Algemene farmacologie
Endocrien stelsel
Endocrien stelsel (hormoonstelsel) reguleert de activiteit van organen en fysieke systemen (bv
lichaamstemperatuur):
- communicatie tussen cellen, organen en weefsels in het lichaam
- dmv chemische signaalstoffen (hormonen)
- op afstand of lokaal
- owv homeostase negatieve terugkoppeling
Homeostase
Homeo: onveranderlijk
Stasis: stilstand
-> streven naar een intern evenwicht/ balans
“behoud van een relatief, constant inwendig milieu”
Regulering:
Receptor gevoelig voor verandering (prikkel of stimulus)
Feedback:
-> bv thermostaat detecteert temperatuur daling
Detectie van correcte
Besturingscentrum of integratiecentrum ontvangen en verwerken informatie van de receptor
temperatuur
-> bv aansturing verwarming
Effector: reactie op signaal van besturingscentrum (resultaat)
-> bv verwarming produceert meer warmte
Communicatie en coördinatie functies in het lichaam
Hormoonstelsel Zenuwstelsel
Chemische signaalstoffen: hormonen Chemische signaalstoffen: neurotransmitters
Bloedvatenstelsel Specifieke berichten (prikkels) van de ene plaats
naar de andere plaats in het lichaam (specifiek) ->
axon (uitlopers)
Informatie aan specifieke doelcellen (receptoren) Meestal korte duur
Hormonen zijn actief zolang in circulatie: Snellere reactie
- vrij opgelost (aantal min tot uren)
- gebonden op transporteiwitten (niet direct actief,
voorraad voor enkele weken bv groei, puberteit)
Endocriene cellen en weefsels Exocriene cellen
Endo: binnen Exo: buiten
Cellen die klierproducten (hormonen) aan de Geven hun klierproducten af aan het oppervlakte
extracellulaire vloeistof afgeven van dekweefsel
Vormen hormoonstelsel
Vb. schildklier, hypofyse, cellen pancreas Vb. enzymen in spijsverteringskanaal, zweet,
borstmelk
, Algemene farmacologie
Hormonen
Kenmerken:
- Coördineren de activiteiten van cellen, weefsels en organen gedurende een langere tijd
- Circuleren in het bloed en binden zich aan receptoren op of in de doelcellen (weefsels/organen)
- Veranderen de activiteiten van cellen door de doorlaatbaarheid van membranen te wijzigen, belangrijke
enzymen te activeren/remmen of door activiteit van genen te wijzigen
Structuur:
Obv chemische structuur kunnen hormonen ingedeeld worden in 3 verschillende groepen
1. Aminozuurderivaten
Kleinere moneculen afgeleid van aminozuren
- Epinefrine (adrenaline) en norepinefrine (noradrenaline) zorgen voor toename van hartactiviteit,
stijging bloeddruk, stijging bloedsuikerspiegen en afgifte van vetten door vetweefsel
- schildklierhormoon
2. Peptidehormonen
Worden gevormd van ketens en aminozuren (zowel kleinere ketens als eiwitten)
Vb Anti-diuretische hormoon (ADH), oxytocine, prolactine, insuline, glucagon
3. Steroïdhormonen en eicosanoïden (vetderivaten)
Steroïdhormonen zijn afgeleid van cholesterol, worden efgegeven door voortplantingsorganen en
bijnieren. Ze zijn onoplosbaar in water. Specifieke transporteiwitten
Vb. testosteron, oestrogeen,…
Eicosanoïden zijn verbindingen op basis van vetzuren. Ze coördineren plaatselijke celactiviteit en
hebben ook invloed op enzyme processen in extracellulaire vloeistoffen (vb bloedstolling)
Vb. prostaglandines
Werkingsmechanisme
Op het plasmembraan (PM):
- Adrenaline, noradrenaline en peptide hormonen.
Ze diffunderen niet door PM maar binden zich aan de receptoren aan de buitenkant van de cel
- Eicosanoïden.
Ze diffuseren door PM want ze zijn in vet oplosbaar. Ze binden zich aan receptoren aan binnenkant van de cel
Endocrien stelsel
Endocrien stelsel (hormoonstelsel) reguleert de activiteit van organen en fysieke systemen (bv
lichaamstemperatuur):
- communicatie tussen cellen, organen en weefsels in het lichaam
- dmv chemische signaalstoffen (hormonen)
- op afstand of lokaal
- owv homeostase negatieve terugkoppeling
Homeostase
Homeo: onveranderlijk
Stasis: stilstand
-> streven naar een intern evenwicht/ balans
“behoud van een relatief, constant inwendig milieu”
Regulering:
Receptor gevoelig voor verandering (prikkel of stimulus)
Feedback:
-> bv thermostaat detecteert temperatuur daling
Detectie van correcte
Besturingscentrum of integratiecentrum ontvangen en verwerken informatie van de receptor
temperatuur
-> bv aansturing verwarming
Effector: reactie op signaal van besturingscentrum (resultaat)
-> bv verwarming produceert meer warmte
Communicatie en coördinatie functies in het lichaam
Hormoonstelsel Zenuwstelsel
Chemische signaalstoffen: hormonen Chemische signaalstoffen: neurotransmitters
Bloedvatenstelsel Specifieke berichten (prikkels) van de ene plaats
naar de andere plaats in het lichaam (specifiek) ->
axon (uitlopers)
Informatie aan specifieke doelcellen (receptoren) Meestal korte duur
Hormonen zijn actief zolang in circulatie: Snellere reactie
- vrij opgelost (aantal min tot uren)
- gebonden op transporteiwitten (niet direct actief,
voorraad voor enkele weken bv groei, puberteit)
Endocriene cellen en weefsels Exocriene cellen
Endo: binnen Exo: buiten
Cellen die klierproducten (hormonen) aan de Geven hun klierproducten af aan het oppervlakte
extracellulaire vloeistof afgeven van dekweefsel
Vormen hormoonstelsel
Vb. schildklier, hypofyse, cellen pancreas Vb. enzymen in spijsverteringskanaal, zweet,
borstmelk
, Algemene farmacologie
Hormonen
Kenmerken:
- Coördineren de activiteiten van cellen, weefsels en organen gedurende een langere tijd
- Circuleren in het bloed en binden zich aan receptoren op of in de doelcellen (weefsels/organen)
- Veranderen de activiteiten van cellen door de doorlaatbaarheid van membranen te wijzigen, belangrijke
enzymen te activeren/remmen of door activiteit van genen te wijzigen
Structuur:
Obv chemische structuur kunnen hormonen ingedeeld worden in 3 verschillende groepen
1. Aminozuurderivaten
Kleinere moneculen afgeleid van aminozuren
- Epinefrine (adrenaline) en norepinefrine (noradrenaline) zorgen voor toename van hartactiviteit,
stijging bloeddruk, stijging bloedsuikerspiegen en afgifte van vetten door vetweefsel
- schildklierhormoon
2. Peptidehormonen
Worden gevormd van ketens en aminozuren (zowel kleinere ketens als eiwitten)
Vb Anti-diuretische hormoon (ADH), oxytocine, prolactine, insuline, glucagon
3. Steroïdhormonen en eicosanoïden (vetderivaten)
Steroïdhormonen zijn afgeleid van cholesterol, worden efgegeven door voortplantingsorganen en
bijnieren. Ze zijn onoplosbaar in water. Specifieke transporteiwitten
Vb. testosteron, oestrogeen,…
Eicosanoïden zijn verbindingen op basis van vetzuren. Ze coördineren plaatselijke celactiviteit en
hebben ook invloed op enzyme processen in extracellulaire vloeistoffen (vb bloedstolling)
Vb. prostaglandines
Werkingsmechanisme
Op het plasmembraan (PM):
- Adrenaline, noradrenaline en peptide hormonen.
Ze diffunderen niet door PM maar binden zich aan de receptoren aan de buitenkant van de cel
- Eicosanoïden.
Ze diffuseren door PM want ze zijn in vet oplosbaar. Ze binden zich aan receptoren aan binnenkant van de cel