Thema 2 – Ontwikkelingspsychologie
Persoonlijkheid:
Een aantal relatief stabiele georganiseerde eigenschappen of trekken binnen het individu.
Typologieën
Actief – passief
Introvert – extravert
Open- gesloten
Stabiel – instabiel
Denken – voelen
Realistisch – idealistisch
Geordend – spontaan
Praktisch – theoretisch
Temperament is een in aanleg gegeven individuele reactiewijze die zich al op heel jonge
leeftijd manifesteert die in de loop der tijd een zekere stabiliteit vertoont.
Vijf van de negen belangrijkste kenmerken waarop gedrag gescoord kan worden:
- Regelmaat (eten, slapen, ontlasting)
- Stemming (vrolijk of somber)
- Aanpassing (aanpassen aan omgeving bv slapen in ander bed)
- Toenadering/terugtrekking (makkelijke toenadering of terugtrekken bij moeder)
- Intensiteit (energieniveau)
Gedragsproblemen
Gedragsproblemen kunnen ontstaan door een verschil tussen kind kenmerken enerzijds en de
verwachtingen en eisen vanuit de omgeving anderzijds.
Moeilijk temperament kan uitmonden in een negatief interactiepatroon. Ouders kunnen
toegeven of stellen geen eisen meer.
Leeftijd van toenemende autonomie (2-3jaar) is er meer negatief contact tussen moeder en
kind.
, Meest voorkomende risico factoren:
- Vroeggeboorte en ernstige medische aandoeningen
- Een moeilijk temperament
- Angstige gehechtheid
- Psychopathologie of verslaving van de ouders.
- Huwelijksproblemen
- Armoede (eerste levensbehoefte)
- Een lage sociale klasse
Beschermende of protectieve factoren:
- Goede intelligentie
- Positief sociaal gedrag (sociabiliteit, vermogen om nieuwe contacten aan te gaan).
- Sociale ondersteuning (binnen en buiten het gezin). Met een van de ouders klikt het.
Gehechtheid
Ethologie is de gedragsbiologie vanuit evolutionistisch perspectief.
Gehechtheid is een duurzaam affectieve band tussen twee individuen.
Hechtingsgedrag is het gedrag dat een jong hulpbehoevende laat zien om de nabijheid van
een soortgenoot te handhaven.
Exploratie is de tegenpool van hechtingsgedrag
Er is een verband tussen de mate van exploratiegedrag en de aanwezigheid en
beschikbaarheid van gehechtheidfiguur.
Ontwikkeling van gehechtheid volgens Bowbly
Fase 1 = 0-5 maanden
Gehechtheid niet aanwezig wel hechtingsgedrag.
Fase 2 = 5-7 maanden
Hecht je aan 1 persoon, eenkennig.
Fase 3 = 7-12 maanden
Sterke voorkeur voor gehechtheidfiguur, angst voor vreemden.
Fase 4 = 1-4 jaar
Scheidingsangst neemt af
Fase 5 = 4+ jaar
Hechtingsgedrag neemt af, intern werkmodel.
Persoonlijkheid:
Een aantal relatief stabiele georganiseerde eigenschappen of trekken binnen het individu.
Typologieën
Actief – passief
Introvert – extravert
Open- gesloten
Stabiel – instabiel
Denken – voelen
Realistisch – idealistisch
Geordend – spontaan
Praktisch – theoretisch
Temperament is een in aanleg gegeven individuele reactiewijze die zich al op heel jonge
leeftijd manifesteert die in de loop der tijd een zekere stabiliteit vertoont.
Vijf van de negen belangrijkste kenmerken waarop gedrag gescoord kan worden:
- Regelmaat (eten, slapen, ontlasting)
- Stemming (vrolijk of somber)
- Aanpassing (aanpassen aan omgeving bv slapen in ander bed)
- Toenadering/terugtrekking (makkelijke toenadering of terugtrekken bij moeder)
- Intensiteit (energieniveau)
Gedragsproblemen
Gedragsproblemen kunnen ontstaan door een verschil tussen kind kenmerken enerzijds en de
verwachtingen en eisen vanuit de omgeving anderzijds.
Moeilijk temperament kan uitmonden in een negatief interactiepatroon. Ouders kunnen
toegeven of stellen geen eisen meer.
Leeftijd van toenemende autonomie (2-3jaar) is er meer negatief contact tussen moeder en
kind.
, Meest voorkomende risico factoren:
- Vroeggeboorte en ernstige medische aandoeningen
- Een moeilijk temperament
- Angstige gehechtheid
- Psychopathologie of verslaving van de ouders.
- Huwelijksproblemen
- Armoede (eerste levensbehoefte)
- Een lage sociale klasse
Beschermende of protectieve factoren:
- Goede intelligentie
- Positief sociaal gedrag (sociabiliteit, vermogen om nieuwe contacten aan te gaan).
- Sociale ondersteuning (binnen en buiten het gezin). Met een van de ouders klikt het.
Gehechtheid
Ethologie is de gedragsbiologie vanuit evolutionistisch perspectief.
Gehechtheid is een duurzaam affectieve band tussen twee individuen.
Hechtingsgedrag is het gedrag dat een jong hulpbehoevende laat zien om de nabijheid van
een soortgenoot te handhaven.
Exploratie is de tegenpool van hechtingsgedrag
Er is een verband tussen de mate van exploratiegedrag en de aanwezigheid en
beschikbaarheid van gehechtheidfiguur.
Ontwikkeling van gehechtheid volgens Bowbly
Fase 1 = 0-5 maanden
Gehechtheid niet aanwezig wel hechtingsgedrag.
Fase 2 = 5-7 maanden
Hecht je aan 1 persoon, eenkennig.
Fase 3 = 7-12 maanden
Sterke voorkeur voor gehechtheidfiguur, angst voor vreemden.
Fase 4 = 1-4 jaar
Scheidingsangst neemt af
Fase 5 = 4+ jaar
Hechtingsgedrag neemt af, intern werkmodel.
