lOMoARcPSD|47111131
BESTUURSKUNDE
SAMENVATTING
1
, lOMoARcPSD|47111131
H1: Vier sferen in de samenleving
1. Inleiding
● ‘bestuurskunde’ = sturen = vormgeving van de SL en de rol v/d OH drin
● vorm van meta-analyse: we kijken naar de manier wrop we kijken naar onze SL om
dan vervolgens over de rol van de staat & org v/d OH na te denken
● SL= pol georganiseerd, op versch niveaus + tijds-en plaatsgebonden, 4 sferen
2. Uit elkaar houden !!
De overheid: politici + ambtenaren
Het openbaar bestuur: overheid + semi-overheid (verzelfstandigde overheidsdiensten
met een eigen rechtspersoonlijkheid, op afstand van politici maar leveren publieke
diensten (bv: de lijn, VDAB, …)
De publieke sector: openbaar bestuur + maatschappelijke organisaties met een publiek
doel (particuliere org m/een publiek doel bv: kinderopvang)
3. Vier sferen vanuit het individu bekeken
● elk individu verhoudt zich op een bepaalde manier tot de vier sferen,
ontsnappen eraan = onmogelijk
● de sferen vormen de bouwblokken in en van elke SL
○ het begrip ‘samenleving’ is niet vastomlijnd
■ meest brede invulling: wereld of globale samenleving
■ engere invulling: gemeente of buurt, kleinere schaal
2
, lOMoARcPSD|47111131
● elke SL die een politiek georganiseerd verband vormt, bestaat uit verhoudingen
tussen de 4 sferen, die elk hun eigen kenmerken hebben, die onderling met elkaar
in verband staan, elkaar beïnvloeden en die in tijd en ruimte veranderbaar zijn
○ het geheel van de sferen + hun onderlinge relaties bepaalt hoe een SL in
elkaar zit en hoe burgers deze samenleving bepalen
2.1 De sfeer van de gemeenschappen
● een private sfeer: relaties aangaan, gezin stichten, familie en sociale netwerken
● liefde en vrijwilligheid: horizontale en machtsvrije relaties (in theorie)
● rechten & vrijheden (in theorie): vrijheid in de praktijk vaak begrensd door soceco.
Pos (armoede), afhankelijkheid van mensen onderling (M-V), OH
● geen dwang (ideaaltypisch): soms wel geweld, sociale druk, maatschappelijke verwachtingen
2.2 De sfeer van de staat
● Staat = overheden & publieke instellingen die optreden voor het algemeen belang
en ons kunnen verplichten, stimuleren, ondersteunen of hinderen in wat we willen
doen mr die we als burgers en als SL ook mee vormgeven
● Elk moment ermee te maken
● Sfeer v/d staat = alle overheden (dus politieke systemen) en hun instellingen, van alle territoriale
niveaus
● wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten vormen samen de staat; het is het
geheel van publieke instellingen en bindende beslissingen
● dwang: staat kan als exclusief kenmerk dwingen dr wetten, decreten, … (bv.
vrijheidsberoving), maar burgers hebben ook voice: ze drukken via VK hun stem
uit (welk beleid en bestuur?)
*bv: vingerafdrukken op identiteitskaart in EU is verplicht
2.3 De sfeer van de markt
● verhoudingen functioneren via V&A
● burger= consument
● in deze sfeer functioneren vooral bedrijven of profit-organisaties
● ruil: verhoudingen in markten steunen op ruil (geld van de consument voor
producten/diensten van bedrijven)
● exit: maar consument kan markt ook verlaten; exit (onmogelijk t.o.v staat)
3
, lOMoARcPSD|47111131
2.4 De sfeer van de ‘civil society’
● sfeer van het maatschappelijk middenveld: organisaties opgericht door burgers die
trachten maatschappelijke doelen na te streven door groepsvorming (bv:
jeugdbeweging)
hoe groter, hoe meer m8
● Engelse term vermijdt associatie met verzuilde organisaties (vakbonden, mutualiteiten)
en dekt beter de lading: het is een variatie van allerlei soorten burgers waarbij burgers
zich organiseren
● Verenigingen: sport, cultuur, vrije tijd, …
● Vertrouwen = sociaal kapitaal burgers vertrouwen elkaar
● Belang: mensen individueel sterker maken (i/d private sfeer)
*bv: Vrouwenrechten
● empowerment: de civil society versterkt mensen individueel en versterkt ze
door de samenwerking met andere mensen
2.5 De staat en de andere sferen
● de staat heeft impact op de private sfeer, gemeenschappen
○ bepaalt rechten en vrijheden a.d.h.v. overheidsmaatregel- en keuzes beperkt vrijheid v/d
mens
*bv: regels over adoptie, rechten v/d V, erfenisrecht, …
○ democratische landen vs autoritaire landen: kleine m8 (d) vs. staat = instrument v/d
machtshebbers vr totale dominantie
○ ook indirect: pensioen, kinderopvang, … heeft invl op hoe mensen hun leven moeten leven
(keuzes w sterk gestuurd)
● de staat heeft impact op de markt
○ zorgt voor belangrijke omgevingsfactoren die kansen scheppen voor bedrijven
*bv: onderwijs, wegeninfrastructuur, mobiliteit, …
○ maakt regels (milieuvervuiling), heft belastingen, werkt samen (= publ private
samenwerking), uitbesteding (Sodexo: eten gevangenissen)
● de staat heeft impact op het middenveld
○ ondersteunt (bv. subsidies), werkt samen (bv. welzijnszorg, onderwijs, …),
publieke taken vervullen (bv. katholiek onderwijs: controle en betaling door
staat maar privaat initiatief)
4
BESTUURSKUNDE
SAMENVATTING
1
, lOMoARcPSD|47111131
H1: Vier sferen in de samenleving
1. Inleiding
● ‘bestuurskunde’ = sturen = vormgeving van de SL en de rol v/d OH drin
● vorm van meta-analyse: we kijken naar de manier wrop we kijken naar onze SL om
dan vervolgens over de rol van de staat & org v/d OH na te denken
● SL= pol georganiseerd, op versch niveaus + tijds-en plaatsgebonden, 4 sferen
2. Uit elkaar houden !!
De overheid: politici + ambtenaren
Het openbaar bestuur: overheid + semi-overheid (verzelfstandigde overheidsdiensten
met een eigen rechtspersoonlijkheid, op afstand van politici maar leveren publieke
diensten (bv: de lijn, VDAB, …)
De publieke sector: openbaar bestuur + maatschappelijke organisaties met een publiek
doel (particuliere org m/een publiek doel bv: kinderopvang)
3. Vier sferen vanuit het individu bekeken
● elk individu verhoudt zich op een bepaalde manier tot de vier sferen,
ontsnappen eraan = onmogelijk
● de sferen vormen de bouwblokken in en van elke SL
○ het begrip ‘samenleving’ is niet vastomlijnd
■ meest brede invulling: wereld of globale samenleving
■ engere invulling: gemeente of buurt, kleinere schaal
2
, lOMoARcPSD|47111131
● elke SL die een politiek georganiseerd verband vormt, bestaat uit verhoudingen
tussen de 4 sferen, die elk hun eigen kenmerken hebben, die onderling met elkaar
in verband staan, elkaar beïnvloeden en die in tijd en ruimte veranderbaar zijn
○ het geheel van de sferen + hun onderlinge relaties bepaalt hoe een SL in
elkaar zit en hoe burgers deze samenleving bepalen
2.1 De sfeer van de gemeenschappen
● een private sfeer: relaties aangaan, gezin stichten, familie en sociale netwerken
● liefde en vrijwilligheid: horizontale en machtsvrije relaties (in theorie)
● rechten & vrijheden (in theorie): vrijheid in de praktijk vaak begrensd door soceco.
Pos (armoede), afhankelijkheid van mensen onderling (M-V), OH
● geen dwang (ideaaltypisch): soms wel geweld, sociale druk, maatschappelijke verwachtingen
2.2 De sfeer van de staat
● Staat = overheden & publieke instellingen die optreden voor het algemeen belang
en ons kunnen verplichten, stimuleren, ondersteunen of hinderen in wat we willen
doen mr die we als burgers en als SL ook mee vormgeven
● Elk moment ermee te maken
● Sfeer v/d staat = alle overheden (dus politieke systemen) en hun instellingen, van alle territoriale
niveaus
● wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten vormen samen de staat; het is het
geheel van publieke instellingen en bindende beslissingen
● dwang: staat kan als exclusief kenmerk dwingen dr wetten, decreten, … (bv.
vrijheidsberoving), maar burgers hebben ook voice: ze drukken via VK hun stem
uit (welk beleid en bestuur?)
*bv: vingerafdrukken op identiteitskaart in EU is verplicht
2.3 De sfeer van de markt
● verhoudingen functioneren via V&A
● burger= consument
● in deze sfeer functioneren vooral bedrijven of profit-organisaties
● ruil: verhoudingen in markten steunen op ruil (geld van de consument voor
producten/diensten van bedrijven)
● exit: maar consument kan markt ook verlaten; exit (onmogelijk t.o.v staat)
3
, lOMoARcPSD|47111131
2.4 De sfeer van de ‘civil society’
● sfeer van het maatschappelijk middenveld: organisaties opgericht door burgers die
trachten maatschappelijke doelen na te streven door groepsvorming (bv:
jeugdbeweging)
hoe groter, hoe meer m8
● Engelse term vermijdt associatie met verzuilde organisaties (vakbonden, mutualiteiten)
en dekt beter de lading: het is een variatie van allerlei soorten burgers waarbij burgers
zich organiseren
● Verenigingen: sport, cultuur, vrije tijd, …
● Vertrouwen = sociaal kapitaal burgers vertrouwen elkaar
● Belang: mensen individueel sterker maken (i/d private sfeer)
*bv: Vrouwenrechten
● empowerment: de civil society versterkt mensen individueel en versterkt ze
door de samenwerking met andere mensen
2.5 De staat en de andere sferen
● de staat heeft impact op de private sfeer, gemeenschappen
○ bepaalt rechten en vrijheden a.d.h.v. overheidsmaatregel- en keuzes beperkt vrijheid v/d
mens
*bv: regels over adoptie, rechten v/d V, erfenisrecht, …
○ democratische landen vs autoritaire landen: kleine m8 (d) vs. staat = instrument v/d
machtshebbers vr totale dominantie
○ ook indirect: pensioen, kinderopvang, … heeft invl op hoe mensen hun leven moeten leven
(keuzes w sterk gestuurd)
● de staat heeft impact op de markt
○ zorgt voor belangrijke omgevingsfactoren die kansen scheppen voor bedrijven
*bv: onderwijs, wegeninfrastructuur, mobiliteit, …
○ maakt regels (milieuvervuiling), heft belastingen, werkt samen (= publ private
samenwerking), uitbesteding (Sodexo: eten gevangenissen)
● de staat heeft impact op het middenveld
○ ondersteunt (bv. subsidies), werkt samen (bv. welzijnszorg, onderwijs, …),
publieke taken vervullen (bv. katholiek onderwijs: controle en betaling door
staat maar privaat initiatief)
4