Samenvatting Fundamental rights in Europe
Week 1 – The concept of fundamental rights and the legal orders of the EU and ECHR
Fundamentele rechten: begrip
- Fundamentele rechten (ook wel mensenrechten) zijn normen die handelingsvrijheid
van de overheid beperken en strekken tot menswaardig bestaan
- Ze roepen verplichtingen in het leven:
Duty to respect: op staten rust de verplichting zich te onthouden van inmenging
van mensenrechten -> negatieve verplichting
Duty to protect: op staten rust de verplichting maatregelen te nemen ter
bescherming van mensenrechten tegen inmenging door anderen -> positieve
verplichting
Duty to fulfil: op staten rust de verplichting maatregelen te nemen om effectieve
uitoefening/genot van mensenrechten mogelijk te maken -> positieve verplichting
Legal orders Council of Europe <-> European Union
European Union (EU) Council of Europe (CoE)
Supranational organisation/legal order International organisation
(origins in economic cooperation)
27 Member States 46 Member States
Focus: governance + legislation Focus: treaties
CJEU: preliminary questions from national ECtHR: applies + interprets ECHR
courts
Charter of the Fundamental Rights of the European Convention on Human Rights
European Union
Direct effect and supremacy (supranational Monisme/Dualisme (international law)
law)
ECHR: Council of Europe
- Toelating: democratische staat die rule of law en mensenrechten eerbiedigt +
verdragspartij ECHR
- Doel: bescherming en ondersteuning van mensenrechten en parlementaire
democratie
- Om doel te bereiken is het European Convention on Human Rights opgesteld
Mensenrechtenverdrag ter bescherming van burgerlijke en politieke rechten
Eerste internationale klachtenprocedure
Handhavingsmechanisme d.m.v. European Court of Human Rights (ECtHR): biedt
bescherming tegen schendingen van mensenrechten -> eerste internationale hof
voor mensenrechten
Omzetting abstracte mensenrechtenidealen in concreet juridisch kader
,Doorwerking ECHR
- Legal effect van ECHR in nationale rechtsorde hangt af van manier waarop rechtsorde
geregeld is
Monisme:
Nationaal en internationaal recht zijn deel van één systeem
Geen noodzaak tot omzetting van internationaal recht om werking te
krijgen in nationale rechtsorde
Internationaal recht automatisch deel van/geldt meteen in nationale
rechtsorde
Individuen kunnen zich voor de nationale rechter rechtstreeks beroepen
op internationaal recht (direct effect)
Dualisme:
Nationaal en internationaal recht gezien als twee aparte gebieden
Wel noodzaak tot omzetting van internationaal recht om werking te
krijgen in nationale rechtsorde
Internationaal recht niet automatisch deel van nationale rechtsorde
Individuen kunnen zich niet automatisch voor nationale rechter
rechtstreeks beroepen op internationaal recht
CJEU Internationale Handelsgesellschaft
- Relevantie: eerbiediging fundamentele rechten door EU-recht
- Feiten:
Internationale Handelsgesellschaft is een import-exportonderneming. De zaak
betrof een conflict tussen het Duitse constitutionele recht en het EU-recht inzake
het uitvoerbeleid voor landbouwproducten. De eisers voerden aan dat de EU-
normen inzake het vergunningenstelsel voor landbouwproducten een
onevenredige inbreuk vormden op hun recht om zaken te doen op grond van de
Duitse grondwet. De Duitse rechter oordeelde dat de waarborgregeling in strijd is
met bepaalde aan het nationale constitutionele bestel ten grondslag liggende
beginselen, zodat het primaat van het supranationale recht zou hebben te wijken
voor de beginselen van de Duitse grondwet.
- Rechtsvraag
Is de in artikel 12 lid 1 alinea 3 van Regulation No 120/67 omschreven verplichting
tot uitvoer, het te dier zake stellen van een waarborg indien de uitvoer niet tijdens
de geldigheidsduur van het certificaat plaatsvindt, rechtmatig?
- Rechtsoverweging 3:
De CJEU oordeelt dat EU-recht voorrang heeft op nationale constituties (en de
daarin vervatte fundamentele rechten): de geldigheid van EU-recht kan niet
worden getoetst aan nationale wetten en maatregelen, omdat dit de eenheid en
het tot gelding komen van EU-recht zou aantasten. Het argument van de eisers
dat het EU-recht niet geldig is doordat het in de nationale grondwet beschermde
mensenrechten schendt, is niet juist.
, - Rechtsoverweging 4:
Echter, de CJEU oordeelt dat wel onderzocht dient te worden of niet ‘’enige
soortgelijke in het EU-recht verankerde garantie is miskend’’. De CJEU merkt
echter op dat hier geen grondrecht in het geding was. Dit is een belangrijke zaak
in de ontwikkeling van mensenrechten in de EU, aangezien de CJEU verklaarde dat
"de eerbiediging van fundamentele rechten een bestanddeel uitmaakt van de
algemene rechtsbeginselen die door de CJEU worden beschermd” en dat de
“bescherming van fundamentele rechten – die gebaseerd zijn op constitutionele
tradities van lidstaten – moet worden gewaarborgd in het kader van de
structuur en doelstelling van EU”. Hieruit blijkt dat in het EU-recht soortgelijke
garanties bestaan als mensenrechten/grondrechten op nationaal niveau.
- Conclusie:
EU-recht heeft voorrang op nationale constituties, maar analoge garanties met
dezelfde betekenis (m.b.t. respect voor fundamentele rechten) die inherent zijn
aan de structuur en doelen van EU-recht moeten worden gerespecteerd.
EU recht: bronnen
- Primary sources:
Treaties: TEU & TFEU
Charter of Fundamental Rights of the EU
- Secondary sources:
Legal acts in art. 288 TFEU: regulations, directives, decisions
- Bronnen van mensenrechten in EU (zie ook art. 6 TEU)
General principles protecting fundamental rights from the constitutional
traditions of the Members States (CJEU Internationale Handelsgesellschaft) ->
unwritten bill
European Convention of Human Rights -> external bill
Charter of Fundamental Rights of the EU -> written bill
Doorwerking EU-recht
- Uitgangspunt: doorwerking internationaal recht afhankelijk van monisme of dualisme
- Uitzondering: EU-recht (supranational law)
EU recht gezien als aparte rechtsorde die zelf bepaalt dat het doorwerking heeft
in nationale rechtsorde (CJEU Van Gend en Loos)
Supremacy: EU-recht heeft voorrang boven elk met dat recht strijdig nationaal
recht
Gevolg: nationale regel wordt buiten toepassing gelaten
Direct effect (CJEU Van Gend en Loos) -> individuen kunnen zich voor de nationale
rechter rechtstreeks beroepen op EU-recht:
Primair EU-recht (CJEU Van Gend en Loos): indien bepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk is geformuleerd
o Geeft de bepaling van Unierecht de nationale rechter voldoende
juridische houvast om in een concreet geval te worden toegepast?
o Voor de toepassing geen nadere Europese of nationale regels
nodig
o De lidstaten wordt geen beoordelingsvrijheid gelaten
, o Horizontale (burger <-> burger) en verticale (burger <-> lidstaat)
rechtstreekse werking
Secundair EU-recht (directives) (CJEU Van Duyn): indien directive
voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is geformuleerd + directive is niet
of onjuist geïmplementeerd in nationale wetgeving + deadline
implementatie is verstreken
o Verticale (burger <-> lidstaat) rechtstreekse werking
CJEU Van Gend en Loos
- Relevantie: doorwerking EU recht in nationale rechtsorde -> direct effect
- Feiten:
Van Gend en Loos is een bedrijf dat onder andere kunsthars uit Duitsland invoert
in Nederland. De Nederlandse administratie der belastingen past een invoerrecht
van 8% op deze producten toe. Van Gend en Loos komt tegen dit invoerrecht in
beroep omdat het in strijd zou zijn met art. 12 EEG-verdrag, dat lidstaten verbiedt
invoerheffing in onderlinge handelsbetrekking toe te passen. De tariefcommissie
stelt hierop prejudiciële vragen betreffende de uitlegging van het EEG-verdrag aan
het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ).
- Rechtsvraag:
Heeft art. 12 EEG-verdrag directe werking, in de zin dat burgers aan dit artikel
rechten kunnen ontlenen die zij onmiddellijk voor de nationale rechter kunnen
inroepen?
- Rechtsoverwegingen blz. 12-13:
‘’Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate
waarvan de staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben
begrensd en waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun onderdanen
gerechtigd zijn”. De EU is een ‘nieuwe rechtsorde’ in het internationaal recht en
EU-recht werkt op eigen gezag door in nationale recht(sorde) van staten. EU-
recht vloeit voort uit een autonome bron en bepaalt uit eigen hoofde wat zijn
werking in de nationale rechtsorde is.
“Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het (…) ten laste van
particulieren verplichtingen in het leven roept, ook geëigend is rechten te
scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig maken”. EU-recht kan direct
effect hebben: individuen kunnen voor een nationale rechter een beroep doen op
normen van EU-recht. De voorwaarde hiervoor is dat de bepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk geformuleerd is.
- Conclusie:
Door direct effect kunnen individuen zich rechtstreeks beroepen op EU-recht en
dit is met name van belang voor lidstaten waar met betrekking tot doorwerking
van internationaal recht een dualistisch systeem wordt gehanteerd
Week 1 – The concept of fundamental rights and the legal orders of the EU and ECHR
Fundamentele rechten: begrip
- Fundamentele rechten (ook wel mensenrechten) zijn normen die handelingsvrijheid
van de overheid beperken en strekken tot menswaardig bestaan
- Ze roepen verplichtingen in het leven:
Duty to respect: op staten rust de verplichting zich te onthouden van inmenging
van mensenrechten -> negatieve verplichting
Duty to protect: op staten rust de verplichting maatregelen te nemen ter
bescherming van mensenrechten tegen inmenging door anderen -> positieve
verplichting
Duty to fulfil: op staten rust de verplichting maatregelen te nemen om effectieve
uitoefening/genot van mensenrechten mogelijk te maken -> positieve verplichting
Legal orders Council of Europe <-> European Union
European Union (EU) Council of Europe (CoE)
Supranational organisation/legal order International organisation
(origins in economic cooperation)
27 Member States 46 Member States
Focus: governance + legislation Focus: treaties
CJEU: preliminary questions from national ECtHR: applies + interprets ECHR
courts
Charter of the Fundamental Rights of the European Convention on Human Rights
European Union
Direct effect and supremacy (supranational Monisme/Dualisme (international law)
law)
ECHR: Council of Europe
- Toelating: democratische staat die rule of law en mensenrechten eerbiedigt +
verdragspartij ECHR
- Doel: bescherming en ondersteuning van mensenrechten en parlementaire
democratie
- Om doel te bereiken is het European Convention on Human Rights opgesteld
Mensenrechtenverdrag ter bescherming van burgerlijke en politieke rechten
Eerste internationale klachtenprocedure
Handhavingsmechanisme d.m.v. European Court of Human Rights (ECtHR): biedt
bescherming tegen schendingen van mensenrechten -> eerste internationale hof
voor mensenrechten
Omzetting abstracte mensenrechtenidealen in concreet juridisch kader
,Doorwerking ECHR
- Legal effect van ECHR in nationale rechtsorde hangt af van manier waarop rechtsorde
geregeld is
Monisme:
Nationaal en internationaal recht zijn deel van één systeem
Geen noodzaak tot omzetting van internationaal recht om werking te
krijgen in nationale rechtsorde
Internationaal recht automatisch deel van/geldt meteen in nationale
rechtsorde
Individuen kunnen zich voor de nationale rechter rechtstreeks beroepen
op internationaal recht (direct effect)
Dualisme:
Nationaal en internationaal recht gezien als twee aparte gebieden
Wel noodzaak tot omzetting van internationaal recht om werking te
krijgen in nationale rechtsorde
Internationaal recht niet automatisch deel van nationale rechtsorde
Individuen kunnen zich niet automatisch voor nationale rechter
rechtstreeks beroepen op internationaal recht
CJEU Internationale Handelsgesellschaft
- Relevantie: eerbiediging fundamentele rechten door EU-recht
- Feiten:
Internationale Handelsgesellschaft is een import-exportonderneming. De zaak
betrof een conflict tussen het Duitse constitutionele recht en het EU-recht inzake
het uitvoerbeleid voor landbouwproducten. De eisers voerden aan dat de EU-
normen inzake het vergunningenstelsel voor landbouwproducten een
onevenredige inbreuk vormden op hun recht om zaken te doen op grond van de
Duitse grondwet. De Duitse rechter oordeelde dat de waarborgregeling in strijd is
met bepaalde aan het nationale constitutionele bestel ten grondslag liggende
beginselen, zodat het primaat van het supranationale recht zou hebben te wijken
voor de beginselen van de Duitse grondwet.
- Rechtsvraag
Is de in artikel 12 lid 1 alinea 3 van Regulation No 120/67 omschreven verplichting
tot uitvoer, het te dier zake stellen van een waarborg indien de uitvoer niet tijdens
de geldigheidsduur van het certificaat plaatsvindt, rechtmatig?
- Rechtsoverweging 3:
De CJEU oordeelt dat EU-recht voorrang heeft op nationale constituties (en de
daarin vervatte fundamentele rechten): de geldigheid van EU-recht kan niet
worden getoetst aan nationale wetten en maatregelen, omdat dit de eenheid en
het tot gelding komen van EU-recht zou aantasten. Het argument van de eisers
dat het EU-recht niet geldig is doordat het in de nationale grondwet beschermde
mensenrechten schendt, is niet juist.
, - Rechtsoverweging 4:
Echter, de CJEU oordeelt dat wel onderzocht dient te worden of niet ‘’enige
soortgelijke in het EU-recht verankerde garantie is miskend’’. De CJEU merkt
echter op dat hier geen grondrecht in het geding was. Dit is een belangrijke zaak
in de ontwikkeling van mensenrechten in de EU, aangezien de CJEU verklaarde dat
"de eerbiediging van fundamentele rechten een bestanddeel uitmaakt van de
algemene rechtsbeginselen die door de CJEU worden beschermd” en dat de
“bescherming van fundamentele rechten – die gebaseerd zijn op constitutionele
tradities van lidstaten – moet worden gewaarborgd in het kader van de
structuur en doelstelling van EU”. Hieruit blijkt dat in het EU-recht soortgelijke
garanties bestaan als mensenrechten/grondrechten op nationaal niveau.
- Conclusie:
EU-recht heeft voorrang op nationale constituties, maar analoge garanties met
dezelfde betekenis (m.b.t. respect voor fundamentele rechten) die inherent zijn
aan de structuur en doelen van EU-recht moeten worden gerespecteerd.
EU recht: bronnen
- Primary sources:
Treaties: TEU & TFEU
Charter of Fundamental Rights of the EU
- Secondary sources:
Legal acts in art. 288 TFEU: regulations, directives, decisions
- Bronnen van mensenrechten in EU (zie ook art. 6 TEU)
General principles protecting fundamental rights from the constitutional
traditions of the Members States (CJEU Internationale Handelsgesellschaft) ->
unwritten bill
European Convention of Human Rights -> external bill
Charter of Fundamental Rights of the EU -> written bill
Doorwerking EU-recht
- Uitgangspunt: doorwerking internationaal recht afhankelijk van monisme of dualisme
- Uitzondering: EU-recht (supranational law)
EU recht gezien als aparte rechtsorde die zelf bepaalt dat het doorwerking heeft
in nationale rechtsorde (CJEU Van Gend en Loos)
Supremacy: EU-recht heeft voorrang boven elk met dat recht strijdig nationaal
recht
Gevolg: nationale regel wordt buiten toepassing gelaten
Direct effect (CJEU Van Gend en Loos) -> individuen kunnen zich voor de nationale
rechter rechtstreeks beroepen op EU-recht:
Primair EU-recht (CJEU Van Gend en Loos): indien bepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk is geformuleerd
o Geeft de bepaling van Unierecht de nationale rechter voldoende
juridische houvast om in een concreet geval te worden toegepast?
o Voor de toepassing geen nadere Europese of nationale regels
nodig
o De lidstaten wordt geen beoordelingsvrijheid gelaten
, o Horizontale (burger <-> burger) en verticale (burger <-> lidstaat)
rechtstreekse werking
Secundair EU-recht (directives) (CJEU Van Duyn): indien directive
voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is geformuleerd + directive is niet
of onjuist geïmplementeerd in nationale wetgeving + deadline
implementatie is verstreken
o Verticale (burger <-> lidstaat) rechtstreekse werking
CJEU Van Gend en Loos
- Relevantie: doorwerking EU recht in nationale rechtsorde -> direct effect
- Feiten:
Van Gend en Loos is een bedrijf dat onder andere kunsthars uit Duitsland invoert
in Nederland. De Nederlandse administratie der belastingen past een invoerrecht
van 8% op deze producten toe. Van Gend en Loos komt tegen dit invoerrecht in
beroep omdat het in strijd zou zijn met art. 12 EEG-verdrag, dat lidstaten verbiedt
invoerheffing in onderlinge handelsbetrekking toe te passen. De tariefcommissie
stelt hierop prejudiciële vragen betreffende de uitlegging van het EEG-verdrag aan
het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ).
- Rechtsvraag:
Heeft art. 12 EEG-verdrag directe werking, in de zin dat burgers aan dit artikel
rechten kunnen ontlenen die zij onmiddellijk voor de nationale rechter kunnen
inroepen?
- Rechtsoverwegingen blz. 12-13:
‘’Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate
waarvan de staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben
begrensd en waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun onderdanen
gerechtigd zijn”. De EU is een ‘nieuwe rechtsorde’ in het internationaal recht en
EU-recht werkt op eigen gezag door in nationale recht(sorde) van staten. EU-
recht vloeit voort uit een autonome bron en bepaalt uit eigen hoofde wat zijn
werking in de nationale rechtsorde is.
“Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het (…) ten laste van
particulieren verplichtingen in het leven roept, ook geëigend is rechten te
scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig maken”. EU-recht kan direct
effect hebben: individuen kunnen voor een nationale rechter een beroep doen op
normen van EU-recht. De voorwaarde hiervoor is dat de bepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk geformuleerd is.
- Conclusie:
Door direct effect kunnen individuen zich rechtstreeks beroepen op EU-recht en
dit is met name van belang voor lidstaten waar met betrekking tot doorwerking
van internationaal recht een dualistisch systeem wordt gehanteerd