Week 1 Basis kansberekening
Begrip Definitie / Uitleg
Random experiment / Kansexperiment Twee of meer uitkomsten, uitkomst is niet
zeker. Uitkomst hangt af van toeval.
Sample space (of random experiment) / Alle mogelijke uitkomsten.
Uitkomstenruimte
Elementary outcome (EO) / Elementaire Eén mogelijke uitkomst van een
uitkomt (EU) kansexperiment.
Event / gebeurtenis Een verzameling van één(!) of meer elementaire
uitkomsten (EU).
Aselecte steekproef Random een persoon getrokken uit de
populatie.
Toevalsvariabele Waarde hangt af van toeval. Een waarde op een
toevalsvariabele vormt een gebeurtenis, geen
EU.
Disjoint / Disjuncte gebeurtenissen Twee gebeurtenissen kunnen niet tegelijk
optreden. A en B hebben geen EU gemeen.
P(A en B) = 0
P(A│B) = 0
P(A or B) = P(A) + P(B)
Statistisch onafhankelijke gebeurtenissen Twee gebeurtenissen beïnvloeden elkaars kans
van optreden niet. Als B optreedt, blijft de kans
op A gelijk.
P(A) = P(A│B)
Probability model / kansverdeling Kansen worden toegewezen aan
gebeurtenissen.
Een tabel met gebeurtenissen en hun
bijbehorende kans van optreden
Unconditional /onvoorwaardelijke kans P(A) of P(A en B) of P(A of B) of P(A^c)
Conditional / voorwaardelijke kans P(A│B)
Probability distribution
Tree diagram