Samenvatting Kinderen in interactie: Inleiding

Inleiding: Kinderen in interactie:
1. Voorwoord uit ‘Kleuterleerkracht’:
 De kleuterleerkracht = jij dus maakt het verschil

 Een kwaliteitsvolle kleuterschool heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van
kinderen
 Cognitief, sociaal-emotioneel, talig,….
 Minder blijven zitten, doorverwijzen naar buitengewoon onderwijs, minder
uitval in secundair onderwijs

 Voor kinderen in kansarmoede kan een kwaliteitsvolle en goede kleuterschool
(voorwaarde!) het verschil maken.
 negatieve effecten van kansarmoede reduceren
 prestatiekloof tussen kansrijk en kansarm verminderen



1.1 Uitdagingen:
 Straffen en belonen helpt niet. Integendeel het schaadt de kinderen.
 Meer leerkansen steken in routinemomenten en overgangsmomenten in de
kleuterklas: educare
 Meer werken aan de executieve functies
 Leren door spel te verrijken in plaats van te verstoren


2. Inleiding uit ‘Kleuterleerkracht’:
 Structurele kwaliteit : ruimte, aantal kleuters en begeleiders, opleidingsniveau
 Proceskwaliteit: dagdagelijkse ervaringen van de kinderen in de klas
 Klasomgeving
 Begeleiding
 Relaties en interacties met leerkracht en kinderen
=> Voorspeller van welbevinden en ontwikkeling v/d kinderen


2.1 Leeswijzer:
Zie p.13 boek ‘Kleuterleerkracht’

 Noodcentrale
 Reflectievragen
 Inhoudelijke verdieping


2.2 Uitgangspunten en overtuigingen:
 Kwaliteitsvol onderwijs is inclusief en sociaal rechtvaardig
 Kleuteronderwijs is meer dan onderwijs: edu- care/ education care gaan hand in hand
 Educare: zorg en onderwijs gaan samen



1