Inleiding
Epidemiologie = wat zich voordoet in een populatie. STUDIE VAN DE NOEMER!
Beschrijven en verklaren van ziekten (fenomenen) in hun natuurlijke omgeving
Pathologie = studie van het verloop en effect van een ziekte op een dier.
De epidemiologie is een wetenschap die bijdraagt tot een betere preventie en vermindering
van de gevolgen van ziekten. Het houdt zich bezig met de preventieve geneeskunde.
Voorkomen is beter dan genezen.
Link met de veterinaire volksgezondheid
One health principe = mens, dier en omgeving beïnvloeden elkaar. Wat er gedaan wordt in
de diergeneeskunde heeft ook invloed op de gezondheid van de mens en het milieu.
Link met de economie van de diergezondheidszorg
Epidemiologie:
Infectieuze ziekten
Metabole ziekten
Zoönosen
Productie karakteristieken
Welzijn
Evidence based veterinary medicine = er is steeds meer data beschikbaar, dus de diagnose
moet steeds gebaseerd zijn op de best mogelijke beschikbare informatie.
Data is zeer belangrijk binnen de epidemiologie.
Geschiedenis
18e eeuw: Europa werd getroffen door een zware runderpest (uit Azië). Men ging zieke
dieren afslachten om te voorkomen dat gezonde dieren ziek werden. Dit leidde tot de
oprichting van de eerste veeartsenschool in Lyon. Men ging voor betere hygiëne zorgen.
Door de microbiologie werden de oorzaken van ziekten duidelijker.
1
,Postulaten van Koch:
Agens is aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben.
Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of niet-zieke dieren
Agens kan in reincultuur geïsoleerd worden uit zieke dieren.
Wanneer het agens geïsoleerd wordt uit een ziek dier en een ander dier wordt
experimenteel geïnfecteerd met dit isolaat, dan moet dit dier dezelfde
ziektesymptomen ontwikkelen.
De oorzaak va ziekten is vaak multifactorieel.
Postulaten van Evans:
De proportie dieren met de ziekte moet significant hoger zijn in de groep
blootgesteld aan de risicofactor (RF) dan in de groep die niet blootgesteld is aan de
risicofactor.
# nieuwe ziekte gevallen in groep blootgesteld aan de RF >> groep niet blootgesteld
aan RF
Groep dieren met ziekte moet significant meer blootgesteld zijn aan RF dan groep
dieren zonder ziekte
Ziekte volgt op blootstelling RF rekening houdend met de incubatieperiode.
Waaier aan gastheerreacties moet volgen op blootstelling aan RF
Een meetbare gastheerreactie (vb: AntiStoffen) moet frequent voorkomen bij dieren
blootgesteld aan RF; niet bij niet-blootgestelden
Onder experimentele omstandigheden moet de ziekte frequenter voorkomen bij
dieren blootgesteld aan RF, dan bij niet blootgestelde.
Wegnemen RF moet aantal nieuwe gevallen doen dalen
Versterking van de gastheerreactie (vb: vaccinatie) op blootstelling aan RF moet de
frequentie van de ziekte doen dalen.
Alle verbanden tussen ziekte en de Rf moeten biologisch verklaarbaar zijn.
Verband tussen ziekte en risicofactoren:
epidemiologische driehoek
2
, Risicofactoren indelen: intrinsiek en extrensiek
intrinsiek = fysische eigenschappen van de gastheer/kiem
extrensiek = alle omgevingsfactoren
Verband tussen infectie ziekten en risicofactoren:
Noodzakelijke factoren moeten aanwezig zijn om de ziekte te veroorzaken.
Bijdragende factoren dragen bij aan de kans op het voorkomen van de ziekte.
Vb: slechte hygiëne, groepshuisvesting,…
De aanwezigheid van voldoende factoren zal resulteren in ziekte.
Voorbeelden van multifactoriële aandoeningen:
1. Mastitis bij rundvee
2. Salmonellose bij varkens
Verhaal dr. Snow
Twee bedrijven die water aanleverde. Ene bedrijf ontrokken het stroomafwaarts (cholera en
dus groter risico om te sterven), de andere stroomopwaarts (minder besmettingen).
Voorbeelden belang van de epidemiologie in de diergeneeskunde
1. BSE = dollekoeienziekte
2. Besmettelijke pleuropneumonie bij rund
3