Case study afasie
Naam student:
Studentnummer:
Klas:
Naam docent:
Naam examinator:
Studieonderdeel:
Studiegidsnummer:
Aantal woorden: 3121
Datum:
1
,Inhoudsopgave:
Inleiding............................................................................................................3
● Casus……………. 3
Gevalsbeschrijving......................................................................................... 3
● Voorgeschiedenis …………...…. 3
● Pathofysiologie……………. 4
● Uitwerking ICF model ……………. 5
● Verpleegkundige diagnoses……………. 5
● Gezondheidsprobleem …………...…. 6
● Betrokken disciplines ……………. 6
Methode............................................................................................................7
● Praktijkonderzoek…………...…. 8
Verdieping........................................................................................................ 8
● Flowchart ……………. 8
● Uitwerking artikelen …………...…. 9
Bespreking..................................................................................................... 10
Discussie........................................................................................................12
● Rol van de verpleegkundige…………...…. 12
● Kritische blik case study…………...…. 12
Conclusie...................................................................................................... 12
● Antwoord op onderzoeksvraag…………...…. 12
Aanbevelingen............................................................................................... 13
Bronnenlijst.................................................................................................. 13
2
, Inleiding:
Casus:
Mw. Huizen1 (60) is een Nederlandse vrouw die samen met haar zoon in
Amsterdam-zuid woont. Mw houdt van dingen doen met vrienden en wandelen in
haar vrije tijd. Daarnaast geeft zij al meer dan 30 jaar les op de middelbare school als
aardrijkskundedocent. In 2015 heeft zij te maken gehad met een ischemische CVA ter
hoogte van het anterieure deel van het arteria cerebri media gebied links.
Bij lichamelijk onderzoek bleek het dat ze volledige paralyse had aan de rechterkant
van het lichaam en vertoonde ze tekenen van motorische afasie. Door de halfzijdige
paralyse heeft mevrouw moeite met lopen, opstaan, zich verplaatsen en zelfstandig
zorgen voor haarzelf. Hierdoor heeft zij hulp nodig met dagelijkse activiteiten zoals
aankleden, wassen en eten. Mevrouw is nu rolstoelgebonden en is gestopt met haar
beroep als leerkracht door de CVA.
Nu is mw ontslagen uit het ziekenhuis en al een tijdje thuis, ze krijgt dagelijkse zorg
van de wijkverpleegkundigen en ondergaat daarnaast revalidatietherapie voor de
halfzijdige verlamming en afasie. De revalidatietherapie is gericht op het herstel van
haar motorische functies en de verbetering van haar spraak- en taalvaardigheden.
Het doel is gericht op het verbeteren van de mobiliteit aan de aangedane zijde, zoals
leren lopen en grijpen. De therapie voor afasie is gericht op de spraakfuncties en
alternatieve communicatietechnieken zoals gebaren. De woonomgeving is aangepast
om zelfstandigheid te bevorderen.
Daarnaast volgt de patiënt regelmatig controleafspraken met haar huisarts en
specialisten die zich inzetten voor de beheersing van haar chronische aandoening.
Ook gaat mw tweemaal per week naar de dagbesteding met andere CVA-patiënten
om de communicatie en mobiliteit te oefenen. De dagbesteding is afgestemd op de
gemaakte revalidatiedoelen, zoals verbetering van de motoriek.
Mw. Huizen heeft door de afasie een niet-vloeiende verbale output waarin vaak
woordvindings pauzes en zins-afbrekingen voorkomen. Haar zinnen zijn vaak
agrammatisch; ze bevatten relatief weinig zelfstandige werkwoorden. De woorden die
zij zegt zijn redelijk adequaat, maar de samenhang van het verhaal wordt niet
duidelijk. Hierdoor heeft mw moeite met het vinden van de juiste woorden en het
begrijpen van de taal, het spreken kost haar veel moeite, met verschillende pauzes en
een vereenvoudigde zinsopbouw. Dit belemmert de sociale interactie mensen.
Dit maakt het voor haar frustrerend en moeilijk om effectief te communiceren, zowel
met zorgverleners als met familie en vrienden. Voor het verbeteren van de
communicatie is in het verleden logopedie geprobeerd, wat onvoldoende hielp.
1
Deze casus is geanonimiseerd, de namen zijn fictief en jaren zijn aangepast om privacy te
waarborgen.
3
Naam student:
Studentnummer:
Klas:
Naam docent:
Naam examinator:
Studieonderdeel:
Studiegidsnummer:
Aantal woorden: 3121
Datum:
1
,Inhoudsopgave:
Inleiding............................................................................................................3
● Casus……………. 3
Gevalsbeschrijving......................................................................................... 3
● Voorgeschiedenis …………...…. 3
● Pathofysiologie……………. 4
● Uitwerking ICF model ……………. 5
● Verpleegkundige diagnoses……………. 5
● Gezondheidsprobleem …………...…. 6
● Betrokken disciplines ……………. 6
Methode............................................................................................................7
● Praktijkonderzoek…………...…. 8
Verdieping........................................................................................................ 8
● Flowchart ……………. 8
● Uitwerking artikelen …………...…. 9
Bespreking..................................................................................................... 10
Discussie........................................................................................................12
● Rol van de verpleegkundige…………...…. 12
● Kritische blik case study…………...…. 12
Conclusie...................................................................................................... 12
● Antwoord op onderzoeksvraag…………...…. 12
Aanbevelingen............................................................................................... 13
Bronnenlijst.................................................................................................. 13
2
, Inleiding:
Casus:
Mw. Huizen1 (60) is een Nederlandse vrouw die samen met haar zoon in
Amsterdam-zuid woont. Mw houdt van dingen doen met vrienden en wandelen in
haar vrije tijd. Daarnaast geeft zij al meer dan 30 jaar les op de middelbare school als
aardrijkskundedocent. In 2015 heeft zij te maken gehad met een ischemische CVA ter
hoogte van het anterieure deel van het arteria cerebri media gebied links.
Bij lichamelijk onderzoek bleek het dat ze volledige paralyse had aan de rechterkant
van het lichaam en vertoonde ze tekenen van motorische afasie. Door de halfzijdige
paralyse heeft mevrouw moeite met lopen, opstaan, zich verplaatsen en zelfstandig
zorgen voor haarzelf. Hierdoor heeft zij hulp nodig met dagelijkse activiteiten zoals
aankleden, wassen en eten. Mevrouw is nu rolstoelgebonden en is gestopt met haar
beroep als leerkracht door de CVA.
Nu is mw ontslagen uit het ziekenhuis en al een tijdje thuis, ze krijgt dagelijkse zorg
van de wijkverpleegkundigen en ondergaat daarnaast revalidatietherapie voor de
halfzijdige verlamming en afasie. De revalidatietherapie is gericht op het herstel van
haar motorische functies en de verbetering van haar spraak- en taalvaardigheden.
Het doel is gericht op het verbeteren van de mobiliteit aan de aangedane zijde, zoals
leren lopen en grijpen. De therapie voor afasie is gericht op de spraakfuncties en
alternatieve communicatietechnieken zoals gebaren. De woonomgeving is aangepast
om zelfstandigheid te bevorderen.
Daarnaast volgt de patiënt regelmatig controleafspraken met haar huisarts en
specialisten die zich inzetten voor de beheersing van haar chronische aandoening.
Ook gaat mw tweemaal per week naar de dagbesteding met andere CVA-patiënten
om de communicatie en mobiliteit te oefenen. De dagbesteding is afgestemd op de
gemaakte revalidatiedoelen, zoals verbetering van de motoriek.
Mw. Huizen heeft door de afasie een niet-vloeiende verbale output waarin vaak
woordvindings pauzes en zins-afbrekingen voorkomen. Haar zinnen zijn vaak
agrammatisch; ze bevatten relatief weinig zelfstandige werkwoorden. De woorden die
zij zegt zijn redelijk adequaat, maar de samenhang van het verhaal wordt niet
duidelijk. Hierdoor heeft mw moeite met het vinden van de juiste woorden en het
begrijpen van de taal, het spreken kost haar veel moeite, met verschillende pauzes en
een vereenvoudigde zinsopbouw. Dit belemmert de sociale interactie mensen.
Dit maakt het voor haar frustrerend en moeilijk om effectief te communiceren, zowel
met zorgverleners als met familie en vrienden. Voor het verbeteren van de
communicatie is in het verleden logopedie geprobeerd, wat onvoldoende hielp.
1
Deze casus is geanonimiseerd, de namen zijn fictief en jaren zijn aangepast om privacy te
waarborgen.
3