People JNP
H1
Lasswell Cfr. ‘Communicatiemodel van Lasswell’.
Manuel Castells ‘The Information Age: Economy, Society, and Culture’.
Waar het in de industriële samenleving nog vooral energiebronnen (kapitaal
en arbeid) waren die garant stonden voor productiviteitsgroei, zijn kennis en
informatie de nieuwe bronnen van productiviteit in de ‘netwerkeconomie’
(wat hij informationeel kapitalisme noemt).
+ Grote nadruk op het belang van elektronische netwerken als drijvers van
maatschappelijke verandering.
Appadurai Hij beschouwt globalisering vanuit een cultureel perspectief dat is
ingegeven door onder andere de realiteit van toenemende migratiestromen.
Informatie wordt volgens hem uitgewisseld en verhandeld over de grenzen
van de natiestaat en over culturen en continenten heen (‘space of flows’ ipv
‘space of spaces’) hoe informatie zich van de ene naar de andere plek gaat
bewegen.
Mc Luhan Cfr. World society.
De centrale idee is dat door het wegvallen van tijd en ruimte beperking in de
wereld een dorp is geworden waardoor iedereen met iedereen kan
communiceren Optimistische visie.
Ritzer Cfr. McDonaldisation.
Efficiëntie (zelfbediening) / Voorspelbaarheid (overal hetzelfde) /
Berekenbaarheid (kwantiteit eerder dan kwaliteit) / Beheersbaarheid (veel
geautomatiseerd).
Beck Cfr. World society.
Waarin gelijkenissen zijn, maar verschillen en verscheidenheid zullen blijven
primeren het is onmogelijk dat alle landen op dezelfde manier evolueren.
Robertson Cfr. Glocalisering.
Schaalverkleining als tegenreactie (bijv. Big Brother, format die in veel
landen op tv is, maar er wordt een lokale invulling op gegeven).
Dery “Global village is utopie”
Dery stelt dat de computernetwerken nodig zijn voor een global village ,wel
degelijk tot stand zijn gekomen, maar vraagt zich af in hoeverre dit tot een
groter gevoel van betrokkenheid heeft gezorgd bij wat er in de wereld
gebeurt.
Cfr. Couch potato & Compassion fatigue.
Brian McNair Cfr. Chaotic news environment.
Deze chaotische nieuwsomgeving wordt gekenmerkt door niet lineair en
gedecentraliseerde informatiestromen die niet beperkt worden door de
grenzen van tijd en ruimte.
In essentie zijn we geëvolueerd zijn van een vrij gesloten proces van top-
People JNP 1
, down nieuwsproductie met een beperkt aantal nieuwsleveranciers naar een
open proces op basis van informatie-uitwisselingen in verschillende
richtingen tussen een onmeetbare hoeveelheid informatieknooppunten.
McManus Cfr. Market driven journalism.
Telkens wordt verwezen naar de doorgedreven commercialisering van de
sector of de vernieuwde nadruk op de kosten en opbrengsten en het feit dat
nieuwsproductie vandaag veel meer dan vroeger gedomineerd wordt door
de marketing logica.
Laurence Deed onderzoek naar tabloidisering bij de Vlaamse kranten.
Hauttekeete Ze stelde een tabloidiseringtendens vast (zowel vormelijk als inhoudelijk),
maar die tendens was niet even sterk voor alle onderzochte media.
Ansgard Heinrich Cfr. Netwerkjournalistiek.
Hij stelt dat netwerkjournalistiek een antwoord kan bieden op de
uitdagingen voor nieuwsorganisaties in de netwerkmaatschappij.
Kenmerken volgens Heinrich:
- Informatiestromen zijn niet-lineair, gedecentraliseerd en gaan
simultaan in verschillende richtingen,
- De snelheid van informatieverspreiding is toegenomen
- En de connectiviteit tussen verschillende participanten in het
nieuwsproductieproces is toegenomen.
"Hoe sterk de invloed van de technologie op het leven van de mens ook is,
de meest actieve rol in de wisselwerking tussen technologie en mensen zijn
nog steeds de mensen achter de machines en niet de machines zelf."
H2
Barbie Zelizer Definieert ‘journalist’.
“De journalist beschouwd als iemand die aan een publiek rapporteert wat er
in de wereld gebeurt.”
Maakte een chronologisch sociologisch onderzoek en onderscheidde een
vroege, midden en late gische periode van onderzoeken naar nieuwsselectie.
Singer Cfr. ‘Dimensies van een beroep’.
Er kan worden gesproken worden van een beroep als er een cognitieve,
normatieve en evaluatieve dimensie aan dit beroep kan worden gekoppeld.
3 dimensies vanuit sociologie:
1) Cognitieve dimensie: Kennis techniek en opleiding
2) Normatieve dimensie: ethiek, zelfregulering en publieke
dienstverlening
3) Evaluatieve dimensie: autonomie en prestige
Singer stelt dat ondanks dat journalistiek niet aan alle kenmerken van een
beroep voldoet, de aanwezigheid van een normatieve dimensie in
combinatie met publieke dienstverlening, toch voldoende is om journalistiek
als een beroep (in opbouw) te zien. Tegelijk wijst ze op de nieuwe
uitdagingen die de netwerkmaatschappij heeft gesteld aan journalistiek als
een beroep.
Singer meent dat er in een online omgeving eerder nood is aan technische
profielen dan aan journalisten met meer journalistieke skills, zoals verhalen
vertellen, analyses maken, enzovoort. Dat betekent volgens haar een
uitholling van journalistiek als een ‘profession’ op het cognitieve niveau.
Cfr. ‘Secondary Gatekeeping’.
Nieuwsselectie is aan een 'two-step gatekeeping process' onderhevig.
Het publiek vertrouwt nog altijd op journalisten als initiële
People JNP 2
H1
Lasswell Cfr. ‘Communicatiemodel van Lasswell’.
Manuel Castells ‘The Information Age: Economy, Society, and Culture’.
Waar het in de industriële samenleving nog vooral energiebronnen (kapitaal
en arbeid) waren die garant stonden voor productiviteitsgroei, zijn kennis en
informatie de nieuwe bronnen van productiviteit in de ‘netwerkeconomie’
(wat hij informationeel kapitalisme noemt).
+ Grote nadruk op het belang van elektronische netwerken als drijvers van
maatschappelijke verandering.
Appadurai Hij beschouwt globalisering vanuit een cultureel perspectief dat is
ingegeven door onder andere de realiteit van toenemende migratiestromen.
Informatie wordt volgens hem uitgewisseld en verhandeld over de grenzen
van de natiestaat en over culturen en continenten heen (‘space of flows’ ipv
‘space of spaces’) hoe informatie zich van de ene naar de andere plek gaat
bewegen.
Mc Luhan Cfr. World society.
De centrale idee is dat door het wegvallen van tijd en ruimte beperking in de
wereld een dorp is geworden waardoor iedereen met iedereen kan
communiceren Optimistische visie.
Ritzer Cfr. McDonaldisation.
Efficiëntie (zelfbediening) / Voorspelbaarheid (overal hetzelfde) /
Berekenbaarheid (kwantiteit eerder dan kwaliteit) / Beheersbaarheid (veel
geautomatiseerd).
Beck Cfr. World society.
Waarin gelijkenissen zijn, maar verschillen en verscheidenheid zullen blijven
primeren het is onmogelijk dat alle landen op dezelfde manier evolueren.
Robertson Cfr. Glocalisering.
Schaalverkleining als tegenreactie (bijv. Big Brother, format die in veel
landen op tv is, maar er wordt een lokale invulling op gegeven).
Dery “Global village is utopie”
Dery stelt dat de computernetwerken nodig zijn voor een global village ,wel
degelijk tot stand zijn gekomen, maar vraagt zich af in hoeverre dit tot een
groter gevoel van betrokkenheid heeft gezorgd bij wat er in de wereld
gebeurt.
Cfr. Couch potato & Compassion fatigue.
Brian McNair Cfr. Chaotic news environment.
Deze chaotische nieuwsomgeving wordt gekenmerkt door niet lineair en
gedecentraliseerde informatiestromen die niet beperkt worden door de
grenzen van tijd en ruimte.
In essentie zijn we geëvolueerd zijn van een vrij gesloten proces van top-
People JNP 1
, down nieuwsproductie met een beperkt aantal nieuwsleveranciers naar een
open proces op basis van informatie-uitwisselingen in verschillende
richtingen tussen een onmeetbare hoeveelheid informatieknooppunten.
McManus Cfr. Market driven journalism.
Telkens wordt verwezen naar de doorgedreven commercialisering van de
sector of de vernieuwde nadruk op de kosten en opbrengsten en het feit dat
nieuwsproductie vandaag veel meer dan vroeger gedomineerd wordt door
de marketing logica.
Laurence Deed onderzoek naar tabloidisering bij de Vlaamse kranten.
Hauttekeete Ze stelde een tabloidiseringtendens vast (zowel vormelijk als inhoudelijk),
maar die tendens was niet even sterk voor alle onderzochte media.
Ansgard Heinrich Cfr. Netwerkjournalistiek.
Hij stelt dat netwerkjournalistiek een antwoord kan bieden op de
uitdagingen voor nieuwsorganisaties in de netwerkmaatschappij.
Kenmerken volgens Heinrich:
- Informatiestromen zijn niet-lineair, gedecentraliseerd en gaan
simultaan in verschillende richtingen,
- De snelheid van informatieverspreiding is toegenomen
- En de connectiviteit tussen verschillende participanten in het
nieuwsproductieproces is toegenomen.
"Hoe sterk de invloed van de technologie op het leven van de mens ook is,
de meest actieve rol in de wisselwerking tussen technologie en mensen zijn
nog steeds de mensen achter de machines en niet de machines zelf."
H2
Barbie Zelizer Definieert ‘journalist’.
“De journalist beschouwd als iemand die aan een publiek rapporteert wat er
in de wereld gebeurt.”
Maakte een chronologisch sociologisch onderzoek en onderscheidde een
vroege, midden en late gische periode van onderzoeken naar nieuwsselectie.
Singer Cfr. ‘Dimensies van een beroep’.
Er kan worden gesproken worden van een beroep als er een cognitieve,
normatieve en evaluatieve dimensie aan dit beroep kan worden gekoppeld.
3 dimensies vanuit sociologie:
1) Cognitieve dimensie: Kennis techniek en opleiding
2) Normatieve dimensie: ethiek, zelfregulering en publieke
dienstverlening
3) Evaluatieve dimensie: autonomie en prestige
Singer stelt dat ondanks dat journalistiek niet aan alle kenmerken van een
beroep voldoet, de aanwezigheid van een normatieve dimensie in
combinatie met publieke dienstverlening, toch voldoende is om journalistiek
als een beroep (in opbouw) te zien. Tegelijk wijst ze op de nieuwe
uitdagingen die de netwerkmaatschappij heeft gesteld aan journalistiek als
een beroep.
Singer meent dat er in een online omgeving eerder nood is aan technische
profielen dan aan journalisten met meer journalistieke skills, zoals verhalen
vertellen, analyses maken, enzovoort. Dat betekent volgens haar een
uitholling van journalistiek als een ‘profession’ op het cognitieve niveau.
Cfr. ‘Secondary Gatekeeping’.
Nieuwsselectie is aan een 'two-step gatekeeping process' onderhevig.
Het publiek vertrouwt nog altijd op journalisten als initiële
People JNP 2
