan een covalente binding & een residu
→ = het deel van de molecule dat achterblijft in een polymeer

Er zijn 2 soorten polymeren:
1) homopolymeren
- = een polymeer opgebouwd uit identieke monomeren
- polysachariden die opgebouwd zijn uit 1 monosachariden (vb. cellulose)
2) heteropolymeren
- = een polymeer opgebouwd uit verschillende monomeren
- DNA, RNA die opgebouwd zijn uit A, T, G, C, U, zijn polynucleotiden
- eiwitten zijn opgebouwd uit 20 aminozuren, zijn polypeptiden
- polysachariden die opgebouwd zijn uit min. 2 verschillende monosachariden


1

,Polymeren zijn de structurele en functionele eenheid van de cel:
1) polysachariden
- structuur van energievoorziening
2) polynucleotiden
- informatie opslag
- transmissie en expressie
3) polypeptiden
- structureel diverser dan nucleïnezuren en koolhydraten
- structuur, transport, hormonen en receptoren, antilichamen en enzymen
4) lipiden
- zeer heterogene groep van chemische structuren
- weinig oplosbaar in water
- diverse functies
- structureel element van het membraan
- kunnen geen polymeren vormen

1.2.1 Chemische elementen

Levende wezens:
- bestaan tot 70 % uit water
- bestaan uit 29 verschillende chemische elementen, opgedeeld in in 4 groepen:
→ groep 1 tot 3 zijn essentieel voor elk mens, groep 4 komt niet bij iedereen voor
1) groep 1: C, H, O, N
- verantwoordelijk voor 99% van de massa in meeste cellen
- vormen sterke covalente bindingen (kunnen enkelvoudige, dubbele en
triple bindingen aangaan)
- koolstof is voornamelijk het vaste materiaal van de cel
- belangrijke organische componenten;
→ alcoholen, aldehyden, ketonen, carbonzuur, thiolen en amines
- belangrijke functionele groepen:
- hydroxyl, acyl, carbonyl, carboxyl, carboxylaat, thiol, amino, fosfaat,
fosforyl




2

, 2) groep 2: S, P, K, Na
- minder aanwezig dan groep 1
- S is een essentieel component van eiwitten
- P heeft een belangrijke rol in energiemetabolisme en in de structuur
van nucleïnezuren
3) groep 3: Cu, Fe, Mn, Zn
- metalen die aanwezig zijn in kleine hoeveelheden in alle organismen
en die essentieel zijn voor het leven
4) groep 4: Al, B, I, Ni
- sporenelementen die in bepaalde organismen voorkomen

1.2.2 Cellen bevatten 4 belangrijke groepen van biomoleculen

1.2.2.1 Aminozuren

Aminozuur:
- hebben een amino- en zuurfunctie op een centraal C-atoom
- in water zijn deze groepen geïoniseerd, er zijn geladen en niet-geladen groepen
= een zwitterion
- basisstructuur is hetzelfde, verschillende enkel in zij-keten

1.2.2.2 Koolhydraten

Koolhydraat:
- monosachariden hebben formule (CH2O)n
- de structuur in waterige oplossing is een cyclische verbinding, vaak zijn er
hydroxylgroepen vervangen door andere groepen

1.2.2.3 Nucleotiden

Nucleotide:
- bestaat uit een 5-koolstof suiker, een stikstofbase en 1 of meerdere fosfaatgroepen




3

, H2: De matrix van het leven

2.1 Inleiding

Afmetingen:
- van biomoleculen zijn veel kleiner dan microscopische resolutie, daarom wordt de
lengtemaat Angstrom gebruikt
→ is 10-10 of 0,1 nm
→ is een X-straal diffractie nodig om dit te bekijken

2.2 Niet covalente moleculaire interacties

Niet covalente interacties:
- treden op tussen:
1) ionen
2) moleculen
3) delen van moleculen
- spelen belangrijke rol in bijna alle biochemische reacties
- zwakke wisselwerking tussen de buitenste elektronen van
atomen
- bindingsenergie is 10x tot 100x lager dan covalente bindingen

Eigenschappen:
1) reversibel
- zeer dynamisch, continu vorming en afbraak
2) sterk beïnvloedbaar door aanwezigheid van water en ionen
3) afhankelijk van de onderlinge afstand tussen de interacterende moleculaire
structuren

Soorten niet covalente interacties:
1) elektrostatische interacties (ionaire bindingen)
2) van der Waals krachten
3) waterstofbruggen
4) hydrofobe interacties

Van der Waals krachten:
- relatief zwakke elektrostatische interacties
- aantrekking of afstoting afhankelijk van de afstand tussen atomen
- indien moleculen of atomen geen covalente bindingen bezitten komen ze dicht bij
elkaar elkaar en gaan de buitenste elektronen orbitalen overlappen, er ontstaat een
gemeenschappelijke afstoting
→ repulsie neemt sterk toe wanneer de afstand tussen het midden afneemt
→ de straal is de afstand waarbij de moleculen het dichtst op elkaar gepakt zijn
- 3 types:
1) dipool - geïnduceerde dipool interacties
- ontstaat door een tijdelijke verschuiving van de elektronenwolk rond
een neutrale groep door toenadering van een ion of een permanente
dipool


4
€8,93
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
laurabrouwers Thomas More Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
37
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
14
Documents
27
Dernière vente
2 mois de cela

4,0

4 revues

5
1
4
2
3
1
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions