Samenvatting pr & copywriting (2e jaar Vives)

PR & Copywriting
Deel 1: communicatie en ‘image building’
 Communicatio (Latijn) = mededelen, overdracht van informatie tussen mensen
 Communis (Grieks) = iets gemeenschappelijk maken, iemand laten delen in iets
Tijdperk voor sociale media
 Interpersoonlijke communicatie: geselecteerd publiek, veel kans op feedback, tweerichtingsverkeer
 Massacommunicatie: openbaar, een onbekende ontvanger, iedereen kan de boodschap ontvangen
Sedert web 2.0
 Massamedia kan op interpersoonlijk niveau worden ingezet
 De massa kan feedback geven en de zender kan persoonlijke feedback geven aan elke individuele klant
Soorten communicatie
 Interne communicatie (binnen het bedrijf zelf)
 Externe communicatie (buitenwereld en publieksgroepen van het bedrijf)
 Corporate communicatie / bedrijfscommunicatie (tussen verschillende bedrijven)
Soorten boodschappen
 Verbale boodschappen
 Non-verbale boodschappen
o Lichaamstaal
o Persoonlijke verschijning
o Ruimtes die ik inricht
 Geschreven boodschappen
Personal branding = jouw merk presenteren aan anderen, waarbij je positieve beelden en associaties oproept. Je
gebruikt je persoonlijkheid om je te onderscheiden van anderen.
Hoe zet je jezelf als merk in de markt?
 Weest apart
 Wees betrouwbaar
 Wees congruent
Wat bepaalt de keuze van een merk?
 Prijs
 Kwaliteit
 Merk
 Imago




Nelson Segers 2EVA

, Corporate branding = waarden die de bedrijfsidentiteit uitstralen systematisch articuleren om het bedrijf zo goed
mogelijk te positioneren in het hoofd van mensen en zo het keuzeproces en koopgedrag beïnvloeden en het
welzijn van de klant bevorderen. + “wij-gevoel”!
Corporate identity = het imago dat je als bedrijf nastreeft en dat je moet onderscheiden.
 Corporate behaviour (stijl en gedrag van de organisatie en de medewerkers)
 Corporate communication (mix van communicatieactiviteiten en –kanalen)
 Corporate design (symboliek en huisstijl)
Corporate image = het reële imago dat je organisatie heeft.
Het ontstaan van een imago
 Occasionele tot regelmatige ervaringen
 Ontvangen informatie- en imagoprikkels
Het belang van een goed imago
 Wekt vertrouwen op
 Wekt een goed gevoel op
 Wekt een bepaalde status op
 Werkt drempelverlagend
 Is doorslaggevend bij keuzes
Hoe kan je een slecht imago weer opkrikken?
1. Research: imago-onderzoek over jezelf en bij je doelgroepen, concurrenten en collega’s
2. Corporate image objectives: doelstellingen bij de beoogde identiteit en het beoogd imago bepalen en
uitwerken
3. Communicate new image to employees: werknemers betrekken bij de bepaling van de imagoaccenten en hen
informeren over het imagobeleid
4. Implementation: het nieuw imagobeeld toepassen door de nieuwe huisstijl en het nieuwe gedrag te hanteren
5. Audit: onderzoek achteraf of de gewenste imago-effecten bereikt zijn
Doelgroep versus community
Doelgroep = geografie, leeftijd, beroep, …
Community = overtuiging, fijngevoeligheid, mentaliteit
Brand naming
 Wie is de doelgroep?
 Wat is de basisboodschap van mijn organisatie?
 Wat onderscheidt mijn organisatie?
Huisstijl = het geheel van vormelijke elementen die het gezicht vormen en het karakter en de identiteit
visualiseren.
 Naam
 Logo
 Kleurenpalet
 Typografie / lettertype
 Corporate guidelines
 Heldere afspraken over do’s en don’ts
Nelson Segers 2EVA