Pijn
1.Oriëntatie
Meest voorkomend symptoom
Pijn is vervelend, lastig en eigenlijk altijd overbodig
Toekomstige verpleegkundige de nodige kennis
Inspanningen op het vlak van pijnbestrijding
Mythes gevestigd m.b.t. Pijn
Echte pijn heeft een organische oorzaak
Stel het nemen van een pijnstiller zo lang mogelijk uit
Pijngewaarwording vermindert met de leeftijd
pijn verwijst altijd naar weefselschade
Je moet leren leven met pijn
Morfine is het laatste redmiddel
Chronische pijn geneest door rust
Geef een pijnstiller op het moment dat de patiënt pijn heeft
1.1. Wat is pijn
1.1.1. Neurofysiologie
Geregistreerd door perifere receptoren, nociceptoren
Ruggenmerg wordt de pijninformatie voortgeleid naar de
hogere zenuwcentra
Het centraal zenuwstelsel worden de zenuwprikkels door de
efferente motorische neuronen
1.1.2. Definities en het
multidimensioneel karakter van pijn
Pijn is een onaangename sensorische en emotionele
gewaarwording
Pijn is altijd subjectief
Woord pijn te gebruiken op basis van ervaringen
Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en wanneer de patiënt zegt dat het er is.
Acute pijn is “ sterk onaangename gewaarwording die één seconde tot nog geen zes
maanden duurt”
Chronische pijn is “aanhoudende of intermitterende sterk onaangename gewaarwording
die langer dan zes maanden duurt.”
Subjectief: varieert tussen mensen – eenzelfde ingreep nooit dezelfde pijn –
pijndrempel en pijntolerantiedrempel
1
, Multidimensioneel: begrip verschillende aspecten
Pijn kan een ernstig effect hebben op de patiënt
en zijn naasten
Relatieproblemen kunnen op hun beurt weer de
pijn verergeren
Pijn brengt kosten met zich mee
Multidisciplinaire aanpak voor een optimaal
herstel van patiënten
1.1.3. De poorttheorie
Gate control theory van Melzack & Wall
Handelen met betrekking tot pijn sterk beïnvloedt
Twee soorten zenuwvezels: dikke en dunne zenuwvezels
Dunne zenuwvezels
o Openen van een denkbeeldige poort in het ruggenmerg
o Poort openstaat worden prikkels
o Doorgestuurd naar de hersenen
o Pijngewaarwording
Sluiten Persoon geen of minder pijn voelt
o Door prikkeling van de dikke zenuwvezels perifeer wrijven over beschadigd
lichaamsdeel dikke zenuwvezels geprikkeld
o Afgifte van lichaamseigen opiaten : endorfinen en enkefalinen
Afgegeven bij bepaalde prikkelingen in hersenstam en/of ruggenmerg
o Zogenaamde cognitieve- controlemechanismen
Aan psychologische processen zoals angst, aandacht voor pijn,
2
1.Oriëntatie
Meest voorkomend symptoom
Pijn is vervelend, lastig en eigenlijk altijd overbodig
Toekomstige verpleegkundige de nodige kennis
Inspanningen op het vlak van pijnbestrijding
Mythes gevestigd m.b.t. Pijn
Echte pijn heeft een organische oorzaak
Stel het nemen van een pijnstiller zo lang mogelijk uit
Pijngewaarwording vermindert met de leeftijd
pijn verwijst altijd naar weefselschade
Je moet leren leven met pijn
Morfine is het laatste redmiddel
Chronische pijn geneest door rust
Geef een pijnstiller op het moment dat de patiënt pijn heeft
1.1. Wat is pijn
1.1.1. Neurofysiologie
Geregistreerd door perifere receptoren, nociceptoren
Ruggenmerg wordt de pijninformatie voortgeleid naar de
hogere zenuwcentra
Het centraal zenuwstelsel worden de zenuwprikkels door de
efferente motorische neuronen
1.1.2. Definities en het
multidimensioneel karakter van pijn
Pijn is een onaangename sensorische en emotionele
gewaarwording
Pijn is altijd subjectief
Woord pijn te gebruiken op basis van ervaringen
Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en wanneer de patiënt zegt dat het er is.
Acute pijn is “ sterk onaangename gewaarwording die één seconde tot nog geen zes
maanden duurt”
Chronische pijn is “aanhoudende of intermitterende sterk onaangename gewaarwording
die langer dan zes maanden duurt.”
Subjectief: varieert tussen mensen – eenzelfde ingreep nooit dezelfde pijn –
pijndrempel en pijntolerantiedrempel
1
, Multidimensioneel: begrip verschillende aspecten
Pijn kan een ernstig effect hebben op de patiënt
en zijn naasten
Relatieproblemen kunnen op hun beurt weer de
pijn verergeren
Pijn brengt kosten met zich mee
Multidisciplinaire aanpak voor een optimaal
herstel van patiënten
1.1.3. De poorttheorie
Gate control theory van Melzack & Wall
Handelen met betrekking tot pijn sterk beïnvloedt
Twee soorten zenuwvezels: dikke en dunne zenuwvezels
Dunne zenuwvezels
o Openen van een denkbeeldige poort in het ruggenmerg
o Poort openstaat worden prikkels
o Doorgestuurd naar de hersenen
o Pijngewaarwording
Sluiten Persoon geen of minder pijn voelt
o Door prikkeling van de dikke zenuwvezels perifeer wrijven over beschadigd
lichaamsdeel dikke zenuwvezels geprikkeld
o Afgifte van lichaamseigen opiaten : endorfinen en enkefalinen
Afgegeven bij bepaalde prikkelingen in hersenstam en/of ruggenmerg
o Zogenaamde cognitieve- controlemechanismen
Aan psychologische processen zoals angst, aandacht voor pijn,
2