Economie hoofdstuk 1, 2, 3, 5 - vraag en aanbod
Marktaandeel afzet = afzet van het bedrijf : totale afzet in de markt x 100
Marktaandeel omzet = omzet van het bedrijf : totale omzet in de markt x 100
Variabele kosten = kosten als je producten maakt, prijs verandert als je meer
grondstoffen nodig hebt
Constante kosten = kosten die niet veranderd, het maakt niet uit hoeveel je
produceert
Omzet = prijs per eenheid x aantal verkochte eenheden
De gemiddelde kosten = Tk : geproduceerde hoeveelheid
TK = gemiddeld kosten x geproduceerde hoeveelheid
BEA = TO = TK (balansmethode)
Als mo gelijk is aan mk, betekent het dat het bedrijf geen extra winst maakt maar ook
geen extra verlies. Dat is het punt waar de winst maximaal is, omdat elke extra
eenheid daarna meer kost dan het oplevert.
Proportioneel = als je de ene kosten verdubbelt, verdubbelen ook de totale kosten.
Progressief = hoe meer je verdient hoe hoger het percentage van je inkomen dat je
aan … betaald
Degressief = als iets toeneemt, neemt het percentage of de verhouding af.
Risicoavers = kiezen vaak voor veiligere opties en vermijden situaties waarin ze
mogelijk kunnen verliezen.
Verwachte schadebedrag = kans op schade x schadebedrag
Premie = kans op schade x gem. hoogte schade
Kans op schade = premie : gemiddelde hoogte
Berekening van de schade = premie : kans op schade
Moral hazard = moreel wangedrag > ‘het wordt toch wel verzekerd, boeie’
Tegengaan: eigen risico (1e gedeelte zelf mee betalen), bonus malusregeling
Asymmetrische informatie betekent dat de ene partij meer info weet dan de andere
partij. Dat kan leiden tot averechtse selectie, wat betekent dat slechte producten of
risicovolle klanten worden geselecteerd boven goede producten of betrouwbare
klanten.
Gevolgen: moral hazard, marktverstoring
Consumentensurplus: verschil tussen de prijs die consumenteb ereid zijn te betalen
en de werkelijke marktprijs, kijk je naar de marktprijs en de vraaglijn
Marktaandeel afzet = afzet van het bedrijf : totale afzet in de markt x 100
Marktaandeel omzet = omzet van het bedrijf : totale omzet in de markt x 100
Variabele kosten = kosten als je producten maakt, prijs verandert als je meer
grondstoffen nodig hebt
Constante kosten = kosten die niet veranderd, het maakt niet uit hoeveel je
produceert
Omzet = prijs per eenheid x aantal verkochte eenheden
De gemiddelde kosten = Tk : geproduceerde hoeveelheid
TK = gemiddeld kosten x geproduceerde hoeveelheid
BEA = TO = TK (balansmethode)
Als mo gelijk is aan mk, betekent het dat het bedrijf geen extra winst maakt maar ook
geen extra verlies. Dat is het punt waar de winst maximaal is, omdat elke extra
eenheid daarna meer kost dan het oplevert.
Proportioneel = als je de ene kosten verdubbelt, verdubbelen ook de totale kosten.
Progressief = hoe meer je verdient hoe hoger het percentage van je inkomen dat je
aan … betaald
Degressief = als iets toeneemt, neemt het percentage of de verhouding af.
Risicoavers = kiezen vaak voor veiligere opties en vermijden situaties waarin ze
mogelijk kunnen verliezen.
Verwachte schadebedrag = kans op schade x schadebedrag
Premie = kans op schade x gem. hoogte schade
Kans op schade = premie : gemiddelde hoogte
Berekening van de schade = premie : kans op schade
Moral hazard = moreel wangedrag > ‘het wordt toch wel verzekerd, boeie’
Tegengaan: eigen risico (1e gedeelte zelf mee betalen), bonus malusregeling
Asymmetrische informatie betekent dat de ene partij meer info weet dan de andere
partij. Dat kan leiden tot averechtse selectie, wat betekent dat slechte producten of
risicovolle klanten worden geselecteerd boven goede producten of betrouwbare
klanten.
Gevolgen: moral hazard, marktverstoring
Consumentensurplus: verschil tussen de prijs die consumenteb ereid zijn te betalen
en de werkelijke marktprijs, kijk je naar de marktprijs en de vraaglijn