Samenvatting Scheikunde Chemie Overal 4 VWO H4 Zouten en zoutoplossingen

H4 Zouten en zoutoplossingen

4.1 Zouten, namen en formules

Zouten= Metaal (s+) + niet-metaal (s-), hebben ionbinding.
Om atoom heen zitten elektronen in schillen, de samenstelling van het aantal elektronen kan veranderen.
- Octeregel: Atomen streven door opnemen/afstaan/delen van elektronen naar 8 elektronen in
de buitenste schil (octet). (ook wel edelgasconfiguratie)
Positief ion: Een atoom staat een elektron uit de buitenste schil af. (1+) Metalen
- Lading protonen is meer dan lading elektronen
Negatief ion: Een atoom neemt twee elektronen in de buitenste schil op. (2-) Niet-metalen
- Lading elektronen is meer dan lading protonen

Ionbinding= Positieve en negatieve ionen trekken elkaar aan door tegengestelde krachten.
- Sterker dan vanderwaalsbinding/ waterstofbrug  hoger smelt- en kookpunt.
- Ionlading: binas tabel 40
Ionrooster= Positieve en negatieve ionen zijn gerangschikt (liggen om en om)

Enkelvoudige ionen= Ionen die uit een atoomsoort bestaan.
Naamgeving enkelvoudige ionen:
- Metalen:
o Naam + ion
o Als er meerder ladingen mogelijk zijn dan naam(romeins cijfer)ion
- Niet-metalen:
o Naam + ide – ion
o Namen kunnen klein beetje veranderen

Samengestelde ionen= Geladen deeltje bestaat uit meerdere atoomsoorten.
- Samen moeten ze elektrisch neutraal zijn.
- Ionen die eindigen op aat/iet staan in binas 66B
- Al staat er achter Symbool element nog een cijfer dan komt het element + cijfer binnen haakjes en
daarbuiten het verhoudingsgetal

Molecuulformule: (geen ladingen) Aluminiumsulfatide
1. Zoek symbool van allebei de elementen op (Binas 40 + 66B) Al + SO
2. Zoek ladingen van elementen op Al3+ en SO42-
3. Bedenk verhouding om elektrisch neutraal te krijgen 2:3
4. Noteer elementen + verhouding (Lading valt weg) Al2(SO4)3


Samengesteld:
- Verhouding achter
- Geen lading
Enkelvoudig:
- Verhouding voor
- Wel ladingen

, 4.2 Zouten in water

Zouten lossen op doordat water tussen de atomen van de zout gaat zitten.
- Positief deel H2O (h+) trekt aan negatief deel ion.
- Negatief deel H2O (o-) trekt aan positief deel ion.
Iondipoolbindingen= Binding tussen ion en dipoolmoleculen (H2O)
Hydratie= Omringen van ionen door watermoleculen.
- Ionen die omringt zijn door watermoleculen zijn gehydrateerde ionen.
- Of zout wel/niet goed oplost vind je in binas 45A

Oplosvergelijking= Wanneer een stof in raking komt met water waardoor de ionen splitsen.
- Samengesteld ion (s)  Metaal (aq) + Niet metaal (aq)
- Samengesteld ion geen lading, enkelvoudige ionen wel
- Verhouding komt voor element
Stappenplan: Al(NO3)3
1. Check of zout wel of niet goed oplost (BInas 45A)
2. Zoek symbolen + ladingen op Al3+ en NO3-
3. Bedenk verhouding om elektrisch neutraal te krijgen 1:3
4. Noteer elementen + verhouding + lading Al3+ en 3 NO3-
5. Noteer samenstelling (geen ladingen + verhoudingsgetal achter) Al(NO3)3
6. Noteer gehele vergelijking + fase Al(NO3)3 (s)  Al3+ (aq) + 3 NO3- (aq)

Indampvergelijking= Water verdampt als je zoutoplossing verwarmt, positieve en negatieve ionen vormen
dan weer een ionrooster.
- Metaal (aq) + Niet metaal (aq)  Samengesteld ion (s)
- Samengesteld ion geen lading, enkelvoudige ionen wel
- Verhoudingsgetal komt voorr element
Stappenplan: (zelfse als oplosvergelijking – het einde) Natriumsulfiet
1. Zoek symbolen + ladingen op Na+ en SO32-
2. Bedenk verhouding om elektrisch neutraal te krijgen 2:1
3. Noteer elementen + verhouding + lading 2 Na+ en SO32-
4. Noteer samenstelling (geen ladingen + verhoudingsgetal achter) Na2SO3
5. Noteer gehele vergelijking + fase 2 Na+ (aq) + SO32- (aq) Na2SO3 (s)

Oplosbaarheid= Hoeveel stof oplost in KG/1 L
- Verzadigd= Wanneer stof oplost
- Onverzadigd= Als stof niet oplost.

Metaaloxiden lossen slecht op in water, als ze reageren ontstaan er hydroxide-ionen.
- Na2O (s) + H2O (l) → 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)