COMFORT: VISUEEL 1
1. Inleiding
- Visueel comfort voor een persoon is de gemoedstoestand die tevredenheid met de visuele
omgeving uitdrukt
- Fotosynthese = planten zetten onder invloed van water en licht CO2 om in koolhydraten (glucose)
→ O2 komt vrij
o 24kg CO2/boom → 500 bomen/ha → 12 ton CO2
o 100km Diesel → 1 boom compenseert
- Groene oppervlakken introduceren → tegengaan microklimaat (plaatselijke opwarming)
- Algengevel → algen groeien door licht en CO2 → biogas → brandstofcel (warmte + stroom)
o Duurzame energie, thermische isolatie, geluiddempend
1.2 Fysiologische aspecten
- Licht geeft indicatie van ruimte en tijd → anders desoriëntatie
- Omwenteling Aarde → dag/nacht → bioritme → slaap-waakritme/circadiaan ritme
- Daglicht kan myopie/bijziendheid vermijden of afremmen
a. FOTOBIOLOGISCH
- Zon op → Cortisol (stresshormoon) door korte blauwe golven → eiwitten aanmaken →
aminozuren vrij → glucose → Energie
- Zon onder → Melatonine
- Vitamine D → door UV-licht uit zonnespectrum → calcium uit voedsel → spieren + botten
1.3 Psychologische aspecten
- Weinig zonneschijn → meer vermoeidheid en depressies
- SAD = seasonal affective disorder → seizoensdepressie (te weinig aan licht) → lichttherapie
1.4 Visueel comfort creëren
- Visueel comfort = kwaliteit van ruimte → inzicht en inzicht belangrijk
o Ruimtefuncties
o Ruimtebeleving
2. Fysische aspecten - wat is licht?
- Licht is een fysisch verschijnsel (golfbeweging)
o Lichtgolven zijn elektromagnetische straling
▪ Elektromagnetisch spectrum (korte kosmische stralen tot lange radiogolven)
o Zichtbaar licht = deel van elektromagnetisch spectrum zichtbaar voor mens = zichtbaar
spectrum (380nm violet kort-780nm rood lang)
o Zonnespectrum = zichtbaar spectrum + kort UV-licht + lang IR-licht
i. Ultraviolet licht
- UV A: diep in huid
- UV B: buitenste lagen van huid beschadigend
- UV C: geblokkeerd door ozon
ii. Infrarood
- NIR: near infrared: dicht bij zichtbaar spectrum
- FIR: far infrared: verst verwijderd van zichtbaar spectrum
, iii. Elektromagnetische straling
- Lichtsnelheid c = 300.000 km/s
o Kwalitatief
▪ Golflengte (nm)
▪ Frequentie (Hz)
▪ Stralingsenergie E noemt toe met frequentie
• Radiogolven: grote golflengte, kleine f, minder E
• 3 parameters bepalen kleur van licht (colorimetrie)
o Kwantitatief
- Hoeveelheid licht (fotometrische kenmerken)
iv. Kleurenspectrum
- Newton, 17e eeuw → zonlicht bestaat uit kleuren regenboog → kleurenspectrum
v. Lichtbreking (prismatische beglazing)
- = refractie → op grensvlak, wanneer licht door stof gaat (niet bij loodrechte inval)
- Hoe groter dichtheid, hoe dichter refractie naar de normaal
- Invalshoek i = hoek tussen normaal en richting lichtstraal
- Invalshoek bij maximale breking 90° = grenshoek i’
o Als invalshoek > grenshoek → reflectie
- Brekingshoek r
o r1 < i1 → dichtheid 2 > dichtheid 1
o max 90°
- optische dichtheid = brekingsindex = verhouding van sinus invalshoek en sinus brekingshoek =
brekingswet/ Wet van Snellius
vi. Ontwerpen met licht
- Beweegbare lamellen → zonlicht buigen → breking + totale reflectie
- Heliostaten = beweegbare spiegels op dak → licht dieper in ruimte
- Verblinding door reflecties voorkomen
- Daglichtlamellen: daglicht dieper in ruimte + zonlicht weren → gebogen lamellen, bovenkant uit
hoogreflecterend materiaal
o Bovenste lamellen sturen daglicht dieper in ruimte via plafonreflectie
o Onderste lamellen weren zonlicht
vii. Monochromatisch licht
- Licht uit één golflengte → valt niet uiteen in regenboogkleuren
- Continu spectrum als alle golflengtes van zichtbaar licht aanwezig zijn
- Gloeilamp (rood) → continu spectrum
- Laser (lichtblauw) → smalle band golflengtes
, 2.2 Het zicht
- Oog = camera
o Pupil = opening lens
o Iris = diafragma (kleiner bij veel licht)
o Retina/netvlies = lichtmeter
- Adaptiemechanisme = samenwerking pupil, iris en retina naargelang lichtintensiteit
- Accomodatiemechanisme = accomodatiespier past ooglens aan voor scherp beeld (boller voor
dichtbij, platter voor ver)
b. Netvlies
- Fotoreceptoren
o Staafjes = rods (125mil)→ gevoelig voor licht, helderheidsverschillen, werken bij weinig
licht (scotopisch)
o Kegeltjes = cones (6.5mil)→ kleur waarnemen, pas bij goed verlicht (fotopisch)
▪ 10% korte golflengtes B = β-kegeltjes
▪ 30% middellange golflengtes G = γ- kegeltjes
▪ 60% lange golflengtes R = ρ- kegeltjes
- Internationaal verlichtingsinstituut CIE
o Standaard menselijk oog → spectrale gevoeligheid
▪ hoogst bij 507nm (weinig licht)
▪ Hoogst bij 555nm (veel licht)
2.3 Kleur van licht
- Kleur van licht = additieve menging van 3 primaire kleuren RGB (samen wit)
2.3.1 Chromaciteitsdiagram
- Kleur voorstellen door chromaciteitscoördinaten X,Y,Z (som = 1 = wit licht)
- Z = 1- (X+Y) → 2D-model = CIE-kleurendriehoek
- Kleuren met gelijke verzadiging (neemt af naar mid)
- Lijn van gelijke tinten (versch verzad. van = kleur)
- Niet spectrale kleuren (magenta’s)
- Spectrale kleuren op parabool
- Punt door W → complementaire kleur aan andere kant (samen wit)
- Kromme Max Planck (kleurtemperatuur E-uitstraling door zwart lichaam)
Plancske curve
- Zwart lichaam absorbeert
alle elektromagnetische
straling
- Kleurtemperaturen in
Kelvin →zwart lichaam =
1500°K (niet zichtbaar
menselijk oog → te grote
golflengte)
- Belangrijk voor
kleurtemperatuur en
kleurweergave
1. Inleiding
- Visueel comfort voor een persoon is de gemoedstoestand die tevredenheid met de visuele
omgeving uitdrukt
- Fotosynthese = planten zetten onder invloed van water en licht CO2 om in koolhydraten (glucose)
→ O2 komt vrij
o 24kg CO2/boom → 500 bomen/ha → 12 ton CO2
o 100km Diesel → 1 boom compenseert
- Groene oppervlakken introduceren → tegengaan microklimaat (plaatselijke opwarming)
- Algengevel → algen groeien door licht en CO2 → biogas → brandstofcel (warmte + stroom)
o Duurzame energie, thermische isolatie, geluiddempend
1.2 Fysiologische aspecten
- Licht geeft indicatie van ruimte en tijd → anders desoriëntatie
- Omwenteling Aarde → dag/nacht → bioritme → slaap-waakritme/circadiaan ritme
- Daglicht kan myopie/bijziendheid vermijden of afremmen
a. FOTOBIOLOGISCH
- Zon op → Cortisol (stresshormoon) door korte blauwe golven → eiwitten aanmaken →
aminozuren vrij → glucose → Energie
- Zon onder → Melatonine
- Vitamine D → door UV-licht uit zonnespectrum → calcium uit voedsel → spieren + botten
1.3 Psychologische aspecten
- Weinig zonneschijn → meer vermoeidheid en depressies
- SAD = seasonal affective disorder → seizoensdepressie (te weinig aan licht) → lichttherapie
1.4 Visueel comfort creëren
- Visueel comfort = kwaliteit van ruimte → inzicht en inzicht belangrijk
o Ruimtefuncties
o Ruimtebeleving
2. Fysische aspecten - wat is licht?
- Licht is een fysisch verschijnsel (golfbeweging)
o Lichtgolven zijn elektromagnetische straling
▪ Elektromagnetisch spectrum (korte kosmische stralen tot lange radiogolven)
o Zichtbaar licht = deel van elektromagnetisch spectrum zichtbaar voor mens = zichtbaar
spectrum (380nm violet kort-780nm rood lang)
o Zonnespectrum = zichtbaar spectrum + kort UV-licht + lang IR-licht
i. Ultraviolet licht
- UV A: diep in huid
- UV B: buitenste lagen van huid beschadigend
- UV C: geblokkeerd door ozon
ii. Infrarood
- NIR: near infrared: dicht bij zichtbaar spectrum
- FIR: far infrared: verst verwijderd van zichtbaar spectrum
, iii. Elektromagnetische straling
- Lichtsnelheid c = 300.000 km/s
o Kwalitatief
▪ Golflengte (nm)
▪ Frequentie (Hz)
▪ Stralingsenergie E noemt toe met frequentie
• Radiogolven: grote golflengte, kleine f, minder E
• 3 parameters bepalen kleur van licht (colorimetrie)
o Kwantitatief
- Hoeveelheid licht (fotometrische kenmerken)
iv. Kleurenspectrum
- Newton, 17e eeuw → zonlicht bestaat uit kleuren regenboog → kleurenspectrum
v. Lichtbreking (prismatische beglazing)
- = refractie → op grensvlak, wanneer licht door stof gaat (niet bij loodrechte inval)
- Hoe groter dichtheid, hoe dichter refractie naar de normaal
- Invalshoek i = hoek tussen normaal en richting lichtstraal
- Invalshoek bij maximale breking 90° = grenshoek i’
o Als invalshoek > grenshoek → reflectie
- Brekingshoek r
o r1 < i1 → dichtheid 2 > dichtheid 1
o max 90°
- optische dichtheid = brekingsindex = verhouding van sinus invalshoek en sinus brekingshoek =
brekingswet/ Wet van Snellius
vi. Ontwerpen met licht
- Beweegbare lamellen → zonlicht buigen → breking + totale reflectie
- Heliostaten = beweegbare spiegels op dak → licht dieper in ruimte
- Verblinding door reflecties voorkomen
- Daglichtlamellen: daglicht dieper in ruimte + zonlicht weren → gebogen lamellen, bovenkant uit
hoogreflecterend materiaal
o Bovenste lamellen sturen daglicht dieper in ruimte via plafonreflectie
o Onderste lamellen weren zonlicht
vii. Monochromatisch licht
- Licht uit één golflengte → valt niet uiteen in regenboogkleuren
- Continu spectrum als alle golflengtes van zichtbaar licht aanwezig zijn
- Gloeilamp (rood) → continu spectrum
- Laser (lichtblauw) → smalle band golflengtes
, 2.2 Het zicht
- Oog = camera
o Pupil = opening lens
o Iris = diafragma (kleiner bij veel licht)
o Retina/netvlies = lichtmeter
- Adaptiemechanisme = samenwerking pupil, iris en retina naargelang lichtintensiteit
- Accomodatiemechanisme = accomodatiespier past ooglens aan voor scherp beeld (boller voor
dichtbij, platter voor ver)
b. Netvlies
- Fotoreceptoren
o Staafjes = rods (125mil)→ gevoelig voor licht, helderheidsverschillen, werken bij weinig
licht (scotopisch)
o Kegeltjes = cones (6.5mil)→ kleur waarnemen, pas bij goed verlicht (fotopisch)
▪ 10% korte golflengtes B = β-kegeltjes
▪ 30% middellange golflengtes G = γ- kegeltjes
▪ 60% lange golflengtes R = ρ- kegeltjes
- Internationaal verlichtingsinstituut CIE
o Standaard menselijk oog → spectrale gevoeligheid
▪ hoogst bij 507nm (weinig licht)
▪ Hoogst bij 555nm (veel licht)
2.3 Kleur van licht
- Kleur van licht = additieve menging van 3 primaire kleuren RGB (samen wit)
2.3.1 Chromaciteitsdiagram
- Kleur voorstellen door chromaciteitscoördinaten X,Y,Z (som = 1 = wit licht)
- Z = 1- (X+Y) → 2D-model = CIE-kleurendriehoek
- Kleuren met gelijke verzadiging (neemt af naar mid)
- Lijn van gelijke tinten (versch verzad. van = kleur)
- Niet spectrale kleuren (magenta’s)
- Spectrale kleuren op parabool
- Punt door W → complementaire kleur aan andere kant (samen wit)
- Kromme Max Planck (kleurtemperatuur E-uitstraling door zwart lichaam)
Plancske curve
- Zwart lichaam absorbeert
alle elektromagnetische
straling
- Kleurtemperaturen in
Kelvin →zwart lichaam =
1500°K (niet zichtbaar
menselijk oog → te grote
golflengte)
- Belangrijk voor
kleurtemperatuur en
kleurweergave