INTERNATIONAL BUSINESS CHAPTER 14 ORGANIZATION OF INTERNATIONAL BUSINESS
INTRODUCTIE
Organisationele architectuur
3 condities voor behalen superieure winstgevendheid
1. Verschillende elementen van de organisatiearchitectuur moeten intern consistent
zijn
2. Organisatiearchitectuur moet passen bij bedrijfsstrategie
3. Strategie en architectuur moeten niet allen consistent zijn, maar vooral logisch gezien
concurrentieomstandigheden in de markt
- Strategie, architectuur, concurrerende omgeving moeten allemaal consistent zijn
ORGANISATIONELE ARCHITECTUUR
= totaliteit van organisatie ve bedrijf, namelijk
organisatiecultuur, controlesystemen, processen, mensen
en organisatiestructuur
1. Structuur
o Indeling van organisatie
o Locatie van
besluitvormingsverantwoordelijkheden
o Opzetten van integrerende mechanismen
2. Controlesystemen
= statistieken gebruikt om prestaties van subeenheden, geleid door managers, te
oordelen
3. Incentives
= apparaten gebruikt om passend managersgedrag te belonen
4. Processen
= wijze waarop beslissingen genomen worden en werkzaamheden worden verricht
5. Cultuur van de organisatie
= normen- en waardesystemen die gedeeld worden onder werknemers
6. Mensen
= werknemers EN strategieën om ze aan te werven, te belonen en te behouden
1. ORGANISATIONELE STRUCTUUR
, 3 dimensies
- Verticale differentiatie
o Bepaalt waar in de hiërarchie de macht ligt
o Centralisatie VS decentralisatie
- Horizontale differentiatie
o Verdeling in subunits
- Integratiemechanismes
o Coördinatie van mechanismes
Verticale differentiatie: centralisatie VS decentralisatie
1. Argumenten voor centralisatie
- Vergemakkelijkt coördinatie en integratie
- Zo worden beslissingen consistent genomen met doelstellingen
- Geeft topmanagers de middelen veranderingen te brengen
- Vermijdt dubbele activiteiten bij soortgelijke activiteiten in subeenheden
2. Argumenten voor decentralisatie
- Zo krijgt topmanagement tijd zich te focussen op kritieke problemen door
routineproblemen te delegeren aan lagere managers
- Motiverend voor lagere managers
- Maakt flexibiliteit mogelijk
- Kan leiden tot betere beslissingen
- Kan controle vergroten
In bedrijf worden bepaalde beslissingen gecentraliseerd en andere gedecentraliseerd
- Typisch gecentraliseerd
o Algemene strategie, grote financiële uitgaven, juridische kwesties
- Typisch gedecentraliseerd
o Operationele beslissingen mbt productie, marketing, R&D, HR
Global standardization strategy Meer centraal
Localization strategy Meer decentraal
International strategy Meer centraal
Transnational strategy Centraal en decentraal
Horizontale differentiatie: design van een structuur
1. Structuur van binnenlandse bedrijven
- Functionele structuur
o Functies die activiteiten van
onderneming op gebied van
waardecreatie
weerspiegelen
- Productiedivisiestructuur
INTRODUCTIE
Organisationele architectuur
3 condities voor behalen superieure winstgevendheid
1. Verschillende elementen van de organisatiearchitectuur moeten intern consistent
zijn
2. Organisatiearchitectuur moet passen bij bedrijfsstrategie
3. Strategie en architectuur moeten niet allen consistent zijn, maar vooral logisch gezien
concurrentieomstandigheden in de markt
- Strategie, architectuur, concurrerende omgeving moeten allemaal consistent zijn
ORGANISATIONELE ARCHITECTUUR
= totaliteit van organisatie ve bedrijf, namelijk
organisatiecultuur, controlesystemen, processen, mensen
en organisatiestructuur
1. Structuur
o Indeling van organisatie
o Locatie van
besluitvormingsverantwoordelijkheden
o Opzetten van integrerende mechanismen
2. Controlesystemen
= statistieken gebruikt om prestaties van subeenheden, geleid door managers, te
oordelen
3. Incentives
= apparaten gebruikt om passend managersgedrag te belonen
4. Processen
= wijze waarop beslissingen genomen worden en werkzaamheden worden verricht
5. Cultuur van de organisatie
= normen- en waardesystemen die gedeeld worden onder werknemers
6. Mensen
= werknemers EN strategieën om ze aan te werven, te belonen en te behouden
1. ORGANISATIONELE STRUCTUUR
, 3 dimensies
- Verticale differentiatie
o Bepaalt waar in de hiërarchie de macht ligt
o Centralisatie VS decentralisatie
- Horizontale differentiatie
o Verdeling in subunits
- Integratiemechanismes
o Coördinatie van mechanismes
Verticale differentiatie: centralisatie VS decentralisatie
1. Argumenten voor centralisatie
- Vergemakkelijkt coördinatie en integratie
- Zo worden beslissingen consistent genomen met doelstellingen
- Geeft topmanagers de middelen veranderingen te brengen
- Vermijdt dubbele activiteiten bij soortgelijke activiteiten in subeenheden
2. Argumenten voor decentralisatie
- Zo krijgt topmanagement tijd zich te focussen op kritieke problemen door
routineproblemen te delegeren aan lagere managers
- Motiverend voor lagere managers
- Maakt flexibiliteit mogelijk
- Kan leiden tot betere beslissingen
- Kan controle vergroten
In bedrijf worden bepaalde beslissingen gecentraliseerd en andere gedecentraliseerd
- Typisch gecentraliseerd
o Algemene strategie, grote financiële uitgaven, juridische kwesties
- Typisch gedecentraliseerd
o Operationele beslissingen mbt productie, marketing, R&D, HR
Global standardization strategy Meer centraal
Localization strategy Meer decentraal
International strategy Meer centraal
Transnational strategy Centraal en decentraal
Horizontale differentiatie: design van een structuur
1. Structuur van binnenlandse bedrijven
- Functionele structuur
o Functies die activiteiten van
onderneming op gebied van
waardecreatie
weerspiegelen
- Productiedivisiestructuur