Definities Biochemie
Bouw en eigenschappen van een atoom.
Term Uitleg
Biochemie Studie van de structuren en processen in levende organismen op
moleculair niveau.
Reductionisme Het geheel in kleinere stukken opdelen en elk apart besturderen.
(biochemie is gebaseerd op reductionisme)
Materie Alles wat massa heeft en ruimte inneemt, materie bestaat
fundamenteel uit atomen.
Atoomkern Deze bestaat uit één of meerdere positief geladen protonen en
neutrale neutronen, dus zonder positieve en negatieve lading.
Elektronenwolk Alle elektronen die samen rond de kern cirkelen.
Elektronenconfiguratie De precieze verdeling van de elektronen in een elektronenwolk.
Valentie-elektronen Alle elektronen die aanwezig zijn op de buitenste schil.
Isotopen Atoomsoort met evenveel protonen maar een verschillend
aantal neutronen in de kern.
Protium Enkel een proton en een elektron. (isotoop)
Deuterium Zowel een proton, neutron en elektron. (isotoop)
Tritium Met 2 neutronen, 1 proton en een elektron. (isotoop)
Radioactiviteit van een Wijst op het uitzenden van ioniserende straling door materialen.
atoom Wijst erop dat de kern van het atoom in kwestie instabiel is.
Ionen Atoomsoort met één of meerdere elektronen meer of minder in
zijn elektronenwolk.
Kationen Dat zijn positieve ionen, als er een elektron(en) wordt verloren
wordt het een positieve lading.
Aninonen Dat zijn negatieve ionen, als er een elektron(en) wordt
bijgevoegd wordt het een negatieve lading.
, Bouw en eigenschappen van een molecule
Term Uitleg
Molecule Verzameling van minstens 2 atomen waartussen een chemische
binding bestaat.
Zetmeel Plantaardige koolhydraten, komen voor in 2 vormen vertakt of niet-
vertakt.
Glycogeen Dat zijn dierlijke koolhydraten.
Sequentie Opeenvolging van de opeenvolgende aminozuren in de keren bepalen
finaal het type eiwit dat er gemaakt wordt.
Biochemie en ‘leven’
Term Uitleg
Cel De kleinste eenheid van een leven is de cel.
‘Leven’ binnen Het vermogen van een levend organisme om voedingsstoffen af te
biochemie breken tot kleinere bestanddelen en deze vervolgens te benuttigen
voor zijn instandhouding:
Deels als bron van energie voor zijn levensverrichtingen
Deels als bouwstoffen voor zijn structuur= intern
metabolisme.
Metabolisme Alle stofwisseling in ons lichaam.
Katabolisme Dit zijn afbraakreacties waar grotere moleculen worden afgebroken
tot kleinere moleculen.
Anabolisme Dit zijn opbouwreacties waar kleinere moleculen worden omgezet tot
1 grotere molecule.
Zelfreplicatie Één van de 5 belangrijkste kenmerken van het leven op aarde.
Leven moet zich kunnen voortplanten.
Genen De specifieke combinatie van eiwitcodes
Signaaltransductie Opdat cellen samen kunnen werken met elkaar binnen een organisme
dienen deze met elkaar te communiceren via het versturen en
ontvangen van signalen.
Interactie tussen atomen en moleculen onderling
Term Uitleg
Condensatie Ontstaan van waterdruppels uit waterdamp in de lucht.
Evaporeren Verdampen van (zee)water.
Fysische verschijnselen Dit zijn verschijnselen waarbij enkel de fysische eigenschappen van de
materie wijzigen. De moleculen en atomen behouden hun
verbindingen, maar nemen in hun totaliteit een andere vorm aan.
Fysische verschijnselen zijn ook meestal omkeerbaar.
Aggregatietoestand De vorm waarin een materie zich bevindt, hetzij vast, vloeibaar of
Bouw en eigenschappen van een atoom.
Term Uitleg
Biochemie Studie van de structuren en processen in levende organismen op
moleculair niveau.
Reductionisme Het geheel in kleinere stukken opdelen en elk apart besturderen.
(biochemie is gebaseerd op reductionisme)
Materie Alles wat massa heeft en ruimte inneemt, materie bestaat
fundamenteel uit atomen.
Atoomkern Deze bestaat uit één of meerdere positief geladen protonen en
neutrale neutronen, dus zonder positieve en negatieve lading.
Elektronenwolk Alle elektronen die samen rond de kern cirkelen.
Elektronenconfiguratie De precieze verdeling van de elektronen in een elektronenwolk.
Valentie-elektronen Alle elektronen die aanwezig zijn op de buitenste schil.
Isotopen Atoomsoort met evenveel protonen maar een verschillend
aantal neutronen in de kern.
Protium Enkel een proton en een elektron. (isotoop)
Deuterium Zowel een proton, neutron en elektron. (isotoop)
Tritium Met 2 neutronen, 1 proton en een elektron. (isotoop)
Radioactiviteit van een Wijst op het uitzenden van ioniserende straling door materialen.
atoom Wijst erop dat de kern van het atoom in kwestie instabiel is.
Ionen Atoomsoort met één of meerdere elektronen meer of minder in
zijn elektronenwolk.
Kationen Dat zijn positieve ionen, als er een elektron(en) wordt verloren
wordt het een positieve lading.
Aninonen Dat zijn negatieve ionen, als er een elektron(en) wordt
bijgevoegd wordt het een negatieve lading.
, Bouw en eigenschappen van een molecule
Term Uitleg
Molecule Verzameling van minstens 2 atomen waartussen een chemische
binding bestaat.
Zetmeel Plantaardige koolhydraten, komen voor in 2 vormen vertakt of niet-
vertakt.
Glycogeen Dat zijn dierlijke koolhydraten.
Sequentie Opeenvolging van de opeenvolgende aminozuren in de keren bepalen
finaal het type eiwit dat er gemaakt wordt.
Biochemie en ‘leven’
Term Uitleg
Cel De kleinste eenheid van een leven is de cel.
‘Leven’ binnen Het vermogen van een levend organisme om voedingsstoffen af te
biochemie breken tot kleinere bestanddelen en deze vervolgens te benuttigen
voor zijn instandhouding:
Deels als bron van energie voor zijn levensverrichtingen
Deels als bouwstoffen voor zijn structuur= intern
metabolisme.
Metabolisme Alle stofwisseling in ons lichaam.
Katabolisme Dit zijn afbraakreacties waar grotere moleculen worden afgebroken
tot kleinere moleculen.
Anabolisme Dit zijn opbouwreacties waar kleinere moleculen worden omgezet tot
1 grotere molecule.
Zelfreplicatie Één van de 5 belangrijkste kenmerken van het leven op aarde.
Leven moet zich kunnen voortplanten.
Genen De specifieke combinatie van eiwitcodes
Signaaltransductie Opdat cellen samen kunnen werken met elkaar binnen een organisme
dienen deze met elkaar te communiceren via het versturen en
ontvangen van signalen.
Interactie tussen atomen en moleculen onderling
Term Uitleg
Condensatie Ontstaan van waterdruppels uit waterdamp in de lucht.
Evaporeren Verdampen van (zee)water.
Fysische verschijnselen Dit zijn verschijnselen waarbij enkel de fysische eigenschappen van de
materie wijzigen. De moleculen en atomen behouden hun
verbindingen, maar nemen in hun totaliteit een andere vorm aan.
Fysische verschijnselen zijn ook meestal omkeerbaar.
Aggregatietoestand De vorm waarin een materie zich bevindt, hetzij vast, vloeibaar of