DEEL 1: KAPSTOKKEN VAN HET FISCAAL RECHT
Fiscaal recht
o = verhouding tussen de belastingplichtige (burger) en de fiscale
administratie (onderdeel UM) → de relatie tussen burger en overheid
behoort tot het publiekrecht en fiscaal recht dus ook
Belasting
o = een betaling eenzijdig opgelegd door de overheid, teneinde haar
middelen te verschaffen om in haar uitgaven van alle aard te
voorzien
1. Eenzijdig opgelegd (= dwingend karakter)
2. Financieel doel ( = geen rechtstreekse / individuele tegenprestatie)
Functies fiscaal recht
1. Financieel
Beginsel in geld om de overheidsuitgaven te bekostigen (ook
in natura)
2. Niet financieel
Om verandering mee te stimuleren
Boetes:
o het is dwingend en eenzijdig opgelegd, maar het doel is niet de
schatkist vullen (gebeurd wel, maar als bijzaak) maar bestraffen
Schenking of legaat aan de overheid:
o het is niet eenzijdig opgelegd, de overheid heeft het stellen die
schenking niet opgelegd, maar het komt wel in de schatkist
Retributies
o = vergoeding voor een individuele tegenprestatie (≠ belasting:
vergoeding voor uitgaven van alle aard)
Overwegingen van sociale rechtvaardigheid
o progressieve tarieven in de personenbelasting (=
verhoudingsgewijs)
o vermogensbelasting (=10% belastingtarief op toekomstig
gerealiseerde meerwaarden op FVA)
o taxshift (= shiften naar een andere bron)
progressieve tarieven in de personenbelasting:
o niet allemaal aan één tarief, want dan betaalt iedereen evenveel
(verhoudingsgewijs), maar we gaan een te belasten bedrag in
stukjes delen en zeggen dat de eerste schijf een lager tarief betaalt
(25%) dan de tweede schijf en die weer een lager percentage (40%)
1
, dan de derde schijf en die een lager percentage (45%) dan de vierde
schijf en de vierde schijf betaalt het grootste percentage (50%)
BEPS-plan (Base Erosion Profit Shifting-plan):
o meer transparantie, Initiatieven tegen gebruik van agressieve
structuren en gebruik van belastingparadijzen
1. Pillar 1: we gaan de winsten van de grote multinationals niet meer
blijven belasten in de landen waar ze gevestigd zijn (want ze
vestigen zich in landen met lage belastingdruk), maar we gaan
winsten van multinationals belasten daar waarde afnemers en
gebruikers wonen
2. Pillar 2: minimumtax van 15% voor multinationals in elk land waar
ze winst realiseren (= GloBE-regels of Global Anti-Base Erosion-
regels) → als de effectieve belasting lager is dan 15%, dan heft men
bij tot 15%
Indeling belastingen
o In functie van de belastingheffende overheid
o In functie van de heffingstechniek
o In functie van de inhoud
Directe belastingen:
o Geheven op een permanente of voortdurende toestand
o Periodes afbakenen voor het heffen van de belastingen
o De persoon die zich in de voortdurende toestand bevindt wordt
belast
Indirecte belastingen:
o Geheven op toevallige of voorbijgaande gebeurtenissen
o Wordt ter gelegenheid van die gebeurtenis geïnd
o De persoon van de belastingplichtige wordt niet in acht genomen
Materieel fiscaal recht:
o Inhoud
o welke bestanddelen worden belast en wanneer, welk tarief, wie is de
belastingplichtige, …
Formeel fiscaal recht:
o Procedure
o hoe het materieel fiscaal recht wordt afgedwongen tav de belasting
plichtige met regels vna procedure, invordering, sancties, …
Eenjarigheidsbeginsel
o Parlement mag belastingswetten maken voor één jaar, dwnz dat ze
na een jaar ophouden te bestaan, die kunnen voortbestaan, maar na
één jaar moeten ze wel gecontroleerd worden en goedgekeurd
worden om ze te mogen toepassen
2
, Gedeelde belastingen
o = belastingen waarvan we niet de bevoegdheid, maar de
opbrengsten delen
o Art. 6, §1 BFW
Samengevoegde belastingen
o deel van de personenbelasting waarop de gewesten aanvullende
belastingen kunnen heffen - gewesten hebben een stukje van de
bevoegdheid om aan de belastingen te sleutelen en finaal ook de
opbrengst daarvan te krijgen
o Art. 6, § 2 BFW
Financiering gewesten
1. ontvangsten uit 11 federale belastingen waarvan de bevoegdheid is
overgedragen aan de gewesten” (art. 3 Bijz. Fin.W.)
2. ontvangsten uit de uitoefening van de fiscale autonomie inzake de
personenbelasting als bedoeld in titel III/1
3. toegewezen gedeelten van de opbrengst van (federale) belastingen
en heffingen
Voorheffing
o = voorschot op de belasting die je later moet betalen in de
inkomstenbelasting waarbij er met allerhande componenten wordt
rekening gehouden
verkooprecht
o = Registratierecht op de overdrachten ten bezwarende titel (een
verkoop) van in België gelegen onroerende goederen
Verdeelrecht
o = uit onverdeeldheid treden in kader van ORG moet bij de notaris
passeren en de notaris zegt dat ze een verdeelrecht moeten betalen
en de GEW gaan dat innen
Schenkrecht
o = onroerende goederen moeten altijd bij de notaris passeren en dus
schenkrecht betalen → roerende goederen enkel schenkrecht
betalen als je die schenking ter registratie aanbiedt
Heffingsgrondslag= opwat gan heffen, wat is belastbare basis, opwelk
bedrag gan heffen
Aanslagvoet= tarief, percentage
Vrijstellingen= op wie heffen we de belastingen en op wie niet
Belastbare materie = datgene wat aanleiding geeft tot de belasting → dat
blijft federaal
BEGINSELEN
3