Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Schriftelijke Communicatie gegeven door meneer Meersman aan de Thomas More Hogeschool

Vendu
3
Pages
70
Publié le
24-05-2021
Écrit en
2020/2021

Samenvatting van het vak Schriftelijke Communicatie, gedoceerd door meneer Meersman in het 1ste jaar van de richting Logopedie en Audiologie aan de Thomas More Hogeschool












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
24 mai 2021
Nombre de pages
70
Écrit en
2020/2021
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Samenvatting schriftelijke
communicatie
Deel 1: grammatica
Hoofdstuk 1: woordsoorten
1. Grondwoord, samenstelling en afleiding
 Grondwoord --> niet meer op te splitsen in delen
o Bv. school
 Samenstelling --> alle afzonderlijke delen kunnen zelfstandig voorkomen
o Bv. zee + honden + opvang + centrum --> zeehondenopvangcentrum
o Extra tussenklank (tussen -s of tussen -n) of liggend streepje of er valt een
letter weg
o Bv. stad + wandeling --> stadswandeling
 Afleidingen --> woorden waarvan niet alle delen zelfstandig voorkomen
(verkleinwoorden, meervoudsvormen en werkwoordsvervoegingen)
o Bv. huisje (van huis)
o Tussen -n’en en tussen -s’en
o Samenstellingen + afleidingen lijken op elkaar --> spelling brengt duidelijkheid
o Bv. menselijk (= afleiding), menselijk (= samenstelling)

2. Het lidwoord
 Onveranderlijk van vorm
 In versteende uitdrukkingen --> naamvalsvormen voor lidwoord
o Bv. in den beginne
 Staat altijd voor zelfstandig naamwoord
 Derdegraadsvoorbepaling --> uiterst links in substantiefgroep
o 2de plaats = telwoord
 Net voor zelfstandig naamwoord --> bijvoeglijk naamwoord
 Bepaalde lidwoorden
o De --> voor vrouwelijk/mannelijk woord
o Het --> gecombineerd met onzijdig substantief
 Onbepaalde lidwoorden
o Een

3. Het zelfstandig naamwoord of substantief
 Alle namen van mensen, dieren en dingen
 Soortnamen
o ‘Gewone’ zelfstandige naamwoorden
o Lidwoord voorplaatsen
o Hebben meestal meervoudsvorm
o Dikwijls ook verkleinvorm
o Bv. de tafel-drie tafels-een tafeltje

, Eigennamen
o Specifieke namen oor personen, dieren of zaken
o Makkelijk herkenbaar aan hoofdletter
o Vervangen door soortnaam
o Bv. Oostende --> de stad
 Substantief kan mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn
 Grammaticale geslacht = bepalend voor keuze lidwoord, vorm adjectief en keuze
meeste voornaamwoorden

4. Het werkwoord
 Geven handelingen aan in zin
 Iemand of iets voert iets uit
 Onderscheiden zich van andere woordsoorten door hun sterke flexibiliteit -->
vervoeging
 Verschillende categorieën:

4.1. Scheidbare en niet-scheidbare werkwoorden
 Werkwoord verdelen in aparte deeltjes die elk afzonderlijk ook als woord bestaan =
samengesteld werkwoord
o Bv. uitlachen --> 2 bestaande woorden
 Scheidbaar werkwoord: werkwoord valt uiteen in twee delen
o Bv. mijn collega’s lachen mij uit.
 Niet-scheidbaar werkwoord: werkwoord blijft in één woord staan
o Bv. mijn vader stofzuigt.

4.2. Zelfstandige werkwoorden, koppelwerkwoorden en
hulpwerkwoorden
 Zelfstandige werkwoorden: maken betekeniskern zin uit, kunnen als enige
werkwoord in zin voorkomen
o Bv. Wouter spiekt.
o 2 werkwoorden in zin? Werkwoord dat niet persoonsvorm is, is zelfstandig
werkwoord
o Voltooid deelwoord in zin? Zelfstandig werkwoord!
 Koppelwerkwoorden: hebben geen betekenis, moeten altijd gekoppeld worden aan
naamwoordelijk deel
o Kunnen enige werkwoord in zin zijn
o Ezelsbruggetje: ZWoBBeLS + HDVideo
 Zijn
 Worden
 Blijken
 Blijven
 Lijken
 Schijnen
 Heten

,  Dunken
 Voorkomen
o Bv. Venetië is mooi.
 Hulpwerkwoorden: werkwoorden die geen betekenis op zich hebben
o Worden geholpen door andere werkwoorden om betekenis aan zin te geven
o Hebben altijd een werkwoordelijk deel
o Bv. Ik wil dit academiejaar zeker slagen.

 Hulpwerkwoorden
 Hoofdwerkwoorden
o Koppelwerkwoorden
o Zelfstandige werkwoorden

 Stap 1: Zoek het hoofdwerkwoord
 PV
 PV + VD
 PV + INF
 PV + VD + INF
 PV + INF + INF

 Stap 2: Bepaal of het hoofdwerkwoord een zelfstandig werkwoord of een
koppelwerkwoord is
o Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten,
dunken, voorkomen
o Ezelsbrug 1: ZWoBBeLS + HDV(ideo)
o Ezelsbrug 2: is vervangbaar door ‘zijn’ of ‘worden’

4.3. Wederkerende en niet-wederkerende werkwoorden
 Wederkerende werkwoorden: hebben in zin waarin ze voorkomen een wederkerend
voornaamwoord
o Me
o Je
o Zich
o Ons
o Bv. Joris haastte zich naar buiten.
 Niet wederkerende werkwoorden: heeft geen wederkerend voornaamwoord nodig

4.4. Vervoeging werkwoord
 Vervoeging = werkwoord aanpassen aan
o Grammaticaal getal van onderwerp (enkelvoud-meervoud)
o Grammaticale persoon onderwerp (1ste,2de,3de)
o Bedoelde tijd
 Vervoegde vorm werkwoord = persoonsvorm

 Tegenover vervoegde vorm staat niet-vervoegde vorm zoals:
o Infinitief

,  Bv. fluiten
o Voltooid deelwoord
 Bv. gefloten
o Onvoltooid deelwoord
 Bv. fluitend

 8 werkwoordstijden:
o Onvoltooid tegenwoordige tijd --> O.T.T.
 Bv. ze studeert
o Onvoltooid verleden tijd --> O.V.T.
 Bv. ze studeerde
o Voltooid tegenwoordige tijd --> V.T.T.
 Bv. ze heeft gestudeerd
o Voltooid verleden tijd --> V.V.T.
 Bv. ze had gestudeerd
o Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd --> O.T.T.T.
 Bv. ze zal studeren
o Verleden tegenwoordige toekomende tijd --> V.T.T.T.
 Bv. ze zal gestudeerd hebben
o Onvoltooid verleden toekomende tijd --> O.V.T.T.
 Bv. ze zou studeren
o Voltooid verleden toekomende tijd --> V.V.T.T.
 Bv. ze zou gestudeerd hebben

5. Het bijvoeglijk naamwoord of adjectief
 Bijvoeglijke naamwoorden/adjectieven: zeggen iets over substantieven
o Drukken eigenschap/toestand van substantief uit
o Adjectief = eerstegraadsvoorbepaling: staat altijd net voor substantief ofwel
na koppelwerkwoord
o Bv. de ijverige marketeer, de marketeer is ijverig
 Bijvoeglijk naamwoord ‘groot’ heeft
o Stellende trap = POSITIEF (=groot)
o Vergelijkende trap = COMPARATIEF (=groter)
 Met -er
 Bv. mooier, leuker, groter…
o Overtreffende trap = SUPERLATIEF (= grootst)
 Met -st
 Bv. het mooist, het leukst, het grootst…

 Uitzonderingen:
o Goed-beter-best
o Veel-meer-meest
o Weinig-minder-minst
o Graag-liever-liefst
 Kan ook zelfstandig gebruikt worden
o Bv. de groenen zijn tegen elke vorm kernenergie.
€8,69
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les avis
3 année de cela

5,0

1 revues

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
amberhugoy Karel de Grote-Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
20
Membre depuis
6 année
Nombre de followers
16
Documents
16
Dernière vente
1 année de cela

5,0

2 revues

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions