Kernthema Bestuurs- en
Organisatiewetenschappen
Hoorcolleges
Lotte den Nederlanden
September – oktober 2024
,Inhoud
Week 1 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen .................................................................................... 2
College 1 - Introductie ........................................................................................................................ 2
College 2 – Opkomst van de organisatiesamenleving en de ‘bureaucratie’........................................ 5
Week 2 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen .................................................................................... 7
College 3 Bureaucratisch management ............................................................................................... 7
College 4 Humanistisch management ................................................................................................. 9
Week 3 Bestuurs- en organisatiewetenschappen ................................................................................... 12
College 5 Formele en informele organisatie ..................................................................................... 12
College 6 Façadegebied en achterafgebied ....................................................................................... 15
Week 4 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen .................................................................................. 16
College 7 en 8 Organisatie en omgeving .......................................................................................... 16
Week 5 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen .................................................................................. 21
College 9 Cultuur en betekenisgeving .............................................................................................. 21
College 10 Macht en beïnvloeding ................................................................................................... 24
Week 6 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen .................................................................................. 25
College 11 Cultuurmanagement en zelfsturing ................................................................................. 25
College 12 Postbureaucratie en verandermanagement ..................................................................... 28
Tentamenvragen voorbeelden ............................................................................................................... 31
,Week 1 Bestuurs- en Organisatiewetenschappen
College 1 - Introductie
Bestuur Organisatie
In het bestuur zitten In de organisatie zitten managers
beleidsmakers (o.a.)
De richting die ze op willen De richting die ze op willen –
– wat willen we? Hoe gaan we het doen?
Voorschrijvend en Beschrijvend en begrijpend. Hoe
normatief. Hoe moet het werkt het feitelijk..
werken?
B-LIJN O-LIJN
Stelling 1: Organisaties zijn knooppunten in de samenleving en in ons leven.
Organisaties zijn overal. We leven in een organisatiesamenleving. Organisaties zijn knooppunten of de
spil waar alles op draait. Zij ordenen onze contacten, reguleren onze dag, regeren ons leven… alleen
eigenlijk zijn alle organisaties bezig met ons te sturen. Marionetten van organisaties in een spel
Stelling 2: De rol als spil in de samenleving is in de afgelopen eeuw toegenomen: wij leven in een
“organisatiesamenleving”
Organisaties zijn cruciale knooppunten, bepalend voor wie wij zijn en wat we doen. Deze rol is ook
alleen maar toegenomen, maar de vraag is wat we van de organisatie en hun werking eigenlijk weten?
Stelling 3: Wij weten over het algemeen geen moer van organisaties en hun werken.
2 redenen:
1. Georganiseerd leven is vaak volkomen vanzelfsprekend. Eerst wennen, maar op een gegeven
moment vanzelfsprekend. Je moet je opnieuw gaan bewonderen om ze te gaan zien (de
patronen). Door vanzelfsprekendheid ga je dingen over het hoofd zien. Als
sociaalwetenschapper de vraag blijven stellen waarom iets op een manier gedaan wordt.
2. Elke organisatie heeft alle belang bij het verborgen houden van dingen achter een gouden muur.
Die organisaties zijn ook veel geld aan het uitgeven zodat de buitenwereld geen vragen gaat
stellen (door middel van communicatie (PR)).
Organisaties zijn heel belangrijk (stelling 1 en 2) en vanzelfsprekend, maar tegelijkertijd is alles
verborgen en weten we niks van hun werking (stelling 3 en 4). Hierdoor weten we niks van organisaties.
Het doel is om dit te doorbreken.
Stelling 4: Organisaties zijn overal, maar wij zien ze niet of krijgen ze niet te zien.
Organisaties zijn belangrijk (stelling 1 en 2) terwijl we niet veel weten van hun werking (stelling 3 en
4), maar zijn ze wel interessant om te bestuderen? Zijn de organisaties niet saai?
Stelling 5: Werk kan soms saai zijn, maar werkende mensen bestuderen is juist niet saai.
Achter elk gedrag en plaatje zit wel iets. Vooral vragen stellen over waarom dat gedrag getoond wordt.
Dit schetst een beeld voor de werknemers van de huidige situatie en dit kan veranderd worden en
uiteindelijk wat opleveren. Werkgevers moeten wel iets doen om het werk zo boeiend mogelijk te maken
voor de werknemers, anders raak je je werknemers thuis.
Mensen komen elkaar tegen en spelen er veel belangen als je diepere vragen gaat stellen over het
werkleven van anderen. Diepere problemen kunnen ook omhoog komen.
, Stelling 6: Nederlanders (en zelfs studenten KBO) denken dat het om je privéleven draait, maar
in de praktijk draait het (minstens evenzeer) om je werk.
Nederlanders werken veel en daar draait het ook om. Wij hebben ook de luxe om te kunnen kiezen
tussen goed loon en leuk werk en dat zij kunnen kiezen tussen werk en privé. Werken in een organisatie
is erg belangrijk voor privé, maar ook voor de persoon zelf. Het werk wordt steeds belangrijker. Veel
mensen leven om te werken.
Is privé zo belangrijk? Waarom werken we dan zo hard.
Werk voor sociologen:
Werk = inkomen
= structuur
= identiteit + status
= gezelschap + sociaal werk
= ontplooiing + uitdaging
= betekenis voor jezelf / de samenleving
= plezier + geluk
Depressie is vaak ook werk gerelateerd.
Stelling 7: Het fenomeen ‘organisatie’ is (net als ‘bestuur’) niet eenduidig. Het is van alles tegelijk..
orde en wanorde.. proces en product.
Wat is eigenlijk een “organisatie”?
Niet altijd doelgericht, want doelen kunnen uit het oog
verloren raken. Organisaties zijn ook niet altijd
gecoördineerd, want veel situaties zijn niet gecoördineerd,
maar het komt uiteindelijk wel goed.
Een organisatie kan een product of proces hebben. Een
organisatie is veel mensen samen die wat aan het doen zijn.
Dat maakt het een proces. Het proces stopt als de mensen
ermee zouden stoppen. In het proces kan er een product tot
stand komen.
Ook al zie je verschillende dingen tegelijkertijd, moet je schakelen om van het één naar het ander te
kijken. Vanuit de ene theorie zie je het ene en vanuit de theorie zie je het andere. Het is er allebei, maar
vanuit verschillende invalshoeken waartussen geschakeld wordt. Je kan het niet tegelijkertijd zien.
Stelling 8: Elke ordening (historisch, theoretisch, thematisch) van het gebied B&O is per definitie
onvolmaakt en onvolledig en dus een tikje willekeurig.
Een vakgebied samenvatten kan bijna niet, want iedereen doet het op zijn eigen manier. Er zijn
verschillende manieren om ergens naar te kijken.