Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Nectar Biologie Hoofdstuk 3: Ecosystemen

Note
-
Vendu
-
Pages
6
Publié le
29-04-2021
Écrit en
2017/2018

Samenvatting van hoofdstuk 3 van Nectar Biologie

Type
Cours









Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Lycée
Type
Cours
Année scolaire
4

Infos sur le Document

Livre entier ?
Non
Quels chapitres sont résumés ?
3
Publié le
29 avril 2021
Nombre de pages
6
Écrit en
2017/2018
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Biologie hoofdstuk 3 – Ecosystemen
3.1Kwetsbare ecosystemen

Ecosystemen | Binas 93B

 Probleem Schiermonnikoog: de voorraad zoetwater onder het eiland is beperkt -> vooral ’s
zomers zuinig mee omgaan.
 Ecosysteem: afgebakend gebied met organismen en biotische en abiotische relaties. (Elk dier
eigen habitat en niche; onderling verbonden in een voedselweb en op andere manieren).
 Door kringlopen wisselt een ecosysteem weinig stoffen uit met andere ecosystemen (bron 1).
In ecosystemen maken producenten d.m.v. zonlicht energierijke organische stoffen, waarmee
zij zichzelf opbouwen. Deze organische stoffen zijn de brandstof en bouwstof voor alle andere
organismen. Consumenten (herbivoren en carnivoren) gebruiken het voor groei en als
energiebron voor hun activiteiten. Daarbij ontstaat warmte die het ecosysteem verlaat.
Organische stoffen komen via de voedselketens terecht in detritus (dood organisch materiaal),
dat voedsel is voor detrituseters en reducenten. Hierna zijn de stoffen als mineralen weer
beschikbaar voor de producenten.
 Tijdens de route door de voedselketen verdwijnt de door planten vastgelegde energie uit het
ecosysteem als warmte.
 Grenzen tussen ecosystemen niet altijd scherp.

Draagkracht

 Draagkracht: de maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden. Bepalend is
hierbij de beperkende factor. Verdwijnt de beperking, dan neemt de draagkracht toe.

Veranderingen in ecosystemen

 Samenstelling van meeste populaties van een ecosysteem verandert voortdurend. Aantallen
nemen toe of af, nieuwe populaties ontstaan en oude verdwijnen = populatiedynamiek;
beïnvloedt een ecosysteem. Vb: veranderingen in konijnenpopulatie in de duinen zijn van
invloed op de hoeveelheid kruiden en grassen.
 Abiotische factoren beïnvloeden het ecosysteem ook, zoals water en de temperatuur.

Verstoringen

 Soms verandert een abiotische factor een populatie blijvend: overstroming, vulkaan.
 Dieren kunnen andere populaties ook verstoren (vossen aten alle lepelaars).
 Verstoringen: blijvende, snel optredende veranderingen in ecosystemen. Vaak van menselijke
oorsprong (aanleggen van wegen, kappen van bossen).
 Een verstoring kan klein beginnen en pas na lange tijd zichtbaar zijn (plastic gebieden op zee).

, 3.2Energie

Voedselpiramides | Binas 93E2

 Biomassa: het totaalgewicht van de organismen. In een ecosysteem gaat het niet om hoeveel
organismen eten, maar om de hoeveelheid energie die organismen uit hun voedsel halen.
 Biologen gebruiken meestal het drooggewicht: het versgewicht min het gewicht aan water. Dit
is een goede maat voor de hoeveelheid energierijke stoffen die de organismen bevatten. Door
alle drooggewichten weer te geven in de vorm van een liggend staafdiagram, krijg je een
voedselpiramide. Het oppervlak van elke staaf is een maat voor de biomassa. Daaruit is te zien
hoeveel (k)g producenten nodig is om de consumenten in leven te houden. In een ecosysteem
let je echter niet op individuele soorten, maar op groepen soorten die op een vergelijkbare
wijze aan hun voedsel komen -> in voedselpiramide zitten alle producenten P in één staaf. Dit
is het eerste trofische niveau van de piramide. Vervolgens komen de consumenten v/d 1e orde
C1.
 Hoe complexer het ecosysteem, hoe groter het aantal trofische niveaus. Het aantal trofische
niveaus is beperkt door het verdwijnen van energie (warmte).

Energiestromen | Binas 93A2!

 Lagen van voedselpiramide geven niet alleen biomassa aan. Voedsel bevat brandstoffen ->
grootte van een laag is ook een maat voor de energie op dat trofische niveau. Energie is
afkomstig uit een lager niveau -> afnemende grootte laat zien dat niet alle energie in het
hogere niveau terecht komt.
 Heterotrofe organismen nemen met hun voedsel organische stoffen op die ze gebruiken als
brand- en bouwstof.
 In een energiestroomschema staan de hoeveelheden organische stof die op dat dier van
toepassing zijn. De breedte van de bundels geeft de hoeveelheid energie ‘verpakt’ in
organische stoffen aan.
> Een dier eet een bepaalde hoeveelheid organische stof met energie-inhoud I.
(breedste bundel)
> Een deel is onverteerbaar en verlaat het lichaam als uitwerpselen (feces F).
> Hierdoor komt slechts een deel A in het bloed van de vogel (A = I – F).
> Daarvan gebruikt het dier een deel als energiebron R (dissimilatie/respiratie)
voor zijn levensprocessen.
> Zo’n 10% van de organische stoffen gebruikt het dier als bouwstof P voor
nieuw celmateriaal (P = A – R = I – F – R). Dit is maar een klein deel.

Productie

 Autotrofe organismen: organismen zoals fytoplankton die in staat zijn om uit energiearme
anorganische stoffen energierijke organische stoffen te maken. Autotrofe organismen staan
aan de basis van de voedselpiramide. Ze leveren bouw- en brandstoffen voor het hele
ecosysteem.
Fytoplankton neemt CO2 op uit het water en maakt er d.m.v. zonlicht glucose en vervolgens
vele andere energierijke koolstofverbindingen van.
 Primaire productie: hoeveelheid (g/opp./jaar of g/volume/jaar) organische stoffen die
producenten maken. Voor de grote aantallen algen in de ondiepe Waddenzee kan dat oplopen
tot 250 g koolstof per m2 water per jaar. Wanneer je alleen afgaat op de biomassa op een
€2,99
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien


Document également disponible en groupe

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
boeky Wageningen University
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
58
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
31
Documents
26
Dernière vente
3 jours de cela

3,3

3 revues

5
0
4
2
3
0
2
1
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions