Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Specifieke Zorgverlening: Kindzorg En Pediatrie (Basisbehoeften en Voeding)

Note
-
Vendu
1
Pages
37
Publié le
01-05-2021
Écrit en
2019/2020

Samenvatting Specifieke Zorgverlening: Kindzorg En Pediatrie (Basisbehoeften en Voeding) (2e jaar vpk)












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
1 mai 2021
Nombre de pages
37
Écrit en
2019/2020
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

SPECIFIEKE ZORGVERLENING: KINDZORG EN PEDIATRIE
Deel 1 Ann Winne (basisbehoeften en voeding)
Hoofdstuk 1: Basisbehoeften bij het kind: slapen – huilen – spelen – veiligheid
 Primaire biologische behoeften = slapen, huilen, spelen en veiligheid

1. Huilen
1.1. Inleiding
- Alle baby’s huilen
o Mate, tijdstip en intensiteit is afhankelijk van baby tot baby
o Zeer belangrijk communicatiemiddel
 Kenbaar maken dat hij/zij iets wil
 Signaal van onlust  werkt zorggedrag op  doel = onlust wegnemen
- Maar het is niet de enige vorm van communiceren
o Brabbelen, lachen, vastpakken en kijken
- Betekenis van huilen verandert met de tijd
o Eerste 3 levensmaanden
 Baby laat onlustgevoelens blijken
 De baby zoekt bevrediging van zijn behoeften
 Op de duur wordt de verzorger geassocieerd met het wegnemen van
onlustgevoelens en het bevredigen van de behoeften
 Speelt belangrijke rol in hechtingsproces
o Tussen 3e en 6e levensmaand
 Hier kan het kind ook huilen omdat het iets wil en niet alleen omdat het onlust
ervaart
 Het kind leert dat het aanhoudende huilen aandacht teweegbrengt
 In deze periode ontstaat door samenspel kind en ouder voorspelbaarheid 
leidt tot gevoelens van veiligheid en geborgenheid
 Baby leer zichzelf troosten door op handjes te zuigen
o Tussen 6e en 9e levensmaand = huilen is gerichter
 Huilen wordt vaak ondersteund door andere communicatiemiddelen (bv.
handjes uitsteken, blik op verzorger)
 Vaak zal baby huilen als verzorger uit gezichtsveld verdwijnt =
scheidingsangst
 Rond 9 maand huilen baby’s ‘s nachts als ze wakker worden = ze denken
verlaten te zijn
 Ook vreemdenangst is reden tot huilen = bang van onbekenden
o Tussen 9e en 12e levensmaand
 Kinderen huilen vaak heftig wanneer een ouder uit het zicht verdwijnt
 Kind is nog niet gewend aan het weggaan en het vervolgens terugkomen
o Tussen de 12e en de 24e maand = peuterpuberteit
 Kind ervaart dat gedrag omgeving kan beïnvloeden
 Huilen wordt manier van aandacht vragen en zo de omgeving te beïnvloeden
o Tussen 24 en 26 maanden
 Proberen om via huilen geruststelling en veiligheid van de ouders of anderen te
krijgen

 Peuters huilen ook vaak uit frustratie, boosheid, verdriet en ontreddering

, o Vanaf 3 jaar
 Kind is in staat om zich eigen ideeën en voorstellingen te vormen
 “magisch denken” = het idee dat gedachten de werkelijkheid kunnen
beïnvloeden, dat dingen gebeuren omdat het kind et wil en een verkeer
begrepen boodschap kan kind zich afgewezen, angstig of boos voelen
 Een kind vraagt dan om begripvolle, instemmende aandacht, maar ook om
duidelijk geformuleerde regels
 Bv. monster onder bed

1.2. Verloop in de dag en in de tijd
1.2.1. Over de dag
- Huilen vindt meestal geconcentreerd plaats  “huiluurtjes”
o Een groot deel van de huilepisodes vinden plaats tss de late namiddag en de
avonduren (16u-22u)

1.2.2. In de tijd: rijpingscurve
- De gemiddelde huilduur verschilt per leeftijd
o Vlak na de geboorte huilen meeste baby’s tot anderhalf uur per dag
o Rond zes weken = piek in huilgedrag
o Baby’s kunnen van 2-2,5u per dag huilen
o Na 3e maand vermindert het huilen spontaan naar anderhalf uur per dag
 Daling komt door de grotere capaciteit van het kind om met huilen te stoppen
 Het beter kunnen omgaan met de omgeving
 Het minder frequent voeden ’s nachts  baby kan doorslapen




= de rijpingscurve

,1.3. Andere vormen van huilen
1.3.1. Plotselinge wijzigingen in het huilgedrag
- Wanneer kind plots op andere manier begint te huilen (bv. krijsen, kreunen,…) = indicatie
dat er iets acuut aan de hand is
- Baby = ontroostbaar en krijst hij nog harder wanneer hij aangeraakt wordt  kan dit
aanwijzing van hevige pijn zijn  wijst meestal op organische oorzaak  dringende
verwijzing
- < 5% = lichamelijke aandoening
o UWI bij kleine zuigeling
o Koemelkeiwitallergie
o Ernstige vorm van GOR ( Gastro-Oesofagale Reflux) = maagzuur komt naar boven
o Pijn

1.3.2. Excessief huilen
- Excessief huilen = overmatig huilen
- Een huilbaby volgens Wessel (1954) = een baby die langer huilt dan 3u/dag, en dit min. 3
dagen/week, gedurende 3 opeenvolgende weken  3-3-3 regel
- Deze definitie is niet altijd even gemakkelijk toe te passen  vaak verloopt het wat minder
objectief  vpk definitie =
o Een toestand waarin een op het oog gezonde baby periodes van veel huilen,
jengelen en prikkelbaarheid laat zien, gedurende een aantal uur per dag en
meerdere dagen per week, waarbij de ouders zich vragen stellen en niet weten hoe
ze moeten omgaan met het huilgedrag
- OF de meest subjectieve definitie
o Dat een baby overmatig vee huilt de ouders het huilgedrag als zodanig percipiëren
 Als ouders niet weten hoe ze met al het huilen moeten omgaan en hier vragen
rond hebben, is het voldoende om op hun vragen in te gaan en bepaalde acties
te ondernemen

1.4. Oorzaken en beïnvloedende factoren
- Huilen ≠ een stoornis/ziekte
o Huilen zelf is enkel een vorm van communicatie
o Huilpatroon is hetgeen dat signaal geeft dat er iets aan de hand is
- Verschillende factoren kunnen een invloed hebben op het huilgedrag van een baby en het
excessief huilen
o Het aanwezig zijn van een factor wil niet zeggen dat de baby excessief zal gaan
huilen, en het afwezig zijn van de factor wil niet zeggen dat de baby niet excessief
zal gaan huilen

1.4.1. Kindfactoren
1.4.1.1. Organische oorzaken
- Allereerst moet nagegaan worden of er bij de baby sprake is van een medische
oorzaak/verklaring
- Bij baby’s die er op het eerste zicht gezond uitzien, wordt vaak ook een organische oorzaak
gevonden  bv. infecties, maag-darmproblemen,…

, - Door goede alg. voedingsanamnese en een nauwkeurig klinisch en ontwikkelingsonderzoek
kunnen afwijkingen worden opgespoord
1.4.1.2. Temperament van de baby
- Elke baby heeft z’n eigen temperament
o Temperament = vorm van gedrag dat zijn oorsprong vindt in biologische/genetische
predispositie, dat al vroeg in het leven aanwezig is en dat relatief stabiel blijft in tijd
en verschillende situaties
o De ene is makkelijker tevreden te stellen dan de andere
o Kinderen met een moeilijk temperament huilen vaker dan kinderen met een
makkelijk temperament
o Moeilijk/makkelijk temperament is niet klinisch vast te stellen
o Moeilijk temperament komt in verschillende ontwikkelingsstadia op verschillende
wijzen naar voor
- Twee begrippen die in verband met temperament veel genoemd worden
o Reactiviteit = gevoeligheid, snelheid en heftigheid waarmee op prikkels gereageerd
wordt door het AZS, door het hormonaal sys. en het CZS. Dit uit zich in min of meer
sterke motorische reacties, in huilen en krijsen.
o Zelfregulatie = verwijst naar de mogelijkheid om deze reacties af te remmen, te
doseren of te versterken.

1.4.1.3. Oververmoeidheid
- Kinderen die excessief huilen, slapen (te) weinig
o Omdat ze moet zijn  weinig eten per voeding  wakker worden door
hongergevoel
 slaapduur neemt steeds verder af (negatieve spiraal)
 Door vele wakkere uren raakt kind overprikkeld
 Oververmoeidheid neemt verder toe met alle negatieve gevolgen die erbij
komen op gebied van
 Slapen, eten, vertering, communicatie,…
o Ze kunnen bv. darmkramp gelijkend gedrag vertonen
 Krampgedrag bestaat uit hypertonie, gebalde
vuisten, opgezette buik, veel windjes, maaiende
armen en benen

1.4.1.4. Andere kindfactoren
- Baby’s geboren uit moeder met verslavingsproblematiek, moeten ontwennen en zijn erg
gevoelig voor omgevingsstimuli
- Geboortecomplicaties
- Het krijgen van tanden
- Kunstverlossing
- …

! geen verschil in huilgedrag naargelang geslacht !

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
helenadeseure Katholieke Hogeschool VIVES
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
93
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
53
Documents
50
Dernière vente
1 mois de cela

4,6

21 revues

5
14
4
5
3
2
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions