Schrijfplan
Onderwerp: rechtvaardigheid volgens Aristoteles
Publiek: algemeen geïnteresseerden (niet-deskundig)
Tekstsoort: beschouwing
Tekstdoel: opiniëren, persuaderen
Tekststructuur: verschijnsel-en-besprekingstructuur
Probleemstelling: In hoeverre zijn Aristoteles’ opvattingen over rechtvaardigheid waardevol
voor het Nederlands rechtssysteem betreffende dood door doodslag of moord?
Alinea Functie Inhoud Korte toelichting/ voorbeelden
1 Inleiding Anekdote: Je bent een mooie
-Belangstelling jongedame. Het is acht uur ’s avonds
wekken op werk en opeens komt die ene
-Onderwerp collega die je altijd uitvraagt op dates
introduceren op je afgerend met een schaar in zijn
handen. Dit net nadat je hem weer
hebt moeten afwijzen. Vrezend voor je
leven pak je een nietmachine en geef
je hem een rake klap op zijn hoofd.
Deze klap zorgt ervoor dat hij in een
keer dood is. Moord? Nee, eerder
zelfverdediging. Een andere situatie:
het is weer acht uur ’s avonds op werk
en de man heeft je weer opnieuw op
een date gevraagd. Je zegt nee. Hij
accepteert deze keuze, maar toch
begin je het zeer vervelend te vinden.
Je kiest ervoor om er een einde aan
te maken. Je grijpt naar het scherpste
object binnen handbereik, in dit geval
een schaar, en rent achter hem aan
en vermoordt hem. Moord? Ja, dat
lijkt wel logisch. De laatste situatie: het
is weer acht uur ’s avonds op werk.
De man vraagt je weer uit. Opnieuw
zeg je nee, maar de man blijft door
vragen. Er ontstaat een verhitte
discussie. De man grijpt je vast en
vraagt of je rustiger kunt praten
aangezien jullie op werk zijn. Als
reactie pak je het scherpste object
binnen handbereik en vermoordt hem.
Is dit moord of toch doodslag? Deze
vraag zal van toepassing zijn bij de
probleemstelling: In hoeverre zijn
Aristoteles’ opvattingen over
rechtvaardigheid waardevol voor het
Nederlands rechtssysteem
betreffende dood door doodslag of
, moord? In deze beschouwing zal
gekeken worden naar wat Aristoteles’
opvattingen zijn over rechtvaardigheid
en hoe het Nederlands rechtssysteem
werkt. Uiteindelijk zal gekeken worden
of Aristoteles’ opvattingen toegepast
kunnen worden binnen dit
rechtssysteem en of er
overeenkomsten zijn tussen de
opvattingen van Aristoteles en
bepaalde zaken bij het Nederlands
rechtssysteem. Met behulp van deze
informatie zal de probleemstelling (In
hoeverre zijn Aristoteles’ opvattingen
over rechtvaardigheid waardevol voor
het Nederlands rechtssysteem
betreffende dood door doodslag of
moord?) beantwoord worden.
2 Kern Wie is Aristoteles?1 Inleidende zin: Voordat gekeken zal
worden naar dit probleem, is het eerst
handig om te weten wie Aristoteles is.
-Griekse filosoof
-Geboren 384 v. Chr.
-Geboren in Stagira
-Studeren in Athene (Academie van
Plato)
-Leerling Plato
-Leraar Alexander de Grote
-Hield zich bezig met vele zaken
-Belangrijk werk: Ethica Nicomachea
Slotzin: Dit werk gaat over
rechtvaardigheid, maar wat zijn
Aristoteles’ opvattingen over
rechtvaardigheid?
3 Kern Wat is Aristoteles’ Inleidende zin: Volgens Aristoteles is
opvatting over vrije wil noodzakelijk bij rechtvaardig
rechtvaardigheid handelen; de persoon moet een
(vrije wil)?2,3,4 keuze hebben en weten wat hij of zij
doet.
-Keuze moet er zijn
-Besef moet er zijn (weten)
-Boulestai wat de rede wilde er
werd beseft dat er echter ook andere
motivaties waren.
-Wat we eerder hebben meegemaakt
past onze keuzes aan
-Opvoeding en ervaring zodanig dat
redelijkheid zege viert (straf is ook
1
https://historiek.net/aristoteles-universele-filosoof-oudheid/65153/
2
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/156991-de-vrije-wil-moderne-verwarring-en-een-oud-
griekse-wijsheid.html
3
https://classicalwisdom.com/philosophy/aristotle/aristotles-de-interpretatione-fate-free-will/
4
http://www.wissenburg.org/pdf/aristoteles.pdf p. 5
Onderwerp: rechtvaardigheid volgens Aristoteles
Publiek: algemeen geïnteresseerden (niet-deskundig)
Tekstsoort: beschouwing
Tekstdoel: opiniëren, persuaderen
Tekststructuur: verschijnsel-en-besprekingstructuur
Probleemstelling: In hoeverre zijn Aristoteles’ opvattingen over rechtvaardigheid waardevol
voor het Nederlands rechtssysteem betreffende dood door doodslag of moord?
Alinea Functie Inhoud Korte toelichting/ voorbeelden
1 Inleiding Anekdote: Je bent een mooie
-Belangstelling jongedame. Het is acht uur ’s avonds
wekken op werk en opeens komt die ene
-Onderwerp collega die je altijd uitvraagt op dates
introduceren op je afgerend met een schaar in zijn
handen. Dit net nadat je hem weer
hebt moeten afwijzen. Vrezend voor je
leven pak je een nietmachine en geef
je hem een rake klap op zijn hoofd.
Deze klap zorgt ervoor dat hij in een
keer dood is. Moord? Nee, eerder
zelfverdediging. Een andere situatie:
het is weer acht uur ’s avonds op werk
en de man heeft je weer opnieuw op
een date gevraagd. Je zegt nee. Hij
accepteert deze keuze, maar toch
begin je het zeer vervelend te vinden.
Je kiest ervoor om er een einde aan
te maken. Je grijpt naar het scherpste
object binnen handbereik, in dit geval
een schaar, en rent achter hem aan
en vermoordt hem. Moord? Ja, dat
lijkt wel logisch. De laatste situatie: het
is weer acht uur ’s avonds op werk.
De man vraagt je weer uit. Opnieuw
zeg je nee, maar de man blijft door
vragen. Er ontstaat een verhitte
discussie. De man grijpt je vast en
vraagt of je rustiger kunt praten
aangezien jullie op werk zijn. Als
reactie pak je het scherpste object
binnen handbereik en vermoordt hem.
Is dit moord of toch doodslag? Deze
vraag zal van toepassing zijn bij de
probleemstelling: In hoeverre zijn
Aristoteles’ opvattingen over
rechtvaardigheid waardevol voor het
Nederlands rechtssysteem
betreffende dood door doodslag of
, moord? In deze beschouwing zal
gekeken worden naar wat Aristoteles’
opvattingen zijn over rechtvaardigheid
en hoe het Nederlands rechtssysteem
werkt. Uiteindelijk zal gekeken worden
of Aristoteles’ opvattingen toegepast
kunnen worden binnen dit
rechtssysteem en of er
overeenkomsten zijn tussen de
opvattingen van Aristoteles en
bepaalde zaken bij het Nederlands
rechtssysteem. Met behulp van deze
informatie zal de probleemstelling (In
hoeverre zijn Aristoteles’ opvattingen
over rechtvaardigheid waardevol voor
het Nederlands rechtssysteem
betreffende dood door doodslag of
moord?) beantwoord worden.
2 Kern Wie is Aristoteles?1 Inleidende zin: Voordat gekeken zal
worden naar dit probleem, is het eerst
handig om te weten wie Aristoteles is.
-Griekse filosoof
-Geboren 384 v. Chr.
-Geboren in Stagira
-Studeren in Athene (Academie van
Plato)
-Leerling Plato
-Leraar Alexander de Grote
-Hield zich bezig met vele zaken
-Belangrijk werk: Ethica Nicomachea
Slotzin: Dit werk gaat over
rechtvaardigheid, maar wat zijn
Aristoteles’ opvattingen over
rechtvaardigheid?
3 Kern Wat is Aristoteles’ Inleidende zin: Volgens Aristoteles is
opvatting over vrije wil noodzakelijk bij rechtvaardig
rechtvaardigheid handelen; de persoon moet een
(vrije wil)?2,3,4 keuze hebben en weten wat hij of zij
doet.
-Keuze moet er zijn
-Besef moet er zijn (weten)
-Boulestai wat de rede wilde er
werd beseft dat er echter ook andere
motivaties waren.
-Wat we eerder hebben meegemaakt
past onze keuzes aan
-Opvoeding en ervaring zodanig dat
redelijkheid zege viert (straf is ook
1
https://historiek.net/aristoteles-universele-filosoof-oudheid/65153/
2
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/156991-de-vrije-wil-moderne-verwarring-en-een-oud-
griekse-wijsheid.html
3
https://classicalwisdom.com/philosophy/aristotle/aristotles-de-interpretatione-fate-free-will/
4
http://www.wissenburg.org/pdf/aristoteles.pdf p. 5
