Criteria´s
1. Onderbouwt hoe hij/zij op constructieve wijze de situatie heeft
geëvalueerd met betrokkene(n).
2. Onderbouwt met voorbeelden hoe eigen grenzen en gevoelens
gehanteerd zijn tijdens en na de onvoorziene en/of crisissituatie.
3. Onderbouwt hoe de eigen communicatie tijdens de onvoorziene en/of
crisissituatie tot het gewenste effect heeft geleid.
4. Onderbouwt hoe het eigen handelen past bij de wettelijke richtlijnen en
afspraken van de instelling.
5. Onderbouwt hoe signalen van betrokkene(n) hebben geleid tot keuzes in
het handelen.
6. Onderbouwt hoe de uitgangspunten die horen bij het terugdringen van
drang en dwang wel of niet zijn toegepast.