Inhoud
Week 7 Leren veranderen/Veranderstrategie en interventies...............................................................2
Leerdoelen..........................................................................................................................................2
Literatuur............................................................................................................................................2
Perspectieven op veranderen: veranderstrategieën..........................................................................2
Kleurendenken.............................................................................................................................3
Veranderstrategie kiezen.............................................................................................................7
Perspectieven op veranderen: interveniëren.....................................................................................9
Handboek voor de veranderkundige................................................................................................10
, Week 7 Leren veranderen/Veranderstrategie en
interventies
Leerdoelen
Je kent relevante veranderkundige begrippen (als weerstand,
veranderbereidheid, veranderkleur, veranderbestanddelen en adviesrollen)
Je kan de verschillende veranderkleuren in een gegeven verandertraject te
herkennen
Je kan beargumenteren welke veranderkleur effectief is in een
verandersituatie
Je kan veranderinterventies adviseren die passen binnen de veranderkleur
en de verandersituatie
Literatuur
Vermaak, H. (2018). Hoofdstuk 4 Veranderstrategieën. In: J. Boonstra (red.). Perspectieven op veranderen,
(pp. 113 -152). Vakmedianet: Deventer.
Caluwe, de L. (2018. Hoofdstuk 5 Interveniëren. In: J. Boonstra (red.). Perspectieven op veranderen, (pp.
155 - 173). Vakmedianet: Deventer.
Caluwe, de L. & Vermaak, H. (2014). Leren veranderen. Een handboek voor de veranderkundige. Deventer:
Kluwer.
Vermaak, H. (2002) Veranderkunde in zeven vragen. Holland Management review,8-22,84.
Tot pagina 13: Caluwé de, L. (2009) Interventies: Wat zijn dat? Interveniëren? Wat is dat?
Perspectieven op veranderen: veranderstrategieën
Veranderstrategie: soort aanpak die je nastreeft bij organisatieverandering. Daarbij gaat het om de
redenering waarom dat plan kan werken.
Veranderaar: iedereen die ongeacht zijn formele positie verantwoordelijkheid neemt (niet per se krijgt)
om een verandering zo goed mogelijk gestalte te geven.
Zaken kiezen veranderaanpak
1. Je weet wat er te koop is aan strategieën
Breder kijken dan je eigen ervaringen en eigen voorkeur
2. Je begrijpt de werkprincipes achter zo’n strategie
Deze principes maken de strategie tot leven en werkbaar.
Situationeel handelen: het helpt ieder om wat afstand te nemen van eigen voorkeuren en met elkaar in
gesprek te zijn over wat in deze situatie, op dit moment, met deze spelers, onder deze tijdsdruk het beste
zou kunnen werken, en waarom.
Veranderingen zijn collectieve processen. Om met elkaar af te kunnen spreken in wat voor verandering ze
eigenlijk zitten (zodat het niet alle kanten opgaat) en te kunnen kiezen wat daarin werkzaam lijkt (zonder
in de ‘scholenstrijd’ te belanden) is dit soort gemeenschappelijke verandertaal nodig: kleurendenken.
Week 7 Leren veranderen/Veranderstrategie en interventies...............................................................2
Leerdoelen..........................................................................................................................................2
Literatuur............................................................................................................................................2
Perspectieven op veranderen: veranderstrategieën..........................................................................2
Kleurendenken.............................................................................................................................3
Veranderstrategie kiezen.............................................................................................................7
Perspectieven op veranderen: interveniëren.....................................................................................9
Handboek voor de veranderkundige................................................................................................10
, Week 7 Leren veranderen/Veranderstrategie en
interventies
Leerdoelen
Je kent relevante veranderkundige begrippen (als weerstand,
veranderbereidheid, veranderkleur, veranderbestanddelen en adviesrollen)
Je kan de verschillende veranderkleuren in een gegeven verandertraject te
herkennen
Je kan beargumenteren welke veranderkleur effectief is in een
verandersituatie
Je kan veranderinterventies adviseren die passen binnen de veranderkleur
en de verandersituatie
Literatuur
Vermaak, H. (2018). Hoofdstuk 4 Veranderstrategieën. In: J. Boonstra (red.). Perspectieven op veranderen,
(pp. 113 -152). Vakmedianet: Deventer.
Caluwe, de L. (2018. Hoofdstuk 5 Interveniëren. In: J. Boonstra (red.). Perspectieven op veranderen, (pp.
155 - 173). Vakmedianet: Deventer.
Caluwe, de L. & Vermaak, H. (2014). Leren veranderen. Een handboek voor de veranderkundige. Deventer:
Kluwer.
Vermaak, H. (2002) Veranderkunde in zeven vragen. Holland Management review,8-22,84.
Tot pagina 13: Caluwé de, L. (2009) Interventies: Wat zijn dat? Interveniëren? Wat is dat?
Perspectieven op veranderen: veranderstrategieën
Veranderstrategie: soort aanpak die je nastreeft bij organisatieverandering. Daarbij gaat het om de
redenering waarom dat plan kan werken.
Veranderaar: iedereen die ongeacht zijn formele positie verantwoordelijkheid neemt (niet per se krijgt)
om een verandering zo goed mogelijk gestalte te geven.
Zaken kiezen veranderaanpak
1. Je weet wat er te koop is aan strategieën
Breder kijken dan je eigen ervaringen en eigen voorkeur
2. Je begrijpt de werkprincipes achter zo’n strategie
Deze principes maken de strategie tot leven en werkbaar.
Situationeel handelen: het helpt ieder om wat afstand te nemen van eigen voorkeuren en met elkaar in
gesprek te zijn over wat in deze situatie, op dit moment, met deze spelers, onder deze tijdsdruk het beste
zou kunnen werken, en waarom.
Veranderingen zijn collectieve processen. Om met elkaar af te kunnen spreken in wat voor verandering ze
eigenlijk zitten (zodat het niet alle kanten opgaat) en te kunnen kiezen wat daarin werkzaam lijkt (zonder
in de ‘scholenstrijd’ te belanden) is dit soort gemeenschappelijke verandertaal nodig: kleurendenken.