De zorgontvanger met de ziekte van Parkinson
1 Inleiding
- Zorgontvangers met deze chronische aandoening geconfronteerd met veel
uiteenlopende problemen die een grote impact hebben op dagelijks functioneren
o Ziekte van Parkinson is na Alzheimer meest voorkomende progressieve,
neurodegeneratieve aandoening
- Als een zorgontvanger opgenomen wordt in een ziekenhuis vraagt dit vaak extra
zorg en aandacht
2 Pathofysiologie, beloop en prognose van de ziekte van
Parkinson.
ZvP = een extrapiramidale aandoening met onder meer verandering in houding en
beweging (functies v/h extrapiramidale systeem)
- Een grootschalige internationale studie
o Schat dat er wereldwijd 6,2 miljoen mensen met de aandoening zijn
o De incidentie van de ziekte stijgt met de leeftijd.
Als gevolg van de dubbele vergrijzing is de verwachting dat het aantal
personen met de ZvP zal toenemen met de jaren.
o Het merendeel van de diagnoses vindt plaatst bij 60+
Bij 10% leeftijd van 50 jaar
Bij 5% voor de leeftijd van 40 jaar = Young Onset Parkinson’s
o In België zijn er naar schatting 50000 mensen met Parkinson
2.1 De oorzaak
De ZvP = extrapiramidale ziekte die wordt gekenmerkt door het extrapiramidale
syndroom of ook wel parkinsonisme genoemd.
o Extrapiramidale syndroom gekenmerkt door
Bewegingsarmoede
Spierstijfheid
Beven
Parkinsonisme kan door verschillende aandoeningen veroorzaakt worden
ZvP meest voorkomende oorzaak van parkinsonisme
- Bij de ZvP degenereren de zenuwcellen van de substantia nigra in het striatum
o Die zenuwcellen produceren dopamine, die een belangrijke rol speelt bij de
prikkeloverdracht
o Door het progressief verlies van dopamine producerende cellen
dopaminetekort een onevenwicht in de balans ‘dopamine en acetylcholine’
o Het onevenwicht dopamine en acetylcholine veroorzaakt motorische
problemen
1
, - Celverlies = ook in andere hersendelen
o Ook andere neurotransmitters verstoord zo kunnen ook autonome
symptomen en stemmingsstoornissen ontstaan.
- De reden waarom dopamineproducerende zenuwcellen afsterven = onbekend
o Combinatie erfelijke fact. en omgevingsfact.
2.2 Ziekteverschijnselen
2.2.1 Motorische verschijnselen
- Bij de ZvP ontstaat een hypokinetisch-rigide syndroom met daarbij tremoren
- Hypokinetisch-rigide syndroom uit zich doorheen progressief verloop via diverse
motorische symptomen:
o De automatische bewegingen verminderen
o Het lopen met kleine pasjes en moeite om voet voldoende hoog te heffen
schuifelen
o De bewegingen worden trager en het wordt moeilijk om een beweging in
gang te zetten
o Het opstarten van een beweging vergt veel concentratie en kan niet lang
worden volgehouden
o Het lopen wordt schuifelend, met kleine pasjes en voorovergebogen houding
o De bewegingen kunnen plotseling niet meer worden opgestart of voortgezet
o Het geschrift verandert en wordt onvast en kleiner
o …
- De tremor of beven begint gewoonlijk aan één hand breidt geleidelijk uit naar
beide handen en bijna gehele lichaam
o De tremor treedt op in rust en is ritmisch van aard.
o Het beven verdwijnt in de slaap en neemt af als de hand doelbewust in
opperste concentratie gebruikt wordt
o Bij emoties, spanning, opwinding tremor wordt erger
2.2.2 Autonome en andere verschijnselen.
- Tijdens het verder verloop van de ziekte niet motorische symptomen:
o Reukstoornis (3/4 de is de reuk al verstoord voor de ziekte zich motorisch uit)
o Dysautonomie (ontstaat door de aantasting van het AZS)
Vaak voorkomende klachten: orthostatische hypotensie, urinaire
incontinentie, speekselvloed, erectiestoornissen, …
o Psychische veranderingen
2.2.3 Psychische veranderingen.
- Spontaan een gesprek starten of van onderwerp veranderen lastig
o Ondanks de motivatie, lukt het niet om op gang te komen initiatiefverlies
- Bij het verder evolueren van de ziekte ook:
o Stemmingsstoornissen
o Angststoornissen
o Dementie
2
1 Inleiding
- Zorgontvangers met deze chronische aandoening geconfronteerd met veel
uiteenlopende problemen die een grote impact hebben op dagelijks functioneren
o Ziekte van Parkinson is na Alzheimer meest voorkomende progressieve,
neurodegeneratieve aandoening
- Als een zorgontvanger opgenomen wordt in een ziekenhuis vraagt dit vaak extra
zorg en aandacht
2 Pathofysiologie, beloop en prognose van de ziekte van
Parkinson.
ZvP = een extrapiramidale aandoening met onder meer verandering in houding en
beweging (functies v/h extrapiramidale systeem)
- Een grootschalige internationale studie
o Schat dat er wereldwijd 6,2 miljoen mensen met de aandoening zijn
o De incidentie van de ziekte stijgt met de leeftijd.
Als gevolg van de dubbele vergrijzing is de verwachting dat het aantal
personen met de ZvP zal toenemen met de jaren.
o Het merendeel van de diagnoses vindt plaatst bij 60+
Bij 10% leeftijd van 50 jaar
Bij 5% voor de leeftijd van 40 jaar = Young Onset Parkinson’s
o In België zijn er naar schatting 50000 mensen met Parkinson
2.1 De oorzaak
De ZvP = extrapiramidale ziekte die wordt gekenmerkt door het extrapiramidale
syndroom of ook wel parkinsonisme genoemd.
o Extrapiramidale syndroom gekenmerkt door
Bewegingsarmoede
Spierstijfheid
Beven
Parkinsonisme kan door verschillende aandoeningen veroorzaakt worden
ZvP meest voorkomende oorzaak van parkinsonisme
- Bij de ZvP degenereren de zenuwcellen van de substantia nigra in het striatum
o Die zenuwcellen produceren dopamine, die een belangrijke rol speelt bij de
prikkeloverdracht
o Door het progressief verlies van dopamine producerende cellen
dopaminetekort een onevenwicht in de balans ‘dopamine en acetylcholine’
o Het onevenwicht dopamine en acetylcholine veroorzaakt motorische
problemen
1
, - Celverlies = ook in andere hersendelen
o Ook andere neurotransmitters verstoord zo kunnen ook autonome
symptomen en stemmingsstoornissen ontstaan.
- De reden waarom dopamineproducerende zenuwcellen afsterven = onbekend
o Combinatie erfelijke fact. en omgevingsfact.
2.2 Ziekteverschijnselen
2.2.1 Motorische verschijnselen
- Bij de ZvP ontstaat een hypokinetisch-rigide syndroom met daarbij tremoren
- Hypokinetisch-rigide syndroom uit zich doorheen progressief verloop via diverse
motorische symptomen:
o De automatische bewegingen verminderen
o Het lopen met kleine pasjes en moeite om voet voldoende hoog te heffen
schuifelen
o De bewegingen worden trager en het wordt moeilijk om een beweging in
gang te zetten
o Het opstarten van een beweging vergt veel concentratie en kan niet lang
worden volgehouden
o Het lopen wordt schuifelend, met kleine pasjes en voorovergebogen houding
o De bewegingen kunnen plotseling niet meer worden opgestart of voortgezet
o Het geschrift verandert en wordt onvast en kleiner
o …
- De tremor of beven begint gewoonlijk aan één hand breidt geleidelijk uit naar
beide handen en bijna gehele lichaam
o De tremor treedt op in rust en is ritmisch van aard.
o Het beven verdwijnt in de slaap en neemt af als de hand doelbewust in
opperste concentratie gebruikt wordt
o Bij emoties, spanning, opwinding tremor wordt erger
2.2.2 Autonome en andere verschijnselen.
- Tijdens het verder verloop van de ziekte niet motorische symptomen:
o Reukstoornis (3/4 de is de reuk al verstoord voor de ziekte zich motorisch uit)
o Dysautonomie (ontstaat door de aantasting van het AZS)
Vaak voorkomende klachten: orthostatische hypotensie, urinaire
incontinentie, speekselvloed, erectiestoornissen, …
o Psychische veranderingen
2.2.3 Psychische veranderingen.
- Spontaan een gesprek starten of van onderwerp veranderen lastig
o Ondanks de motivatie, lukt het niet om op gang te komen initiatiefverlies
- Bij het verder evolueren van de ziekte ook:
o Stemmingsstoornissen
o Angststoornissen
o Dementie
2