Samenvatting Cursus Vennootschapsboekhouden I (vives)

Vennootschapsboekhouden I
Hoofdstuk 1: De jaarrekening: principes en inleidende
oefeningen (p. 8 tem 34)
Schema resultatenrekening (staffelvorm)

70/74 + 76A Bedrijfsopbrengsten (inclusief niet-recurrente BO)

- (60/64)+66A) Bedrijfskosten (incl. niet-recurrente BK)
60
61
62
63
64
64 A Niet-recurrente bedrijfskosten
= Bedrijfsresultaat
75+76B Financiële opbrengsten (incl. niet recurrente FO)
- (65+65B Financiële kosten (incl. niet-recurrente FK) = Fin. Resultaat
= Resultaat van het boekjaar voor belastingen
- 680 Overboeking naar uitgestelde belastingen
+780 Onttrekking aan uitgestelde belastingen
- 67 Belastingen op het resultaat
+77 Regularisatie van belastingen
= Resultaat van het boekjaar
- 689 Overboeking naar belastingvrije reserves
+789 Onttrekking aan belastingvrije reserves
= Te bestemmen resultaat van het boekjaar

Bij bepalen van het resultaat
 Toename van het Eigen Vermogen wijst op winst;
 Wettelijke reserve = 5% van het resultaat van het boekjaar;
 Te verwerken resultaat = Te bestemmen resultaat van het boekjaar + overgedragen resultaat
van het vorig boekjaar.

Berekenen RSZ werkgever  Brutoloon x 1,08 x [Patronaal percentage]

Financieel resultaat = Financiële opbrengst (75+76B) – financiële kosten (65+66B)




Pagina 1 van 19

,Hoofdstuk 2: Boekhoudrecht en algemene beginselen
(p. 35 tem 49)
WVV = Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
Drie soorten jaarrekening:
 VOL  Volledig schema;
 VKT  Verkort schema;
 MIC  Micro-schema;

Kapitaalvennootschap: NV
Kapitaalloze vennootschap: BV, CV, VOF, CommV

Grote ondernemingen  volledig schema;
Kleine ondernemingen  verkort of micro schema

Kleine vennootschap:
 Jaaromzet <= 9 000 000,00
 Balanstotaal <= 4 500 000,00
 Personeel <= 50 werknemers
Vertragend effect heeft pas gevolgen:
 Gedurende twee opeenvolgende boekjaren zich voordoen
 Pas vanaf boekjaar dat volgt op boekjaar waarin meer dan 1 criterium voor de tweede keer
werd overschreden.

Microvennootschap:
 Jaaromzet <= 700 000,00
 Balanstotaal <= 350 000,00
 Personeel <= 10 werknemers
Ze mogen geen dochter- of moedervennootschap zijn.

Algemene beginselen van waarderingsregels
 Onderneming bepaalt zelf de waarderingsregels met het in acht nemen van de voorschriften;
 De waarderingsregels worden vastgelegd in een inventarisboek en worden samengevat in de
toelichting;
 Er moet uitgegaan worden van een going-concern.
 Er kan een aanpassing van de waarderingsregels en een toepassing van bijzondere regels zijn
bij doorbreken van going-concern.
 Uitzonderlijk niet nakomen van de waarderingsregels moet worden verantwoord in de
toelichting en de invloed moet weergegeven worden.
 Waarderingsregels blijven identiek van het ene boekjaar op het andere volgens het
consistentieprincipe. Uitzonderlijke wijzigingen dienen te worden verantwoord in de
toelichting.
 Alle vermogenselementen worden afzonderlijk gewaardeerd.
 Waarderingen moeten voldoen aan eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw
 Toepassing van het voorzichtigheidsprincipe m.a.w. rekening houden met alle voorzienbare
risico’s, verliezen en ontwaardingen)




Pagina 2 van 19

,  Toepassing van het matching principle m.a.w. kosten en opbrengsten die betrekking hebben
op het betreffende boekjaar dienen toegerekend te worden aan dat boekjaar.
 Bij vreemde valuta worden de waarderingsregels in de toelichting opgenomen.

Hoofdstuk 3: Enkele elementen van het eigen
vermogen (p. 50 tem 153)
Kapitaal bij een kapitaalvennootschap: NV
 Het kapitaal mag niet minder bedragen van 61 500 euro;
 Er zijn zeven verplichte onderdelen in het financieel plan:
o Beschrijving van de voorgenomen activiteiten;
o Overzicht financieringsbronnen en verstrekte zekerheden;
o Openingsbalans + geprojecteerde balans na 12 en 24 maanden;
o Geprojecteerde resultatenrekening na 12 en 24 maanden;
o Begroting van de inkomsten en uitgaven voor minstens 2 jaar na oprichting;
o Beschrijving hypothese bij de schatting van omzet en rendabiliteit.
o Naam van externe deskundige indien die is opgetreden
 Vorming van kapitaal:
o Storting in contanten
o Inbreng in natura (geen werk, geen diensten)
o Waardering van inbreng: zie activa
 Vennootschap: bedongen waarde + verslag bedrijfsrevisor
 Eenmanszaak: waarde activa bij inbreng <= marktwaarde

Wat verstaat men onder een financieel plan?

Verplicht document dat voldoende kapitaal moet bewijzen voor 2 jaar gewone bedrijfsoefening. De
oprichters kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld indien blijkt dat het kapitaal onvoldoende
was bij oprichting.

A. Kapitaalvorming

De kapitaalvorming bij een NV kan gebeuren door Publieke uitgifte (beur) in de vorm van speciën en
anderzijds door Privé-uitgifte. Hierin kan een onderscheid worden gemaakt van Nieuw vermogen
(speciën en natura) en Herschikking van bestaand vermogen (omzetting vreemd vermogen of
incorporatie bestaande eigen vermogen).

B. Kapitaalvermindering

 Door terugbetaling aan vennoten;
 Door vrijstelling van verdere volstorting;
 Door incorporatie van verliezen

C. Beschrijving oprichting en kapitaalsverhoging

Voorbereiding:

a) Oprichting: financieel plan & statuten waarbij er een minimum geplaatst kapitaal moet zijn
van 61 500,00 EUR.
b) Een kapitaalsverhoging bij behoefte aan nieuw kapitaal:
a. Statutenwijziging (via notariële akte)
b. Rekening houden met voorkeurrecht


Pagina 3 van 19