(Neo) corporatisme
Oorsprong:
Sociaal-katholocisme: Rerum Novarum (eigen katholieke leer)
Samenleving is als orgaan (corpus), elk zijn rol, geen conflict
‘neo’ om verschil te maken corporatisme in facisme en antidemocratische regimes p186
Geen dwang!
Geprivilegieerde relatie!
Wijst op betrkken bepaalde groepen bij (sociaal economische) overheidsbestuur
Via gepriv relaties
Waardoor ze invloed krijgen op formuleren + implementeren beleid
Soort “insider status”
Spelen als politiek onverkozen org belangrijke rol besluitvormingsproces
Politiek deelt macht met “sociale partners”, enkel geselecteerde organisaties
Sodaro
Kern: integratie in systeem van “peak associations” (grote hierarische, georganiseerde
belangengroepen die veel mensen vertegenwoordigen + machtige leiders)
Bij ontmoetingen vaak vertegenwoordigers overheid
Elites werken samen deals uit (bv lonen, uitkeringen, …)
Verschil Pluralisme en neocorporatisme?
Pluralisme Neocorporatisme
Groepslidmaatschap; vrij en beperkt Meer georganiseerd
Duidelijk onderscheid belangengroepen en Overheid stimuleert met syndicale
overheid premies (zie slide)
(Overheid als soort notaris die akkoorden Peak associations!!!
onderhandelende partijen registreert en evt Lidmaatschap ervan; meestal verplicht
mee uitvoert) Groepen systematisch betrokken in
opmaken en uitvoeren beleid
Overheid actieve partner
Geen eenduidige operationalisering (criteria p187)
“interest representation” : belangenvertegenwoordiging (Smitter volgt dit)
Te enge beschrijving; ook beleidsverantwoordelijkheid!
Beter term “interest intermediation”
Ruil of basiscompromis
Basiscompromis: steun en knowhow, stakingen volgens regels houden (ze gedisciplineerd aan werk houden
door sociaal overleg is achterliggen reden), bundelen eisen achterban,…
Elites belangengroepen; vrij grote autonomie zonder controle overheid
Grote offiële machtspositie beschikken bv in sociaal overleg (NAR, groep van 10, RIZIV)
Joint-decision-making; belangenorg betrokken bij totstandkoming tot implementatie beleid
ConcCERtatie ipv meerderheidsbesluitvorming
Concertatie centraal
Overleg die consulteren overstijgt
NC ook vorm conflictregulatie
Band tussen vakbonden en partijen (verzuiling)
Groeiden uit versch breuklijnen
Bestaat nog steeds bevoorrechte relatie met zuilpartij
Sterke machtspositie “encompassing” sociale partners
Dwz vele leden verenigen om politiek relevant te zijn + zo ook veel potentiele kiezers
Controle over achterban
Elite sluit onderling (bipartisme) en met overheid (tripartisme) akkoorden
Die tov achterban afgedwongen moeten worden
Elites versch belangenorg onderhandelen met elkaar (horizontaal)
Maar daarvoor controle nodig (verticaal) met achterban
Bedreiging of versterking democratie? P189 bovenaan
Primaat politiek*, “new right”* -> moral hazard! , deel “midden veld” of deel “het systeem”
Oorsprong:
Sociaal-katholocisme: Rerum Novarum (eigen katholieke leer)
Samenleving is als orgaan (corpus), elk zijn rol, geen conflict
‘neo’ om verschil te maken corporatisme in facisme en antidemocratische regimes p186
Geen dwang!
Geprivilegieerde relatie!
Wijst op betrkken bepaalde groepen bij (sociaal economische) overheidsbestuur
Via gepriv relaties
Waardoor ze invloed krijgen op formuleren + implementeren beleid
Soort “insider status”
Spelen als politiek onverkozen org belangrijke rol besluitvormingsproces
Politiek deelt macht met “sociale partners”, enkel geselecteerde organisaties
Sodaro
Kern: integratie in systeem van “peak associations” (grote hierarische, georganiseerde
belangengroepen die veel mensen vertegenwoordigen + machtige leiders)
Bij ontmoetingen vaak vertegenwoordigers overheid
Elites werken samen deals uit (bv lonen, uitkeringen, …)
Verschil Pluralisme en neocorporatisme?
Pluralisme Neocorporatisme
Groepslidmaatschap; vrij en beperkt Meer georganiseerd
Duidelijk onderscheid belangengroepen en Overheid stimuleert met syndicale
overheid premies (zie slide)
(Overheid als soort notaris die akkoorden Peak associations!!!
onderhandelende partijen registreert en evt Lidmaatschap ervan; meestal verplicht
mee uitvoert) Groepen systematisch betrokken in
opmaken en uitvoeren beleid
Overheid actieve partner
Geen eenduidige operationalisering (criteria p187)
“interest representation” : belangenvertegenwoordiging (Smitter volgt dit)
Te enge beschrijving; ook beleidsverantwoordelijkheid!
Beter term “interest intermediation”
Ruil of basiscompromis
Basiscompromis: steun en knowhow, stakingen volgens regels houden (ze gedisciplineerd aan werk houden
door sociaal overleg is achterliggen reden), bundelen eisen achterban,…
Elites belangengroepen; vrij grote autonomie zonder controle overheid
Grote offiële machtspositie beschikken bv in sociaal overleg (NAR, groep van 10, RIZIV)
Joint-decision-making; belangenorg betrokken bij totstandkoming tot implementatie beleid
ConcCERtatie ipv meerderheidsbesluitvorming
Concertatie centraal
Overleg die consulteren overstijgt
NC ook vorm conflictregulatie
Band tussen vakbonden en partijen (verzuiling)
Groeiden uit versch breuklijnen
Bestaat nog steeds bevoorrechte relatie met zuilpartij
Sterke machtspositie “encompassing” sociale partners
Dwz vele leden verenigen om politiek relevant te zijn + zo ook veel potentiele kiezers
Controle over achterban
Elite sluit onderling (bipartisme) en met overheid (tripartisme) akkoorden
Die tov achterban afgedwongen moeten worden
Elites versch belangenorg onderhandelen met elkaar (horizontaal)
Maar daarvoor controle nodig (verticaal) met achterban
Bedreiging of versterking democratie? P189 bovenaan
Primaat politiek*, “new right”* -> moral hazard! , deel “midden veld” of deel “het systeem”