gespreksvoering & interactionele
vaardigheden
Academiejaar 2020-2021
Professor Baetens – Lisa Van Hove
Omvat powerpoints van de lessen + H1 & H2 van het handboek
WPO 1: Basisvaardigheden
Inleiding: eerste gesprek is verkennend. Om te zien wat voor beide partijen de beste stap is
nadien.
Informatie inwinnen
• Problemen van cliënt
• Motivatie, verwachtingen
• Beeldvorming
• Voorgeschiedenis
• Dagelijks leven
• Omgeving
• Gezin (waarin de cliënt geboren is)
• Traumatische ervaringen
• Crisissituaties
• Verslaving
• Andere terreinen
• Draagkracht
Ook belangrijk rekening te houden met
• Eigen gevoeligheden
• Interactioneel patroon tussen therapeut en cliënt
à al deze info leidt tot het diagnostisch proces
• Tijdelijke crisis
• Diepere gevoeligheid
• Borderline
• Depressief
• Manisch
• Psychotisch
• Organisch (bv vergiftiging door overmatig alcoholgebruik)
Informatie geven
• Inhoudelijk kader
• Complex
• De cliënt het laten ondervinden
1
, • Andere mogelijkheden aanbieden aan de cliënt indien die daar nood aan heeft
• Formeel kader van de relatie
• Therapiecontract
• Grenzen aangeven
• Niet-verbale boodschappen
• Contact buiten sessies
• Engagement
• Beroepsgeheim
• Variatie in werkrelatie
• Vasthoudend, soepel (bv tarief aanpassen aan mogelijkheden cliënt)
• Fouten van therapeut
Basisvaardigheden
1. Grondhouding
à Rogers
• 3 kernelementen van een zijnshouding (GEEN TECHNIEKEN)
o Echtheid (jezelf zijn)
§ Eigen uitstraling
§ Levendige aanwezigheid
§ Gelaagdheid
§ 2 fasen
• Congruentie
o Onderste laag: therapeut is goed in contact met zichzelf
en zijn onderliggende ervaringsstroom kan doorvoelen
o Bovenste laag: hij is in staat te onderkennen wat er in
hem bewogen wordt in relatie tot een bepaalde cliënt
• Transparantie: therapeut drukt uit wat er in hemzelf leeft
§ Voelbaar, onopgemerkt, ingrijpend
§ Vormen van onechtheid
• Gedrag – beleven
• Oppervlakkigheid
• Wijsmaken
• Erkenning incongruentie
• Hier-en-nu-gevoelens
• Gemiste kansen, schadelijk
§ Vormen van echtheid
• Echte belangstelling
• Geen façade
• Beginnelingen
• Dieper niveau van congruentie
• Transparantie
• Gevoel therapeut
• Ervaringsproces bevorderen
• Confronteren
• Beleving te ver af
• Beoordeling
2
, • Onveranderbaar gedrag
• Interactie grondhoudingen
• Verteerbare porties
• Heftige gevoelens
• Proces van therapeut
• Therapeut over zichzelf
• Feedback, hier-en-nu-interactie
o Empathie (binnenkant VS buitenkant)
§ Binnenkant = de empathische zijnswijze, dat wat zich in de therapeut
afspeelt, de interne stappen die de therapeut doorloopt vooraleer hij
een respons geeft
• Leegmaken (wat er in je omgaat loslaten voor de sessie)
• Ontvangen (open ruimte creëren in jezelf waarin je de cliënt
kan ontvangen)
• Afstemmen (cliënt krijgt volledige aandacht)
• Container (Je eigen kenmerken zijn de wanden en wat de cliënt
zegt is de binnenkant)
• Interageren
• Registratie binnenin
• Training (voor de therapeut is dit alles heel intensief)
§ Buitenkant = de communicatie van de empathische aanwezigheid, de
talrijke expressievormen waarmee de therapeut zijn begrijpen uit, de
wijze waarop de therapeut het exploratieproces in de cliënt stimuleert
en hem aanmoedigt om zijn beleving verder te expliciteren, datgene
wat ook observeerbaar is voor een buitenstaander
• Breed gamma (van reactiewijzen)
• Communicatie (van de empathie naar de cliënt toe)
• Sturen (de empathische reacties bepalen het verloop van het
gesprek)
• Reflectie
§ Expressievormen van empathie
• De inhoud van de reflectie
o Soms de cliënt durven onderbreken, het is een dialoog
met 2 gesprekspartners, geen monoloog
o Ervaring articuleren
o Concrete situaties benoemen
o Sleutelsituatie in de verf zetten
o Evocerende reflectie
o Levendigheid
o Onduidelijkheid
o Specifieke lading
o Kwaliteit, intensiteit
o Kwetsbaarheid
o Het impliciete
o Richting wijzen (niet waarheid wijzen)
• De vorm van reflecties
3